HERMINGARDA.
No. 1390.
Woensdag 10 Januari 1000.
!5e Jaara'.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee u wscli- Vlaanderen
F. DIELEMAIV,
AXEL.
TRANSVAALSCHE BERICHTEN
FEUILLETON.
AXELSCHE
COIIIUNT.
Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B 0 N N E M E N T S PR IJ S
per 3 Maanden
50 centfranco per post 60 cent
voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct.
DRUKKER - UITGEVER
Advertentie n van 1 tot 4 regels 25 cent
voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden
naar nlaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterljjk
tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren.
De «Dordrechtsche Courant* ontleent
aan particuliere brieven het volgende
Pretoria, 25 Nov.
Reeds van de Malöpo bij Mafeking had
ik u willen schrijven, maar daar wij
eenklaps orders kregen, ons naar Kim-
berley te verplaatsen, heb ik het niet
kunnen doen. Zooals u ziet ben ik op
het oogenblik te Pretoria om wat uitte
rusten voor eeD paar daagjes, voor wij
weer vertrekken. U zal wel weten dat
ik by Het Roode Kruis ben en mee in
het veld geweest benwij hebben 6 we
ken in 't veld gelegen bij Mafeking, dat
beviel mij best, wij hadden gelukkig niet
veel te doen bij Mafeking, daar er in 't
geheel maar 23 gewond werden in al dien
tijd en niet 500 zooals de courant ver
meldt- Op 't oogenblik zijn er nog 2
commando's, ieder van 750 man, achter
gebleven en de andere 4000 zijn al naar
Kimberley toe. Die 1500 zijn achterge
bleven om Mafeking te bewaken en om
te zorgen dat het niet versterkt wordt.
In dien tijd dat wy er geweest zijn heb
ben onze menschen acht dynamietmijnen
laten springen, en nog ligt er op ver
scheidene plaatsen dynamiet begraven.
Vanwaar wij met onze tenten stonden,
konden wij Mafeking goed zien liggen,
en al het geschut hooren alsof wij er
bij stondenwij raakten er naderhand
heelemaal aan gewoon en hoorden het
niet eens meer, alleen als zullie antwoord
den, daar zij andere kanonnen hadden
als wij
Overal op het dorp ziet men witte
»Hier hebt gij een teeken 1"' zeidé Pic
colomini «vlucht uit Verona. Gy hebt
vjjanden. Acht- en veertig uren geleden
was u leven in gevaar. Ghisilieri legt u
lagen, omdat zijn gemalin u goedgunstig
is. Doch hy heeft nog iets tegen u onder
nomen. Eergisteren verkeerdet gij in ge
vaar door de Venetiaansche spionnen
maar hy werd door de list en liefde eener
edele vrouw gered. Zij zelfs heeft het mij
toevertrouwd."
Ik geraakte bij deze woorden in groote
ontsteltenis.
«Wat heb ik met de Venetianen te ma
ken riep ik uit.
«Omdat gij onbezonnen over de regee
ring van het land hebt gesproken, en van
uw gevaar in het gebergte van Tirano naar
Brescia.''
Ik herinnerde mij dit. Nu giögPicco
lomini langs de tafel en zag de madonna
van het Sclvani. Hij nam net afbeeld
sel op en wierp het, na het eenigen tijd
beschouwd te hebben, onverschillig ter zijde.
«Geef mij nog een teekeu 1" riep ik en
ging voor hem otaan.
«Het zij zoo
Kunt gij een wezen als dit, op de we
reld tooveren?"
vlaggen staan, en toch geven zij zich
niet over vee hebben ze niet meer, dat
hebben wij al dien tijd buit gemaakt.
Onze generaal zelf ging van morgen
uit rijden met twee anderen tot dicht bij
Mafeking en daar jaagden de menschen
hun koeien buiten om te grazen Toen
klom de generaal af en gaf de teugels
aan een van die mannen en de ander
kreeg order die beesten aan te jagen,
naar onzen kant toe, en onder het barsten
van bommen stak hij doodkalm zijn pijp
op. Daar moet men Boer voor wezen,
vindt u nietDie dagen bracht hij 38
koeien zelf mee, dus dat was mooi.
Pretoria, 19 Nov. '99.
