HERMINGARDA. No. 1397. Zaterdag 3 Februari 1900. I5e Jaan»-. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li -Vlaanderen F. MELKMAN, AXEL. Bnitenland. PEUL li ETON. ÏLSCHE COURANT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER - UITGEVER Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters wordei naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. De Engelschen zijn dus nog even ver, als een week geleden, schreven we in ons vorig nummer. En op het oogenblik is dat nog zoo. Belangrijke oorlogsfeiten zijn op het oogenblik niet voorgevallen zoodat we niet veel betreffende den strijd kunnen melden We zullen daarom over gaan tot het meedeelen van enkele tele grammen, die uit Zuid-Afrika aangeko men zijn. President Steijn en de heer Fischer kwamen van den Oranje-Vrijstaat 28 Jan. te Pretoria aan. Zij werden door president Kruger en verschillende autori teiten begroet. De bezoekers werden toegejuicht op hun weg naar de woning van den president der Zuid-Afrikaansche Republiek. Bulier seint d.d. 24 Jan. dat in het gevecht bij Spionkop van de vijfde divisie en de bereden brigade 22 officieren wer den gedood, 20 gewond en 6 vermist. Onder de gewonden bevinden zich generaal Woodgate en een kolonel en twee majoors. Thebus, gelegen aan den spoorweg tusschen Steijnsburg en Nauwpoort is bezet door generaal Kelly-Henny. Men hoopt, dat Gutacre en Kelly-Henny spoe dig hunne strijdkrachten zullen kunnen vereenigen. Uit Pretoria wordt gemeld, dat een botsing plaats had tusschen de voorpos ten der Boeren en de Engelschen. die met een geweldige overmacht waren opgekomen. De Boeren werden genood zaakt terug te trekken, maar na zich hersteld te hebben, dreven zij de En gelschen uit de posities; aan de zijde Daar kwam het reeds bij de kapel tot een gevecht, zoodat ik weder omkeerde, om de anderen achter mfj te hulp te komen. De vyanden overtroffen ons wel in ge tal, doch niet in moed, en er viel raeni- gen bloedigen houw. Onder het schermutselen verloor ik onze lieden uit het gezicht, ea sloeg mij te ver geefs door den hoop heen, om de onzen te roepen, want het rumoer, bet stof en de menigte menschen waien zoo groot, dat men elkander niet herkende. Toen velen op mij alleen inr6nden, en ik vree zen moest overmand en van het paard ge rukt te worden, gaf ik mijn paard de spo ren. Drie pauselijke ruiters vervolgden mij, nu keerde ik mijn paard om, hieuw den voorste over het gezicht, waarop de beide anderen de vlucht namen. Intus- schen rende alles van den kruisweg af, recht uit den straatweg op, waar men nog aan het vechten scheen te zijn, zoodat ik besloot, dat de onzen de vlucht hadden genomen. Zij deden hier zeer wel aan, doch ik was leelijk van hen gescheiden. Ik bedacht dus dat het beter was, alleen mtfnen weg te vervolgen, en don Alfonso in Monte Marciano op te zoeken. Zoo der Boeren werd twee man gewond. In Johannesburg heerscht een uitstekende orde. De verlofpassen aan de Engelsche onderdanen te Johannesburg gegeven, zijn nagezien. President Kruger zeide, toen hii zijn beslissing gaf. dat, voor zoover hem bekend was. de Engelsche bewoners te Johannesburg zich gedurende dezen tijd van beproeving op de meest vredelievende wijze hadden gedragen. Zij hadden gedaan als burgers, die eer bied koesteren voor de wet, zich zouden hebben gedragen Hij zag geen reden, waai om hij een hunner zou verbannen uit den Staat. Maar zij moesten ver wachten, dat, indien de Boeren zelf ge noodzaakt werden den hongerdood te sterven, de Engelsche onderdanen in het land hetzelfde lot moesten deelen. Alleen zij, die inbreuk maakten op de krijgswet zouden gedwongen worden het land te verlaten. Bulier las 30 Jan de volgende bood schap van de Koningin aan Warren's leger voorIk moet mijn bewondering uitspreken over de