iiermingarda. No. 1405. Zaterdag 3 Maart 1900. 15e Jaarg. ize Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse h - Vlaanderen F. DIELEMAN, AXEL. Kostelooze Inenting en Herinenting. limienland. F E IJ I li IiETON. AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; Iranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER A d v e r t e n t i n van 1 tot 4 regels 25 cent .voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde» naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AXEL, brengen ter kennis der inge zetenen, dat op Dinsdag 6, 13 en 20 Maart aanstaande, telkens des voormid dags van 9 tot 10 ure, ten Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven tot Axel, den 27 Februari 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd D. J. OG GEL, Burgemeester. J. A. VAN VESSÉM, Secretaris. De dappere Cronjé, op wien Europa's oog'en gedurende meer dan een week gevestigd waren, heeft onze verwachtin gen teleurgesteld. Onder het moordend vuur der Engelsche kanonneningesloten aan alle zijden door Engelsche troepen gesteund door zijn Transvaalsche en Vrij- staatsche soldaten, heeft hij langer dan een week weerstand geboden aan de aan vallen van de troepen van Lord Roberts. Eindelijk heeft hij moeten zwichten. De hulptroepen bleven uit. Zij hadden de nederlaag kunnen voorkomen, die nu door Cronjé geleden is. Met al zijn troepen bestaande uit 4000 man waaronder 1150 Vrijstaters heeft hij zich overgegeven. Het was den Engelschen bekend, dat er oneenigheid bestond onder de bevel hebbers van Cronjé. Hiervan hebben zij gebruik gemaakt. Met een luchtballon hebben zij zijn versterkingen verkend. LOTGEVALLEN VAN TH0RHA1MER. Hierop begaf ik mij met Thoihaimer ter zijde, waar ons uiemaDd kon hooreo, en vorschte uit, hoe het hem gegaan was en welke jonkvrouw hem over mij ge- spioken had. Hjj berichtte mij met zijne gewone wijdloopigheid alles, zoo als volgt. Doch hij brak zyn verhaal dikwijls met nieuwe betuigingen van blijdschap af, omdat hij ij had weder gevonden, en tranen kwamen hem in de oogen. Ik zelf weid daarbij aangedaan, en schudde den oude dikwijls de hand, en zwoer hom, dat ik hem, zoo lang hij leefde, niet verlaten wilde. Hij zeide, dat na het gevecht in de nabijheid van Bologna ieder beweerd had dat ik gesneuveld was. Slechts een enkel ruiter sprak dit tegen, en vei zekerde, dat hij gezien had, hoe ik langs ebnen tegen- overgestelden weg was ontvlucht, in plaats mij by de anderen te houden. Van ons volk was echter niemand bij deze schermut seling omgekomener waren er slechts vier gewond geworden, dcch niet gevaar lijk. Don Alfonso was een vermetel man, want hij had zich bij de herhaling in de dichste drommen des vijands geworpen, Daarop zijn ze op de ammunitie wagens gaan schieten, die in brand vlogen, zoo dat ten slotte ammunitie aan Cronjé ontbrak. Bij het aanbieken van den 27 Februari werd onder geleide van de witte vlag een brief van Cronjé gebracht, waarin hij verklaarde zich onvoorwaardelijk over te geven. Roberts antwoordde, dat Cronjé in het Engelsche kamp moest komen en zijn troepen uit hun laager na de wapenen neergelegd te hebben. Cronjé kwam 's morgens om 7 uur in 'tkamp, verzocht om een vriendelijke behandeling en verzocht tevens, dat zijn vrouw, zijn kleinzoon, particulier secretaris en adju dant, en zijn bedienden hem mochten vergezellen, waarheen hij gezonden zou worden Roberts stelde hem gerust en zeide, dat zijn verzoek zou ingewilligd worden. De generaal zeide -verder, dat een offi cier met hem naar Kaapstad zou gezon den worden, ten einde hem de behande ling te verzekeren, waarop hii recht had. Cronjé vertrok in dien namiddag naar Kaapstad. De gevangenen zijn ongeveer 3000 in getal, werden