HERMINGARDA.
No. 1412.
Woensdag 28 Maart 1900.
I5e Jaarg.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h -Vlaanderen
F. D1ELEMAN,
AXEL.
FEUILLETON.
Het wetsontwerp op den Leerplicht.
AXELSCHE
COURANT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei
naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Den abonnés van het
Geïllustreerd Zondagsblad
deelen wij mede, dat wegens de
enorme verhooging der papier-
prijzen een gevolg van de alge
meen erkende stijging van de
waarde der grondstoffen den
prijs van dat blad voortaan, dus
met ingang van het 2e kwartaal
I900,eemgszins moet worden ver
hoogd.
Ofschoon de Illustratie uiter
mate goedkoop is en de prijs niet
in verhouding tot het vele dat zij
biedt, zullen wij voor een geheel
kwartaal slechts cent meer
rekenen.
Wij houden ons overtuigd dat
niemand onzer lezers die het Geïl
lustreerd Zondagsblad ontvangen
en hetzelfde hebben leeren waar-
deeren om zijn schat van keurige
gravuren en belangwekkende ver
halen in den laatsten tijd ook
om de vele en kostbare platen
betrekkelijk den oorlog zulk
een klein verschil te zwaar zal
vallen en daarom zich den eigen
dom van eene zoo fraaie Illustratie
zullen willen ontzeggen. De prijs is
dus te beginnen met het 2e kwar
taal 1900 0,37x/2 of franco per
post 0,45. DE UITGEVER.
»Hoe?" riep ik verschrikt uil: »dus
waait gij toch in het huis van den prins
Collefero waart gij de maitres van den
ongelukkigen Lamentona? Zijtgij weder
donna Lucia, niet meer Hermingarda
Zij lachtte en zeidegij zijt een dwaas
en ik ben Luciadoch nooit ben ik eene
Hermingarda geweest. Ik moet wel voor
u zo)gen." Daarop verliet zijde herberg,
in welke wij bij elkander waren.
Ik echter zat daar als versteend, en
wist niet wat te beginnen. Want nu
werd het mij duidehjk, dat ik met Her
mingarda's gedaante reisde, en toch Her
mingarda niet bezat, maar dat mij nog
maals een booze geest plaagde, g9Üjkop
de bruiloft van Monteleone. Reeds was
er ondei weg dikwijls eenige twijfel bjj mij
ontwaakt, wanneer zij vermeed van 01-
giato en van het gevecht te spreken en
van onze gesprekken te Alciri, hetgeen
ik haar alles verhaalde. Ook ontwaakte
er argwaan in mij. wanneer ik in hare
armen lagwant Hermingarda beminde
met een kuiscber gemoed dan donna Lucia
en een te vermetele kus, te Alcini gege
ven, berokkende mg bijna hare verachting
en ongenade.
Hoe langer ik peinsde, des te meer ge-
Dit wetsontwerp is gedurende een vier
tal weken het punt van bespreking ge
weest in onze Tweede Kamer. Het gewicht
van deze wet is door de Kamerleden vol
strekt niet over het hoofd gezien, getuige
hun trouwe opkomst. Een paar keeren
is het zelfs gebeurd, dat de vergaderingen
door 99 leden werden bijgewoond.
Gedurende den loop der beraadslagingen
hebben wij in ons blad geen melding
gemaakt van de wijzigingen, die in het
oorspronkelijk wetsontwerp gemaakt zijn.
We meenden beter te doen door te wach
ten totdat de geheele wet behandeld zou
zijn en dan een kort overzicht te geven
van die artikelen, die door ouders van
schoolgaande kinderen noodzakelijk moe
ten gekend wordenwat we bij deze
doen.
Artikel 1 legt aan ouders, voogden en
anderen krachtens wet of overeenkomst
met de verzorging van kinderen belast,
de verplichting op hun kinderen voldoend
lager ouderwijs te doen genieten door het
öf geregeld een lagere school (openbare
of bijzondere) te doen bezoeken öf door
het huisonderwijs te verstrekken of te
doen verstrekken.
Het schoolbezoek wordt geacht geregeld
plaats te vinden, indien gedurende twee
achtereenvolgende maanden niet meer dan
twee schooltijden geregeld wordeu vep»
zuimd. (Art. 2.)