Zij denken in Engeland zeker dat wij
allemaal bavianen zijn, doch dat valt
hun tegen. De militairen die zij uitge
stuurd hebben, hebben allemaal een geel
achtig pak aan, zoodat je enkel aan de
sterretjes op den kraag kan zien, wie
officiei is Dat kan je natuurlijk op 1500
yards niet zien. En omdat vroeger de
officieien altijd eerst werden doodgescho
ten door de Boeren, dachten zij ons op
die manier beet te nemen, doch een Boer
is nog zoo dom niet als zij denken. Im
mers hij weet zeer goed. dat een officier,
al heeft hij een gewoon soldatenpakje
aan, niet midden tusschen de soldaten
zal gaan staan als er gevochten moet
worden, doch wel eenigszins op zij. En
zoo komt het, dat er toch zooveel officie
ren gevangen genomen worden en ook
doodgeschoten. Wij hebben hier nu toch
al 70 hoofdofficieren. Gisteren hebben
zij ook een officier ingebracht met een
man of acht van de Engelsche marine
«Waarom zou ik dit niet? Wie heeft
dit afbeeldsel gemaakt Hoe zijt gij daar
aan gekomen
Ik zeide hem dit. Nu vroeg hij, wie
dit portret voorstelde, én waar de persoon
leefde, op wie het geleek
Een zoolang wezen leefde nooit, dan
alleen in het rijk der hemelsche gelukza
ligheid, of in de verbeelding van den mees
ter kunstenaar."
«Gy zult zoo iemand ontmoeten, doch
ook maar alleen ontmoeten. Zijt gij dan
tevreden met mijne kunst, don Bastiano
«Wanneer zult gij mij een wezen too-
nen, dat aan deze engel gelijk is?"
«Reis morgen naar Peschiera," zeide
Piccolomoni, «daar vindt gy mij. Uw wil
zal vervuld worden. Doch maak dat gij
des middags in Peschiera zyt en verzwijg
voor iedereen, dat gij rnjj ten nwent ge
zien hebt. Goeden nacht 1"
Hij ging heen, en liet mij in onbeschrij
felijke onrust achter.
de standbeelden.
Ik kon niet slapen. De aardbeving, het
bezoek van don Alfonse, het gespi ek ver
volgens de hoop van de bovenaardsche te
aanschouwen, de bezorgdheid voor de Ve-
netianen, dit alles maakte mij bijna ziek.
Hoe zwak en vermoeid ik den volgenden
morgen ook was, reed ik nochtans met
Tboihaimer naar l'eschiera.
De heer van Monte Marciano, stond een
kwartier daarna in de herberg te Peschiera
Die zijn van Durban gekomen en zouden
Ladysmith eens gauw ontzetten, doch
dat viel hun tegen.
Van den gepantserden trein werden
er gevankelijk genomen en naar hier
gezonden.
Voordat de ooriog begon en toen de
berichten kwamen, dat er gepantserde
treinen werden klaar gemaakt te Durban
en Pietermaritzburg, was iedereen bang
voor die dingen Doch nu geven ze er
niets meer om, want de Boeren hadden
in hun domheid toch gauw gezien, dat
bij die knappe Engelschen, de gaten in
den trein niet goed waren. Die gaten
namelijk zijn door de staalplaten allemaal
horizontaal geboord, zoodat je enkel
iemand er door raken kunt op een afstand
tusschen de 1200 tot 2000 yards. Zoo
is nu weder gebleken, dat de Boeren
goed gezien hadden uit te nemen van
den laatsten, die van Pietermaritzburg
afkwam tot ontzet van Ladysmith De
trein werd 's morgens in de vroegte
opgemerkt door een vijftigtal Transvaal-
sche burgers, die er op uit waren om
een station vlak bij Pietermaritsburg te
bezetten Zij wisten dat hij niet ver kon
stoomen in de richting van Ladysmith,
omdat de rails daar waren opgebioken.
Om de rails op te breken voor hem aan
den kant van Pietermaritzburg was geen
tijd meer, doch nu legden zij een groote
klip onder den rail en kleine klippen er
bovenop en toen gingen zij met 25 aan
eiken kant. Zij wisten toch dat Engel
schen hun niet konden schieten, want
over de wagens kijken durven zij niet.
Het was een waagstuk, doch het gelukte.
De locomotief stond in het midden van
voor mij. Ik moest Tborhaimer en mijn
rijtuig achterlaten, en in dat van Piccolo-
lomi klimmen. Voor de poort der stad
bond hij mij eenen doek voor de oogen,
onder voorwendsel, dat hij niet wist of ik
stilzwijgend genoeg was. Hij bracht mij
zeide hij, naar het landgoed van een zijner
vrienden.
