HERMINGARDA.
No. 1403.
Zaterdag 24 Februari 1000.
I5e Jaarg.
Nieuws- e ii Advertentieblad
voor Zeeuwse li-Vlaanderen
F. D1ELEMAIV,
AXEL.
Buitenland.
FEUILLETON.
AXELSCHE
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
n«r 3 Mn an dpn
COllltANT.
voor
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER UITGEVER
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worde»
naar olaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
Hoezeer wij het tegendeel ook wensch-
ten, het is thans zeker dat de Engelschen
eenige voordeelen behaald hebben op de
Boeren. Overal waar de Boeren zich
eerst versterkt hadden of langzaam voor
waarts rukten, zijn zij nu aan het terug
trekken. De ontruiming van Magerfon-
tein en Spijtfontein werd eerst gemeld,
dan kwamen de mededeelingen betreffende-
het verlaten van de stellingen rond Kim-
berley. Toen werd melding gemaakt van
den terugtocht bij de Tugela. In den om
trek van Colenso zijn geen Boeren meer
te zien. Bulier is nu bezig om met zijn
troepen de Tugela over te trekken. En
hetzelfde nemen wij waar aan de Zuid
grens van den Oranje-Vrijstaat De zaak
der Boeren is echter nog niet verloren.
Het is zeer goed mogelijk, dat generaal
Cronjé, die door de zeer groote dorheid
van het terrein wel genoodzaakt is langs
de rivieren op te trekken, plotseling met
zijn manschappen zal omkeeren om zijn
vervolgers in den rug te komen en na
zich van hen te hebben vrijgemaakt, de
hoofdmacht der Engelschen met de hem
ter hulp gesnelde manschappen van Co-
lesberg in den rug zal bedreigen
Wonderlijk mag het wel genoemd wor
den dat nog steeds belangrijke telegram
men uit het hoofdkwartier van generaal
Roberts wegblijven. In het Engelsche
Parlement loopen wel geruchten, dat
koningin Victoria zéér gunstige berichten
heeft ontvangen, doch juist door die ge
heimzinnigheid en door het niet bekend
maken van die gunstige berichten ver
meerdert de onzekerheid.
81)
B IJ EENKOMST.
Eerst laat na middernacht gingen de
gasten van elkander. Nu kwam zij in het
dicht gewoel der scheidenden naar mij toe
en zeide teiwijl zij mijne hand zacht druk
te »wacht bij de fontein in den tuin van
het kasteel,"
Ik begaf mij er heen; en bleef daar nog
bij bet uur alleen. Eindelijk kwam een
meisje, noemde mij bij mijnen naam en
bracht mij naar denzelfden vleugel van
het kasteel waar mijne kamer was, door
een gaanderij in de kamer van Hermin-
garda.
Hier zat zij bij het duisteie schijnsel eener
kaars, en kwam mjj met zachten tred te
gemoet, mij toe fluisterende. »Gij ziet
mijnheer ik ben wel goed, dat ik om uwent
wil mijnen nachtrust opofler.
>0 Hermingarda," zeide ik, >gij weet
het niet hoevele slapelooze nachten ik heb
doorgebracht, sedert gij mij trouwe
loos naar Trevi hebt weggezonden, ten einde
een voorwendsel te hebben, om van mij
ontslagen te worden
»Ik u naar Trevi gezondenzeide zij
lachende, hield zich evenals of zij mij niet
begreep, en wilde ook lang niet den schijn
Vrijdag zijn eenige gevechten geleverd
met het gevolg dat het hoofdleger der
Boeren de Kripkraaldrift veilig is over
getrokken en Zaterdag verder Zuidwaarts
trok. De kans dat Cronjé zijn belagers
thans verre van zich weet te houden
wordt daardoor grooter.
Uit Kimberley hooren we weinig nieuws.
De eerste trein is Maandagavond uit
Kimberley vertrokken met tal van pas
sagiers. Dit is het eenige bericht.
Eveneens geen'' nieuws van generaal
French. Zijn manoeuvres schijnen heel
wat paarden gekost te hebben. De West
minster Gazette is zelfs zoo pessimistisch
gestemd, dat het spreekt van een verloren
gaan van alle voordeel, als niet uit alle
deelen van het Keizerrijk elk beschikbaar
paard wordt opgecommandeerd.