Wie aan het schoolonderwijs de voor
keur geeft moet zorgen, dat zijn kind op
een lagere school is geplaatst voordat het
lijkvormigbeid vond ik tusschen deze ge
stalte en die van Lucia. Dikwijls had ik
te Alcini Hermingarda ov ;r Piccolomini
gesproken, doch nooit noemde zij hem een
bedrieger. Wel had don Alfonso mij dik
wijls gewaarschuwd voor booze geesten,
die mij den aanwinst van den Spiritus
Familiaris zouden trachten te ontrukken.
Daarom verbande ik ook alle verdenking
welke zij mij tegen Alfonso hadingeboe
zemd, weder uit mijn hart, want kon deze
Lucia mij van hem afkeerig maken, zoo
was ik ook afkeerig van den Spiritus Fa
miliaris en zelfs de vuurgeest, die mij
altijd de waarheid had verkondigd en mij
in de bloedigste gevechten ongekwetst ge
houden had, gelyk Piccolomini mij had
voorgespeld, zou bedriegerij geweest zijn.
Nu besloot ik den vuurgeest te raad
plegen, en nog ter zelfder ure Aquile en
Lucia te verlaten en naar Piccolomini terug
te keeren, wanneer hij mij door een dof
licht zou aanduiden, dat ik in gevaar ver
keerde. Toen ik hem echter uit den gor
del voor den dag haalde, schitterde hij
helderder dan ooitdit maakte mij zeer
besluiteloos, en ik besloot af te wachten,
wat van dit goochelspel, dat met mij ge
dreven werd, zou worden, want de vuur
geest had nog oooit verkeerd voorspeld.
En toen Lucia weder de kamer binnen
kwam overviel mij eene huivering want
hoe langer ik haar beschouwde, des te meer
zag ik, dat het Hermingarda was.
zijn achtste jaar ingaat. De verplichting,
in art. 1 bedoeld, vangt dus uiterlijk aan,
zoodra een kind den leeftijd van zeven
jaar heeft bereikt en deze verplichting
eindigt zoodra het kind gedurende zes
jaren leerling eener lagere school is ge
weest, en het alle klassen doorloopen
heeft. Wordt een kind bij zijn toelating
op school terstond in een hoogere klasse
geplaatst, dan wordt verondersteld, dat
het den leertijd, dien de lagere klassen
innemen, afgeloopen heeft met dien ver
stande evenweldat het kind in dit
laatste geval de school niet zal mogen
verlaten, voor het de klassen doorloopen
heeft, waarin het bij het bereiken van
den twaalfjarigen leeftijd was geplaatst.
(Art. 3.)
Uit het laatste gedeelte van dit artikel
blijkt dus, dat al worden de kinderen
op hun vijfde jaar toegelaten op een
school, waar de cursus zeven jaar duurt,
zij toch in geen geval voor 't 12e jaar
de school kunnen verlaten.
Wie zijn kinderen huisonderwijs ver
strekt of doet verstrekken moet een
door hem onderteekende opgave zenden
aan den burgemeester zijner woonplaats
van
lo. de vakken, waarin de kinderen
huisonderwijs genieten
2o a de namen der kinderen met
bijvoeging van de voornamen, dagteeke-
ning van geboorte en plaats van werke
lijk verblijf, alsmede de plaats, waar het
onderwijs wordt gegeven
b de namen en voornamen van hen,
door wie het onderwijs wordt gegeven.
(Art. 4.)
Artikel 7 stelt ouders, voogden en
VERVOLG VAN HET VORIGE.
Zij echter scheen mijne onrust te be
merken, en vermaakte zich daar mede en
zeide: »welk onderscheid vindt gij in m(j
wanneer ik u als Hermingarda of als Lu
cia verschijn
Ik zeide »geen, als dat ik uw bezit zoo
dikwijls gij Lucia zijt, met eeuen moord
betalen moet, daar ik om uwentwil mij
met het bloed van Lamentano an met dat
van den soldaat te Bal va bezoedelde. Daar
om is het mij niet wel bij u. Ik aanbid
u en heb een afgrijzen van u. Ik ben niet
gerust, dan voor ik van u af ben.