onder hun eigen officieren tot commando's gevormd en vertrokken dien dag naar Modderrivier, vanwaar zij in detachementen per spoor naar Kaapstad vertrokken. Hieronder laten wij het oordeel volgen van enkele bladen over de overgave van Cronjé De Globe* zegt in een kort artikeltje, dat door een toeval, juist op den 19en verjaardag van Majuba, de welkome tijding komt, dat generaal Cronjé zich heeft overgegeven Het bericht was niet on- had veel verwoesting aangericht en met eigene hand vele krijgslieden verslagen. Ook geloofde iedereen, dat hij steek en schotvrij was, want hem was geen haar gekrenkt gewoiden. Hierna had Don Altonso zich naar het Appennijnsche gebergte begeven, waar men nog meer vrienden had gevonden, zoodat zy een honderdtal sterk waren geworden. Ook Don Marco de Sciarra was er bij geweest. Hierop had Don Alfonso geboden, in hoopen verdeeld naar Apulie te trekken. Thorhaimer echter, vol droefheid, dat hij ray had verloren, had afscheid wJleu nemen, en den weg naar Duitschland inslaan Nu was Don Alfonso tot hem gekomen, zeggende dat hij nu zeker wist dat ik nog in leven was, en dat hij mij in Apulie zou weder- viuden, zoo als dan ook inderdaad ge schied was. Deze toespraak had Thorhaimer zoo zeer getroost, dat hij de ballingen vrijwillig gevolgd was, en toen men de menigte in rotten had afgedeeld, was Thorhaimei aan Marco de Sciarra toegewezen want Marco had hem van Monto Marciano gevraagd, dewyl hy eeneu Duitscher als zijnen lijf knecht weuschte te hebben. Hieina was Thorhaimer voortdurend bij Marco als bij zijnen heei geblev> n, en met hem naar Apulie gegaan, waar men, gelijk ook in bet Napolitaanscbe, allerlei volk tot den oorlog had aangeworven. Don Alfonso had ook volk willen aan- verwacht, daar de troepen der Boeren zoo waren omsingeld, dat overgave moest volgen Het succes, dat eindelijk aan onze wapens in den Oranje Vrijstaat is ten deel gevallen, zal een opwekkenden in druk maken op de Britsche troepen en de loyale kolonisten in Zuid-Afrika ter wijl het de geestdrift der Boeren zal ver minderen evenals van hun erkende ge heime vrienden en opstokers Wij zullen niet de gevolgtrekking maken, dat de oorlog over is maar een overwinning is verkregen, die het einde dichter bij doet komen. De »Vossische Ztg.« zegt: Men kan er van overtuigd zijn, dat Cronjé den strijd tot den laatsten bloeddroppel had voort gezet, indien er ook nog maar één vonkje- hoop was aanwezig geweest om in alle eer uit de val te ontkomen. Misschien is hij ook wel gedwongen door de onder hem strijdende Vrijstaters, van ,wie men reeds meermalen gezegd heeft, dat zij den strijd moede zijn, een stap te doen, die niet met zijn karakter in overeenstemming is. Hij kan zich echter op dezen treurigsten dag zijns levens dien het noodlot liet samenvallen met Amajubadag er mede troosten, dat zijn roep als veldheer on aangetast blijft. Want Cronjé is niet overwonnen, doch heeft voor een zeer sterke overmacht moeten bukken. Alleen het tijdig aanwezig zijn van hulptroepen had hem voor dit lot kunnen behoeden. Waarom deze niet zijn aangekomen moet nog worden opgehelderd. Ook de »Kölnische Ztgis overtuigd, dat Cronjé door den nood gedwongen zich heeft moeten overgeven, vooral omdat werven, in Monto Marciano, doch de gou verneur der provincie had het verboden. Daarna was Alfonso bij Marco gekomen, die zich in het land Abruzzo had terug getrokken, nadat hij den kerkehjken staat had afgestroopt en uitgeplunderd. Hier hadden de opperhoofden der bal lingen Monte Marciano tot hunnen aan voerder verkozen, waren met zeven hon derd vastberadens mauneü op Romeinsch grondgebied gevallen, en tot voor de poort der stad Rome doorgedrongen. Aan rijken buit had bet nooit