i\o. 1029. Woensdag I 1890. 12' Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwseh-Vlaanderen F. DIELfiMAN, Buitenland. 3i FEUILLETON t» Landbouw. AXELSCHE COURANT. Dit Blad verschiet eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 cent; franco per post 60 cent; voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 oent voor eiken regel meer 5 cent. Gróote letters worden naai plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden Jranco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Bij de algemeene beraadslagingen over de begrooting van financiën in d>m Belgi schen senaat heeft de minister De Smet de Naeyer het een en ander gezegd over de dezer dagen afgekondigde alkoholbelas ting naar aanleiding van critiek in de dagbladen. Zoo was beweerd, zeide de minister, dat de verzwaarde belasting den zuiveren al- kohol duurder zou maken en het gebruik van appelbrandewijn doen toenemen, maar niets was minder juist en ook was het on waar, dat in verband met de nieuwe be lasting gespeculeerd was geworden. Wat de opbrenst betrof, zij zou in de eerste plaats worden aangewend ter ontheffing van de zoogenaamde gezonde dronken. Het bieï was reeds niet meer belast dan 11 10 centime de kan en dit kon zoo blijven maar de koffie zou geheel vrij worden, wat de schatkist op 2 millioen zou komen te staan, en de thee eveneens. De belas ting op deuren en vensters zou vervallen, de werkende stand zooveel doenlijk van de belasting op het personeel worden ont heven. Ook de belasting op de paarden zou worden verminderd eu voorts zeide de minister eene regeling toe van verzekering tegen ziekte. Mooie voorspiegelingen der regeering, vooral als men denkt aan de Kamerver kiezingen op a. s. Zondag. Li Hung Chang, de groote Chineesche staatsman, bezocht ook Bismarck, den grooten Europeeschen staatsman. Naar de Berlijtische correspondent aan de N. R. Crt. seint moet op Friedrichsruh bjj die gelegenheid het volgende gesprek 18e EEUW Mogelijk schijnt het u een weinig hard toe, heigeen ik van u vorder, en zoudt gjj nog niet gaarne eene wereld verlaten, op welke gij zulk eene schitterende rol hebt vervuld maar desniettegenstaande, hoe kan dezelve nog iets aantrekkelijks voor u hebben, daar zij u telkens in gevaar zal brengen, om op nieuw te struikelen Daarbij moet gij bedenken, dat gij voor uwe z'-are zonden wel eenige opofferingen verschuldigd zjjt, en een geheel leven van boetedoeningen nog niet kan opwegen, tegen zoo vele jaren van genoegzaam aan- een geschakelde misdaden. Welaan, mijn zoonik heb u thans den rechten weg aangewezen die u weder op het pad des geluks kan brengen. God, hoop ik, zal u op hetzelve geleiden en sterken, opdat gij u met vasten tred op den aangewezen weg moogt begeven. Thans laat ik u aan u zeiven over bepeins alles ter Jege onder zoek uw hart, en dan hoop ik morgen een gunstig antwoord van u te huoren. De hebben plaats had »Het doel van mijn bezoek'' zeide Li, »is Uw Doorluchtigheid om raad tb vragen, hoe wij het moeten aanleggen om China te hervormen". Bismarck antwoordde dat hij van hier uit niet beoordeelen kon, waarop Li verder vroeg »Hoe kan ik met goed gevolg tegen het Hof te Peking optreden Bismarck antwoordde Tegen het Hof ingaan kan men niet. De hoofdzaak is dat er in de opperste leiding pit, energie zitdan gelukt veel. Als dat er niet is, dan gaat niets. Tegen den wil van den heerscher kan geen minister zich verzetten hij hreft slechts uit te voeren of raad te geven." >Maar hoe zal men het aanleggen om den wil des heerschers uit te voeren vroeg de onderkoning weer. »Enkel steunende op een leger" ver klaarde Bismarck. >Het kan klein, heel klein zijn, misschien maar 50.000 man be dragen maar het moet goed zijn." »De menschen hebben wij er wel voor,'' bracht Li Hung Chang in het midden maar de ontwikkeling ontbreekt. Sinds den Taipingopstand, die de