Nu begon zij bitter te senreien, en sloeg
hare armen om mjjnen hals, smeekende,
dat ik haar in eene vreemde stad zonder
raad en bijstand Biet alleen zou laten. En
zij herinnerde mij aan mijne geloften, die
ik haar te Loretto had gedaan en aan het
uur, dat zij mij in het boschje bij Assissi
het eerst hare liefde bekend had zjj be
zwoer mij, haarden moedwil te vergeven,
dien zij met mij gedreven had, als kon zij
onder tweederlei gedaanten verschijnen.
Zij had slechts van mijne verbeelding ge
bruik gemaakt en mjj daarin versterkt om
zich te vermaken. Ook zou Tüorbaimer
mij zeggen, hoe zij te Alcini had geleden,
toen ik haar had verlaten, en toen zij door
Sciarra's volk was weggesleept geworden,
had zij alleen mijnen naam geroepen, tot
dat zij buiten kenms was nedergezegen.
Toen zij dit zeide veidween mijn af
grijzen en mijne liefde out waakte op nieuw
anderen in artikel 1 genbemde verzor
gers vrij der in dat artikel opgelegde
verplichting, zoolang
lo. zjj een vaste woonplaats missen;
2o. zij de kinderen een inrichting van
onderwijs doen bezoeken, die geacht
wordt tot het hooger of middelbaar on
derwijs te behooren en waar de kinderen
buiten de avonduren tenminste zestien
uren per week onderwijs ontvangen
3e. zij tegen het onderwijs op alle,
binnen den afstand van 4 KM. gemeten
langs den korsten gebruikelijken weg,
van de woning gelegen, lagere scholen,
waar voor de kinderen plaats te verkrij
gen is, overwegend bezwaar hebben
4o. zij voor de kinderen op eenige,
binnen den afstand van 4 KM gemeten
langs den korsten gebruikelijken weg,
van de woning gelegen, lagere school,
ondanks aanvrage tot toelating, geen
plaatsing kunnen verkrijgen;
5e. het tijdstip voor toelating van
leerlingen niet aangebroken is op de
lagere school, waar toezegging van plaat
sing is verkregen;
6o. een wettelijk voorschrift het be
zoeken van de lagere scholen verbiedt
7o. de kinderen, volgens schriftelijke
verklaring van een geneeskundige onge
schikt zijn voor het bezoeken eener
lagere school.
Hij, die meentvan deze vrijstelling gebruik
te moeten maken, moet dit ter kennis
brengen aan den burgemeester zijner
woonplaats. Hierbij moet tevens opgeven
worden voor welk kind en op welken
grond hij op vrijstelling meent aanspraak
te mogen inaken, terwijl die kennisge
ving na elke twaalf maanden gedurende
want het was onmogelijk haar te haten,
wanneer zij tranen stortte. Ik vernieuw
de mijne gelofte, en herinnerde haar daar
aan, hoe zij te Alcini beloofd had, m j
naar Duitscbland te volgen. Zoo moest
het geschieden en ik wilde mij door de
hand eens priesters voor eeuwig aan haar
verbinden, doch niet zoo dadelijk, maar
wanneer ik het groote werk zou verricht
hebben waarvoor ik naar Italië gekomen
was. Toen ik haar had gerust gestold
werd zij weder de beminnelijke, die zij al
tijd wasdoch haren tot hiertoe betoon
den moedwil liet zij na,
Ik dacht er den anderen dag aan, boe
baar verlangen was geweest, haar naar
Rome te brengen, waarheen ik zelf ver
langde, om don Bevilacqua te zien, aan
wien men gewoon was brieven en gelden
voor mij uit Duitschland te zenden. Want
ik was thans zeer arm, en had nauwe
lijks genoeg, de reis naar Rome te doen.
Doch Heimingarda klaagde over groote ver
moeidheid, en bad zoo dringend, haar eenige
dagen te laten uitrusten, dat ik niet wel
anders kon. Wij bleven dus vier dagen
te Aquila uitrusten.
Op den vijfden dag kwam er een prach
tig rijtuig met fraaie muildieren bespan
nen voor de herberg rijdeneen rijkge-
kleed bediende trad het huis binnen en
begeerde donna Lucia te zien. Zij wenkte
mij. dat ik baar alleen zou laten, en er
verliep een uur voor zij mij weder liet
roepen.