houding der troepen gedurende deze week van beproeving, vooral van die regimenten, die gij afzon derlijk noemt, en over de volvoering van uw moeilijken tocht. Bulier zeide tot zijn soldaten, dat zij niet denken moes ten, dat hun werk voor niets was ge weest, omdat zij teruggetrokken waren uit hun stellingen. Volgens zijn meening zouden zij den weg naar Ladysmith fprceerenwaar hij binnen een week hoopte te zijn De Berlijnsche correspondent der Temps had een interview met dr. Leyds waar in ter sprake kwam de rol die de vieem- keerde ik mijn paard om en reed spoor slags van daar door het boschje weg Toen het avond werd, kwam ik in het stadje Forli aan. Hier kocht ik mij andere klee- uing, opdat ik fatsoenlijk voor den dag zou kunnen komen, en wiesch de zwarte veif uit mijn haar. Om den goeden Thor- haimer had ik veel in stilte gezucht. Ik kon tocli mijne goede Duitsche moedertaal met hem spieken. Ook hebben wij veel over huis gesproken van den ouden heer graaf Sigismund, wien hij vijftien jaar ge trouw gediend had van graaf Ulrich, van wien hij echter nooit zoo veel gehouden heeft ais van mij. Hij heeft mij dikwijls verhaald, hoe Ulrich en ik, als kleine kin deren aan elkander gehecht waren, hoe ik echter van müne jeugd af, altijd een wildzang was geweest, die de hoogste top pen der bergen en der denneboomen be klom en waarop Ulrich mij dan bij zijn vadei aanklaagde ook zeide Thorhaimer mij dikwijls, hoe het kasteel er van be wust was, dat freule van Grota meer van mij hield, dat van Ulrich, en dat ieder ge zegd had, dat het beter ware, als men jonker Sebastiaan, met de freule veree- nigde. Dit alles wist hij mij te zeggen, en ik hoorde den oude gaarne verhalen, want het was altijd hetzelfde, en altijd ïeis van het kasteel. Nu miste ik Thor haimer ik wist ook niet of hij gered, ge vangen of gedood wasHierover maakte ik mij zeer beangst en wie zou, wanneer hij gewond was, hem verplegen de officieren in het Boerenleger spelen. Dr Leyds zeide, dat de Boeren geen duimbreed van hun oude taktiek en stra tegie afwijken. Doch de vreemdelingen leiden de artillerie en administratie de in tendance en den fourage-dienst. Op de vraag of een Europeesche leger, b.v een Fransch of een Duitsch, een even treurig figuur tegen de Boeren zou maken als het Engelsche, antwoordde de gezant ontkennend. De Engelsche officieren kennen slechts de menschenjacht, niet den werkelijken oorlog. Hun front-aanvallen zijn even held haftig als absurd. Dr. Leyds schatte het aantal strijden de Boeien op 50,000. De Kaapsche Boe ren kunnen zich. volgens hem, niet ver zetten tegen de Engelschen, omdat zij geen wapens, geen organisatie en geen chefs hebben. Op 30 Januari is het Engelsche Parle ment geopend met de volgende troonrede van de Koningin Bij het weerstaan van den inval in mijn Zuid Afrikaansche koloniën door de Zuid- Afrikaansche Republiek en den Oranje- Vrijstaat heeft mijn volk met toewijding geantwoord op het beroep, dat ik daarop heb gedaan. De heldenmoed van mijn soldaten, ma trozen en mariniers blijft niet beneden de edelste tradites onzer militaire historie. Ik betreur het ten zeerste, dat zoovele kostbare levens zijn opgeofferd doch heb met trots en het grootste genoegen ge zien de spontane uiting van vaderlands liefde en loyauteit, waarmede mijn onder danen uit alle deelen van het keizerrijk zich aangeboden hebben om deel te ne- Daarom wachtte ik tot middernacht nu haalde ik het flescbje uit mijnen gor del, en het schitterde heerlijk schoon, ge lijk eene kleine zon dit hield ik voor een goed teeken, om Thorhaimer weder te vinden, en ik werd bedaard en sliep vast in. BEDEVAART naak loretto. Toen nu de kleedermaker mij van alles hetgeen ik noodig had, voorzien had, reisde ik naar Anoona, dat aan zee gelegen is. Dit is een