tegenwoordige dynastie weder bevestigd heeft, d. i. sinds 30 jaar, is vooi de ontwikkeling niets meer gedaan. Ik heb tegen den stilstand ge streden maar te vergeefs. Thans heb ik het voortreffelijkste legei der wereld ge zien, het Duitsche. Moge ik ook zelf in de toekomst niet meer mijn eigen middelen kunnen aanwenden, welke te mijner be schikkig als onderkoning stonden, toch wil ik het daarheen pogen te leiden, dat wat Uw Doorluchtigheid mij aanraadt, gebeuren zal. Wij moeteu reorganiseeren en wel Heilige Maagd zij met u En hier mede verliet tnjj de vrome man. Ik was thans in eene bjizondere stem ming, en niet lang nadat de priester rnjj had verlaten, viel ik op mijne knieën, hief mijne handen ten hemel, en zond een gebed op tot den Eeuwigen, zoo vurig, zoo wel gemoed, als ik nog immer had. gedaan; met heete tranen beleed ik mjjne zonden, en smeekte om genade. Weldra ondervond ik de heilzame uitwerkselen van dit gebed. God had mij verhoord. Eene kalme ge rustheid ontstond in mijn binnenste het was tnjj, alsof al mijne zonden mij waren vergeven, en ik een geheel ander mensch ware geworden. Voor het overige, dacht ik met ernst over hetgeen de priester van mg vorderde, en zijne begeerte kwam met myne wenschen zeer wel overeen. Zelfs verlangde ik, het gewoel der wereld te ontvlieden; zij had al hare aantrekkelijk heid voor mij verloren ik had hare gaven te zeer misbruikt, om niet van dezelve te walgen en ik zoude wel gaarne altijd bij den priester hebben willen blijven, terwijl ik mij voornam, mij in al het overige naar zijne voorschriften te gedragen. Den volgenden morgen kwam de priester mij we Ier bezoeken, en ik deelde hem alles mede. Met eene hartelijke vreugde hoorde hg het aan, hoe zeer zijn bekeeringswerk bij mij reeds aanvankelijk goede vruchten had gewrocht, en hij omhelsde mij zege nend. Dan, daar ik hem van ter zijde met Pruisische officieren en naar Pruisisch model." Niet daarop komt het op aan", gaf Bismarck vervolgens nog te kennen, »dat legerkorpsen in alle deelen van het land geplaatst zijn. Het is slechts noodig dat men het leger ieder oogenblik bij de hand heeft en dat er middelen van verkeer be staan, opdat men het leger snel en ge makkelijk van het eerie punt naar het andere kan inrichten." Daarop nam het tafelgesprek een an dere wending. Het Fransche ministerie Méline is iets raars overkomen. Getrouw aan de traditie van Fransche ministeries had ook dit bij zijn optreden een „zuivering" onder de ambtenareu gehouden en o. a. een nieu wen prefect gezonden naar het dep. Monden der Rhone. Nu wil het ongeluk dat de stad Marseille een socialistischen maire en een dito ge meenteraad bezit. Bij de begroeting van den nieuwen prefect veroorloofde de maire zich eenige heftige uitvallen tegen het ministerie Méline. dat zich juist tegen het socialisme had verklaard. En tegen den premier zelf had de maire nog een extra pijl gericht. Hij hoopte van den prefect dat deze der regeering duidelijk zou maken, hoe verderfelijk het protectionistische stelsel van den heer Méline voor Marseille werkte en dat »al wilde de regeering met de socialisten niets te maken hebben, geen enkele inwoner van Marseille, op een of twee afgevaardigden der stad na, met den heer Méline, die de oorzaak is van ons ongeluk tevreden is." Op deze zonderlinge toespraak wist de prefect Cleiftie niet anders te antwoorden dan met een paar banale frazen van had te kennen gegeven, dat ik gaarne bij hem zoude blijven, antwoordde hij mij, dat dit niet kon maar dat bij mij naar eeneu vriend zijner jeugd zoude geleiden, welke in Calabrië woonde, die mij gaarne tot zich zoude nemen, en waar ik voor mij zeiven veel beter zoude zijn dan in de nabijheid van het woelige Napels. Vast besloten, mij geheel aan de leiding van den geestelijke over te geveD, stemde ik hier aldra in toe. Intusschen was ik thans in zoo ver her