ontbroken, en het land volk had het altijd vmet de ballingen ge houden. Ook was Paolo Bageiieri, dien de heilige vader in het veld bad gezonden, onmiddellijk geslagen geworden. Daarop had Paus Urbanus Bageiieri teruggeroepen, en Virginio Ursini het bevel tegen de ballingen ovei gegeven. Insgelijks had de groothertog van Tos cane den Marchess Camillo del Monte met achthonderd man voetvolk en twee hon derd ruiters uitgezonden om Virginio bij stand te verleenen. Doch Don Alfonso Piccolomini had Vir ginio dikwijls een valstrik gelogd en hem bij Slorta niet ver van Ttvoli in eene hinderlaag gelokt, zoodat de Romeinen in de pan gebakt en met bloedige koppen gevlucht waren. Virginio zelf was slechts ter nauwernood ontkomen. Terwijl Virginio zich nu met Camillo del Monte en zijne Toskaansche krygs- iieden verdedigde, had Marco de Sciarra juist de datum met Amajuba samenviel, indien de generaal ten minste in zijn benarde positie aan de geschiedenis van zijn land heeft kunnen denken Voor generaal Roberts is het natuurlijk een groote voldoening. Want juist toen hij in 1881 te Kaapstad aan wal stapte om den oorlog tegen de Boeren voort te zetten, was de vrede door minister Gladstone De eenige troost, die Cronjé op weg naar zijn gevangenis zal begeleiden, is, dat hij het onmogelijke heeft mogelijk gemaakt, dat hij gedaan heeft, wat men- schenkracht en menschenwil doen kan en dat hij zelf nog bij zijn nederlaag de achting van de wereld heeft afgedwongen. Hij kan verzekerd zijn, dat hij in Lord Roberts een overwinnaar zal vinden, die een dappere naar zijn waarde zal weten te schatten, en wanneer ook thans de teerling is geworpen ten zijnen nadeele, zoo zal het toch eenmaal in de geschie denis openbaar worden, wat hij en zijn getrouwen voor hun zoo heftig bestreden land hebben gedaan. Het Berliner Tageblatt* zegt, dat het van belang is, dat de voornaamste mili taire persoon met de kern der Vrijstaat- sche troepen niet meer kan deelnemen aan den oorlog. Elkeen weet hoeveel er in zoo'n oorlog van iemand als generaal Cronjé afhangt, die zijn troepen, slechts geleidelijk bijeen gebracht, wist te voeren tot heldendaden als bij Belmont, Graspan, Modderrivier en Magerfontein en die den onverschrokken marsch van Kimberley volbracht tusschen de Engelsche colonnes door naarPaarde- berg, waar hij den 18en Februari een Olgiato in bezit genomen, welks muren zeer sterk zijn. Bij eenen strooptocht, dien Marco tegen het stadje Cicoli wilde ondernemen, had men eenige gewapende ontmoet, die eene jonkvrouw begeleidden. Een van dezen werd geslagen, waarop de anderen hunne hielen hadden laten zien en de jonkvrouw naar Olgiato was gevoerd, waar Don Marco haar in zijn huis met grooten eerbied beeft behandeld. Nu vraagde ik Thorhaimei wanneer is dit geschied? En hij antwooidde »het is nauwlijks viei en twintig uren geleden. De jonkvrouw is reeds eenmaal, zeven of acht dagen geleden, in het geweld der ballingen geweestdoch destijds benevens haren broeder gelukkig op het gasteel bij Cicoli ontkomen. Daar echter haar broeder do wegen voor veilig hield, dewijl Vir ginio en del Monte met een leger in de nabyheid stonden, had hij zyne zuster gedwongen, den weg te vervolgen, waarop hij heKleven heeft verloren. NIEUWE KOMMER. Nadat Thorhaimer aldus gesproken had, schudde ik ongeloovig het noofd, want het wilde er bij mij maar niet in, dat ik in het huis van prins Colleferro met bedrie gerij en belsche tooverij zou te doen ge had hebben. Ook was het wei denkbaar, dat Donna Lucia zich, toen zy den dood van Don Limentano had vernomen, ijlings op de vlucht had begeven en met haren broeder in het onvoorziene ongeluk gestort

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1