Betreffende het oprukken naar Kimber
ley ontleenen wij het volgende aan een
Engelsch blad
De cavalerie-divisie hoorde de eerste
welkomstkreten eenige mijlen ten Zuiden
van Kimberley. Zij kwamen van de
Engelsche troepen, die onder bedekking
lagen van een Boerenfort dat door de
onzen niet lang van te voren was geno
men. Het geluid werd sterker, naar mate
generaal French voorwaarts kwam in de
duisternis, die af en toe verlicht werd
door de zoeklichten van de Beersmijnen.
Eindelijk was de divisie binnen Kim
berley de bewoners en soldaten verdron
gen zich rond de troepen luide juichend,
schreeuwend en huilend van vreugde.
De geheele stad ging generaal French
tegemoet en sloot zich aan bij den triomf
tocht door de straten en langs de wegen.
Drie mijlen ten Westen van Modder-
hebben, of zij alles wist, wat er gebeurd
was. Ik moest haar alles verhalen, wat
van Lorette af, tot waar zij mij verlaten
had toe, was voorgevallen, zij vroeg naar
alle kleinigheden, hield zich, alsof zij mij
geheel vreemd was, en lachte voortdurend
als eene gekin, zoodat hare spotternij
mij eenigzins begon te verdrieten.
»Nu, gij moet het mij vergeven," zeide
zij, deed haren, tot hiertoe betoonden
moedwil geweld aan, en dwong zich ern
stig te blijven »want uwe minnepijn heeft
u inderdaad zoo aangegrepen, dat gij mjj
bijna onkenbaar geworden zijt. Doch laat
het hierbij blijven, en vergeef mij dat ik
mij met uwe verwondering eenigen tijd
vermaakte. Gij weet, dat de liefde plaag
ziek is."
Ik antwoordde »neen myne jonkvrouw
uwe vroolijkhoid past zeer slecht bij mijne
droefheidwant ik erken nu maar al te
wel uwe lichtzinnigheid, en ik zie duidelijk
in, dat gij mij nimmer bemind hebt."
»Doch wie zegt u, dat, wanneer ik u
nog niet bemind heb, ik u nog niet be
minnen kan
Hermingarda, mijn hart verzekert mij
zulks. Gij hebt mij gebruikt, om u uit de
handen uwer stiermoeder te bevrijdbn en
u in die van den Marchese de Lamentano
over te leveren."
Zij lachte op nieuw, en ik werd zoo
toornig om haren dartelen moedwil, dat
ik mij niet kon weêrhouden, haar bittere
verwijtingen te doen, en te zeggen, hoe
rivier lieten de Boeren een groot aautal
zieken en gewonden in een laager achter,
waarvan de Engelschen bezit namen. Het
laager was gevormd uit 150 wagens en
was volgepropt met allerlei zaken.
De buit bevatte behalve de wagens
en den aanwezigen voorraad, een groot
aantal geweren, ammunitie en kleeding-
stukken. De doctoren der Boeren, die bij
de gewonden werden gevonden, verklaar
den, dat het laager eenigen tijd geleden ge
vormd was om het oostelijke gedeelte van
Magerfontein te voorzien. Het laager te
Langenberg deed denzelfden dienst voor
de verschansingen in het Westen.
Eenige groote kisten, met het opschrift
biscuits*, waarvan een groote hoeveel
heid aanwezig was, bleken ammunitie
te bevatten. De merken op de kisten
toonden aan, dat zij alle van Europa naar
Pretoria waren gezonden via Lorenqo
Marques.
In de Times wordt het totale verlies
aan officieren gepubliceerd. Het blad
komt tot het enorme getal van 644,
nl gesneuveld 153, gewond 380 en ver
mist 112 Voegt men hierbij de zieken,
dan krijgt men een totaal van 700!
De zoo pas ontvangen bladen brengen
ons weer beter nieuw. Generaal Cronjé
is volstrekt niet omsingeld, doch is er
in geslaagd de Engelschen terug te drij
ven. Generaal de Wet heeft den Engel
schen ook nog slag geleverd. Verscheidene
kopjes werden door hem op de Boeren
veroverd.
Hevig is er gevochtendat bljjkt dui
delijk uit het cijfer der verliezen 9 of
ficieren gesneuveld, 39 gewond en 1 ver
mist Verder is aan deze lijst toegevoegd,
ik haar niet meer beminde, maar verachtte.
Want ik had haar vereerd als eene heilige
en nu zag ik, dat zij een gevallen engel
was.
Ik had mijne wenschen zoo ver uitge
strekt, in haar eenmaal mijne bruid en
gemalin te zien, en nu vond ik haar als
zangeres en maitres in vreemde armen.