steld, dat ik dagelijks een paar uren konde wandelen, en ik begon er met ernst aan te denken, om de noodige schikkingen te maken, welke er vereischt werden, Jaar ik alvorens orde op mijne zaken moest stellen. Mijnen getrouwen kamerdienaar, die mij tot hiertoe had opgepast, en alleen, van tijd tot tijd, naar mgne overige bedienden was gezonden, om deze gerust te stellen, gaf ik thans bevel, de^e allen lot mjj te doen komen waarop ik hun mijn besluit mededeelde, alleen verder te willen reizen waarom ik hen allen uit mijne dienst ont sloeg, terwijl ik hen ïijkelijk begiftigde. Ongaarne scheidden zij van mij maar het geschonken goud matigde hunne droefheid Vervolgens begaf ik mij met mijnen kamer dienaar alleen Hij was steeds mijn ver bouwde, en met het meerendeel mijner handelingen bekend. Hoewel zelf niet slecht, had hij mgne bevelen alleen uit. slaafsche gehoorzaamheid volbracht, en nimmer iets tegen derzelver onredelykheid dank voor de >heusche woorden van den maire. Op deze eene onhandigheid stapelde de ambtenaar nog een tweede bij de ontvangst van de heeren van het onderwijs. Hg heeft hen gefeliciteerd met hun pogingen, om de hoogeronderwijs inrichting uit Aixnaar Marseille te brengen, hetgeen hij bijzonder toejuichte. De prefect wist blijkbaar niet, dat ook Aix tot zijn departement behoort en dat men daar dus woedend is op zulk een partijdigen prefect. Te vergeefs heeft hij later getracht de bladen te Marseille te bewegen om zijn toespraak te verzwijgen zij hebben dit geweigerd. Het ministerie heeft den armen prefect daarop ontslagen, zoodat èn de regeering èn de heer Cleiftie korten tijd genot hebben gesmaakt van deze zuivering" Turkije doorleeft een slechten tijd. Aan alle hoeken van het rijk gis het. De opstand der Drussen schijnt zich te zullen uitbreiden tot de Maronieten van den Libanon, die ongeveer dezelfde her vormingen eischen als d Macedoniers en Kretensers. Du onderdrukking van den op stand zal de Porte, meent de Standard. uiterst moeilyk vallen., daar zij de garni zoenen van Armenië niet kan verzwakken. Uit Konstantinopel wordt gemeld worden troepen gezonden om den opstand te dempen Woensdag hield de afdeeling Oost burg van de Zeeuwsche Maatschappij tot bevordering van landbouw en veetoelt eene algemeene vergadering ter behande ling van het volgendB ptifit: Hethoold- bestuur der maatschappij, daartoe aange zocht door HH. Gedeputeerde Staten, aangemerkt, doordien het hem dacht, dat het eenen dienaar niet voegde, over de daden van zijnen heer te oordeelen en elk weten moest, wat hem te doen stond. Ik deelde hem mgr. plan mede om de wereld te verlaten, en beloofde hem een jaargeld waarvan hg, naar zijnen staat, onbekrom pen konde leven maar voegde hierbij tevens eenige vooi waarden. Ik vorderde van hem dat hij, zoo te Venetie, Padua, Genua als elders, het stiptste onderzoek moest doen, of er zich ook hier of daar ongelukkigeu bevonden, die, als de slachtoffers mijner di itten, in treurige omstandigheden ver keerden dezen moest hg van mjjn geld onderstand verschaffen, waartoe ik hem de noodige fondsen aanwees. Tot zekerheid, dat hij aan deze mijne laatste bevelen zoude voldoen, liet ik hem zulks op zijne zalig heid bezweren, waaraan hij gewillig vol deed. Mijne vaste goederen en al mijne titels en waardigheden, droeg ik aan mijne zuster en haren gemaal overterwijl ik aan verschillende gestichten en kerken aan zienlijke geldsommen schonk, zoodat ik ten slotte slechts zoo veel overhield, dat ik even konde leven. Mijnen kamerdienaar aldus de noodige bevelen medegedeeld hebbende, liet ik hem vertrekken, met bevel, mij den volgenden morgen nog eens te komen zien in welken tusschenlijd ik eenen brief aan mijne zuster schieet, waarin ik haar mijn besluit mededeelde, en onder anderen het navolgende ter neder- schreel

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1