vroolijk stadje en ik ben daar de haven dikwerf op en neder gewandeld, om het woelen der zeelieden te aanschou wen, en ver in zee te staren. Nu bekroop mij de lust naar een schip te vragen dat naar Apulie mocht zeilen, doch er was er geen voorhanden. Toen hoorde ik in eene herberg, waar veel 7olk uit allerlei landen bijeen was, dat ik mij nog maar weinige uren van de stad Loretto bevond. Dit bericht ver vulde mijn hart met groote blijdschap, want graaf Sigismund had mij zeer aan bevolen, het heilige huis te bezoeken, en reeds lang had ik daar naar verlangd. Ik besloot dus naar de heilige plaats in bede vaart te gaan, en aflaat voor mijne zon den te nemen. Ik reisde vroeg in den morgen, meteen berouwvol gemoed, ie voet, doch mijn paard bij den toom leidende, van Ancona daar heen. Ieder half uur bad ik met luider stem mijnen rozenkrans. Ik ontmoette veel men aan de gemeenschappelijke verdedi ging hunner keizerlijke belangen. Ik heb het vertrouwen, dat ik niette vergeefs rekenen zal op hen als wjj wor den aangemaand om vol te houden, en hunne inspanning te vernieuwen, totdat zij deze worsteling voor het handhaven van het keizerrijk en de bevestiging zijner oppermacht in Zuid-Afrika tot een zege pralend einde hebben gebracht. Een ontwerp zal worden ingediend om de goedkeuring te hechten aan de fede ratie van vijf kolonies in Australië, het geen niet alleen aan de koloniën maar ook aan het Rijk in 't algemeen zal ten goede komen. De Koningin prijst den schitterenden moed van de in Zuid-Afrika vechtende koloniale troepen. Zij heeft van de hoof den van inboorlingen stammen in Indië verscheidene aanbiedingen ontvangen om hunne troepen en hulpmiddelen ter be schikking van de Keizeren voor den dienst in Zuid-Afrika te stellen. Het zal noodig zijn om de militaire cre- dieten ten gevolge van de operaties in Zuid-Afrika aanmerkelijk te verhoogen. De ondervinding in een grooten oorlog op gedaan moet noodzakelijkerwijze zeer gewichtige lessen opleveren voor de mili taire administratie. De koningin is overtuigd, dat het Lager huis niet zal aarzelen om te woorzien in alle uitgaven die noodig zijn om de maatregelen tot verdediging op een hoogte te brengen welke de verantwoordelijkheid van het bezit van zulk een groot rijk meebrengt. In dezen tijd, dat verscheiden andere natiën ten koste van nieuwe opofferingen, volk, dat vroolijk met aflaten terugkeerde maar nog meer togen daar ter bedevaart heen, zooals ik. En daar sommige hee ren te paard mij acherop kwamen, en za gen hoe ik te voet ging, schaamden zij zich, stegen vlug af en nameG hunne ros sen bij den toom en baden gelijk ik. Zoo kwamen wij nog bij tjjds in de stad, doch er waren zooveel vreemdelingen dat ik met groote mobite onder dak kon komen. Daarop begaf ik mg naar de kerk, waar- n het heilige huis zich bevindthetwelk de heilige engelen uit het land van Galilea hierheen hebben gedragen, om het aan de ongeloovigen te ontrukkep. Toen ik de trap opgeklommen en de kerk binnen getreden was, werd ik met grooten eerbied vervuld want het was als schitterde de opene hemel voor mij, toen ik het heilige huis aanschouwde, waarin de H. maagd gewoond had. Daarom viel ik op de knieën en raakte met mijn voor hoofd den grond aan, tot dat ik drie aves gebeden had. Nu kroop ik op mijne knieën lot aan het heilige huis. Daar kuste ik het zilveren traliehek, en zag met groo ten eerbied het beeld der heilige maagd. Het was in een hemelsblauw, en het kind je op hare armen in een rood gewaad ge kleed. Doch ik kon den glans der zilve- len lampen en der diaminten nauwelijks verdragen, hoe gaarne ik ook het daardoor geheel verlichte gelaat der heilige maagd aanschouwd had. Daarom haalde ik het afbeeldsel mijner

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1900 | | pagina 1