Mijn toorn vermaakte Hermingarda, of
zoo als ik haar noemen wil, om den hei
ligen naam, die mij dierbaar was geweest,
niet te ontheiligen, Lucia zij kwam naar
mij toe, nam mijne hand, en vroeg schalk
achtig lachende, of ik onverzoenlijk bleef,
en daar ik dit verzekerde, vroeg zij lachen
de »zelfs geen kus oen ik meer waard
Nu onttrok ik mijne hand aan de hare
en verliet toornig het vertrek. Ik bracht
op nieuw eenen slapeloozen nacht door,
alleen na den opgang der zon beving mij
zulk eene vermoeidheid, dat ik eerst na
den raiddag als uit eenen doodslaap ont
waakte. De prins had reeds dikwijls Daar
mijne gezondheid, laten vrageD, en toen
ik mijae oogen opende, vond ik zijnen
geneesheer bij mijn bed zitten.
Ik gevoelde mjj zoo verkwikt, als ik in
lang niet geweest was, en begaf mij al
zeer spoedig naar het gezelschap van den
priDB, die mij geluk wenschte, dat ik er
zoo gezond en opgeruimd uitzag.
Ik was geheel van mjjne liefde, als van
eene kwaal genezen, en schaamde mil,
zoo zwak geweest te zyn, het geveinsde
gelaat eener vrouw te vertrouwen. Deze
dat zij nog onvolledig is. Meerdere ver
liezen zullen dus nog bekend gemaakt
worden, die dan hoofdzakelijk uit de man
schappen bestaan en zeer zwaar zijn,
het hooge verliescijfer van officieren in
aanmerking geuomen.
De nederlagen, door de Engelschen ge
leden, worden gemeld uit het Boeren
kwartier Deze telegrammen, gewoonlijk
kalm en juist opgesteld kan men dus
volkomen vertrouwen.
Donderdag maakten verschillende bla
den het bericht bekend, als zou Ladysmith
ontzet zijn. Het ministerie van oorlog zegt
dit bericht met te kunnen bevestigen.
Het staat er bovendien geen geloof aan.
In het Engelsche Lagerhuis werd door
den heer D. A. Thomas het voorstel ge
daan om een volledig onderzoek in te
stelleL naar het ontstaan van de omstan
digheden der samenzwering tegen de
Transvaalsche regeering en omtrent den
gewapenden inval in de Transvaal in 1895.
Het voorstel werd door Chamberlain
heftig bestreden. Hij zeide o.m. dat de
beschuldigingen die tegen hem aangevoerd
werden, geen beschuldigingen waren, doch
dat het insinuaties waren, die hem naar het
hoofd geslingerd werden, beleedigingen, die
hun grond slechts vonden in vermoedens.
In de straten van Bucharest heeft men
een vreemdeling gevonden, badende in zijn
bïoed. Hij was het slachtoffer van een
Bulgaar, die gevangen genomen zijnde ver
klaarde gehandeld te hebben op last van 't
nationaal Bulgaarsofa comité van Macedonië
Fitomskij, zoo heette het slachtoffer,
verklaarde de moordenaar te ziin van
Stambaulof. Een aantal arrestaties van
Bulgaarsche Macedoniërs.
ondervinding had mij geheel anders leeren
denken, ik verachtte nu de vrouwen uit
den grond mijns harten, en ik kon nau
welijks van mij zelveD verkrijgen, de
vrouwen de gewone beleefdheid te be
wijzen en met haar te spreken, niettegen
staande er zoo vele schoonheden tegen
woordig waren.
Doch nog was de verraderlijke Lucia
de bekoorlijkste van allen en ik kon haar
niet aanzien, zonder dat mijn hart op nieuw
getroffen werd.
MOOBD EN- VLUCHT.
Door het noodlot scheen echter besloten,
dat geene andere gedaante mijne oogen
zou kunnen verheugen. Ik belde altijd
weder over tot haar, gelijk het bloempje
tot de zon, hoewel het door de brandende
stralen gezengd word. Ik geloofde mij
zeiven niet meer, en dacht, niet dat zij
mij, maar dat ik mij zeiven verblind en
bedrogen had. Ik verachtte haar en aanbad
haar. Ik noemde haar een monster en
de schande van haar geslacht, en de kroon
der schepping.
Donna Lucia zag niet wat er in mjj
omging. Voor het oog der wereld veinsde
zij mij niet te kennen, doch in het geheim
lachten hare oogen mij zoo zonderling
vriendelijk toe, zoo als zjj in het boschje
te Assisi had gedaan. Zoo lag ik in hare
strikken, en haatte mij zeiven daarom.
Had ik van haar geweten, hetgeen ik
later heb vernomen, zoo zou zij my niet