De rid duurde lang. Toen wij uit het
rijtuig stegen, was het nacht geworden en
zeer koel. Daar wij voetstappen naar ons
toe hoorden komen, rukte hij mij den band
van voor de oogen af. Ik bevond mij in
een onbekend huis, waarin groote pracht
scheen te heerschen. Het schijnsel dei-
kaarsen verblinde mij. Een rijk gekleede
bediende geleidde ons in eene zaal, waar
twee edelieden, die reeds bejaard schenen
te zijn, bij den haard zaten en vruchten
aten. Toen zij beiden Piccolomini gewaar
werden, ijlden zij hem, met betuigingen
van verbazing en blijdschap te gemoet. Ik
hoorde dit men elkander in geen twee
jaren gezien had. Ook Piccolomini ontveins
de niet, dat deze ontmoeting hem aange
naam was. Hij stelde mij aan hen, als
een vriend voor, die de kunst beminde,
en uit liefde vooi haar, uit Duitschland,
de Italiaansche steden kwam bezoeken.
Vervolgens vroeg hij, of de drie florentijn-
sche standbeelden nog aanwezend waren.
De oudste der edellieden, dien hij don Ac-
dreazzi noemde, zeide van ja. Nu ver
zocht hij, dat men mij die zou laten zien.
De heeren lachten en zeiden«Hoe kunt
den trein, aan den kant van Ladysmith
7 wagens aan den kant van Pieterma
ritzburg 4, doch die waren ledig en lie
pen over de klippen heen die op de rails
lagen en ook de locomotief doch de andere
wagens liepen uit het spoor. Een minuut
of tien probeerden de Engelschen te schie
ten op onze burgers, die zij op een afstand
van 2000 meter zagen, doch toen zij be
grepen, dat zij niet konden raken hielden
zij op. En zij dachten zeker, dat die
Boeren niet nabij durfden komen. (Doch
die Boeren wisten wel, dat dit nietnoo-
dig was). En toen begonnen de Engel
schen uit de wagens te klimmen. Doch
verbeeld je hun verbazing, toen zij van
alle kanten werden doodgeschoten door
de 50 Boeren, die vlak bij hen lagen en
die zij niet hadden gezien.
Witte vlaggen hadden zij niet bij hen,
iets dat buiten hun gewoonte is, en
daarom staken de officieren hun handen
op Hierop hield het schieten op en wer
den zij gevangen genomen. Gisteren zijn
die hier aangekomen en opgeborgen tot
nader order.
Pretoria, 26 Nov. (Zondagmorgen.)
Nabij Belmont is Donderdag verschrik
kelijk gevochten tegen Bulier (De schrij
ver vergist zich hier Het is natuurlijk
de kolonne van lord Methuen). Er waren
ongeveer 1700 burgeis van den Vrijstaat
die stonden tegenover de keurbende van
Bulier 7000 man sterk. Zij zijn een eind
terug moeten trekken voor de overmacht,
doch het verlies is maar tien dooden en
40 gewonden.
Dit is wel veel en een groot verlies
voor ons. omdat het burgers zijn, die voor
gij de schoonheid van een standbeeld bij
het schijnsel der lampen naar waarde be-
oordeelen Heb geduld tot morgen och
tend by het volle licht van den dag. Bij
nacht beziet men geene schilderijen en
standbeelden."
Doch don Alfonse zeide: «Het doet mij
leed, want wij mogen b|j u niet overnach
ten wanneer de paarden hebban uitgerust
zetten wij de reis voort. Doch na vier
weken zien wy elkander voor langeren tijd
weder."
Toen bij zich door niets van zijn voor
nemen liet afbrengen, beval Andreazzi den
bedienden, die ververscningen voor ons
brachten, de tuinzual te verlichten en ook
het avondmaal te bespoedigen. Met groote
beleefdheid hielden onze gedienstige gast-
beeren by mij aan, dat ik Piccolomini al
leen zou laten vertrekken, om hunne
kleine gaanderij van kunststukken op mijn
gemak en bij dag te beschouwen, doch ik
sloeg het onder allerlei voorwendsels af.
Wel zou mij bij mijne groote afmatigheid
de rust welkom geweest zijn, wanneer ik
niet begeerig geweest ware te vernemen,
hoe Piccolomini zijne beloften vervullen
zou. Nadat wij eenige verversching geno
ten hadden, en een paar uren met afwis
selende gesprekken waren voorbij gegaan,
gaf Piccolomini nogmaals zijnen wensch
te kennen wegens de standbeelden, daar
ik, gelijk hij voorwendde, van ongeduld
brandde, om die te zien. Ik wist niet waar
om hy my dezen wensch toeschreef, en