No. 1026. Zaterdag 20 Juni 1896. I2e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaan deren F DIELEMAfV, Bnitenland. FEUILLETON Binuenlaiid. 54 51 05 12 22 43 00 17 i 14 !8 >7 !5 I 49 .0 .8 17 15 45 >5 J3 75 71 it 0 II 10 '7 j 0 10 II I 16 .0 a j 4 - 5 8 5 0 0 3 j 6 I I - AXELSCHE C01IRAIXIT. Dit Blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: per 3 Maanden 50 centfranco per post 60 cent voor België 80 cent. Afzonderl. numm. 5 ct. DRUKKER UITGEVER AXEL. Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent; voor eiken regel meer 5 cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Plaatsing 3/2 maal. Advertentiën worden Jranco ingewacht, uiterlyk tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag TWEE uren. Op verscheidene plaatsen in Frankrijk, te Poitiers. Carsassone, Tourcoing, Rijssel, vielen Zondag ter gelegenheid vau de kerkelijke processies op H. Sacramentsdag ongeregeldheden voor of werden betoogingen gehouden van katholieken en anti-katho lieken. Ondanks het verbod van deu maire trok te Tourcoing de processie door de stad. 's Namiddags werden toen alle kerken door dragonders en gendarmen bewaakt. Te Montpellier ging de processie niet uit, doch er hadden buiten de hoofdkerk luidruchtige betoogingen plaats. Te Brest hadden in al de kerken be toogingen plaats, om te protesteeren tegen het bevel van den maire, het uittrekken der processies verbiedend. In de St Louis- kerk ontwaarde men aan 't hoofd der ge- loovigen den zeeprefect, admiraal Barrera, en een groot aantal hoofdofficieren van leger en marine. In al de kerken waren de altaren met Fransche vlaggen versierd en bij den uit gang der kerk riepen de katholieken Leve de republiek Leve de vryheid Te lie Saint Denis had de pastoor eene groote boot afgehuurd en met de geloovigen eene processie op het water gehouden, ten einde buiten het besluit van den maire te vallen, welke de processie in de stralen verbood. Niettemin werd er door den veld wachter proces-verbaal opgemaakt. Na deze voorvallen is door de regeering het volgende communiqué aan de pers medegedeeld »De regeering heeft besloten een onder zoek in te stellen naar deze betoogingen en haar beteekenis. Zy behoudt zich voor 31 18e EEUW Dan, ook in mijn vaderland kon ik niet lang blijven. Ik had aldaar geene rust Nauwelijks vernamen mijne talrijke vrién den, dat ik te Venetië was teruggekomen, of ik ontving eene menigte bezoeken en daar men de verandering, welke er met my was voorgevallen, gemakkelijk opmerkte zoo bestormde men my hieromtrent met vele vragen maar men ontving natuurlyk van my geene inlichting. Ik was veelal •til en afgetrokken, en beantwoordde hunne vragen meestal kort. Nergens waar zich de adel verzamelde, zag men my voortaan Ik ging zelden uit, dan wanneer de be trekkingen, waarin ik geplaatst was, zulks vorderde, en aldra was ik het voorwerp van de gesprekken en de nieuwsgierigheid der gansche stad. Elk zag my beduidend aan, wanneer ik my ergens vertoonde, daar myn verbleekt gelaat en mijne droefgeestige en peinzende houding, de aandacht van allen opwekten, die my kenden, en hen van verlangen deden branden, de reden de maatregelen te nemen, welke haar nood zakelijk zullen voorkomen om den eerbied voor de wet er. de handhaving der orde op den openbaren weg aan allen op te leggen.'' Men ziet niet uit deze nota, of bet ministerie nu plan heeft de processies te verbieden of te veroorloven. Omtrent dit punt zal men echter spoedig beter worden ingelicht, wijl de radicale afgevaardigde Baziln de regeering over het voorgevallene zal interpelleeren. Twee Fransche officieren bembrkten in de buurt van het fort van Vintimiglia een tourist, die naar hun meening wat al te nauwkeurig het fort en het omliggend terrein opnam. Zy lieten hen arresteeren en nu bleek het te zijn een Italiaansch officier, kapitein by den staf van het Ita liaansche leger en verbonden aan hetkabinet van den minister van oorlog. Zijn naam is Agostino Ravelli. In zijn valies is niets van beteekenis gevonden. Te Londen is bericht ontvangen uit Kanea, dat de gouverneur generaal een telegram ontving van den groot vizier, waarbij de Porte zich bereid verklaart de oplossing der financieele kwestiën voor Kreta te vergemakkelijken, mits de op standelingen de wapenen neerleggen en de orde wordt hersteld. Volgens een telegram uit Athene heeft de sultan van Turkije een irade uitge vaardigd, waarin hij de afgevaardigden van Kreta uitnoodigt, te Kanea bijeen te komen. De sultan zal alle wettige eischen iu overweging nemen, welke de meerder heid van de Kretenzische vertegenwoor diging zal formuleeren, en welke niet in strijd zijn met de suzereiniteitsrechten van de Porte. De sultan vraagt verder den hiervan te weten. Dit onophoudelijk vragen, en de belangstelling, welke men my betoonde, maar welke ik wist, dat meest uit nieuwsgierigheid voortvloeide, werd ray ondragelijk, en ik besloot eene stad te verlaten, waar ik daarenboven bij eiken tred, als ware hel, aan mijne vorige buitensporigheden werd herinnerd. Deze kwellingen wilde ik ontvluchten, door my te verwijderen uit de stad, waar ik voor een gedeelte was opgevoed, en zoo vele jaren had doorgebracht. Na veel moeit verzocht en verkreeg ik eindelyk mijn ontslag uit te posten, welke ik bij de Republiek bekleedde, en vau dat oogen- blik af aan, was ik er op bedacht, alles tot mijn vertrek in gereedheid te brengen Er werden eenige schikkingen door mij gemaakt, ten opzichte mijner uitgebreide goederen, opdat deze ook bij miju afwezen konden bestuurd worden, en na nog eenige dagen bij mijne zuster op het land te hebben doorgebracht, verliet ik myn vader land, slechts vergezeld van eenige mijne getrouwste bedienden. Gaarne zoude ik nog eenigen tijd by mijne zuster op de Villa hebben doorge bracht, daar ik nu afscheid moest nemen van eene zuster, welke, daar zij mij slechts van mijne goede zijde kende, my hartelijk lief had, en die het eenigste wezen was, op hetwelk ik hier op aarde nog eenige betrekking gevoelde, en waaraan ik doo de banden des bloeds zoo nauw verbonden was terwijl mijn brave oom reeds sedert ipstandelingen, de wapens neder te leggen, en belooft een wapenstilstand. De Turksche gezant te Parijs geeft openbaarheid aan een dépêche, waarin wordt gemeld dat de opstandelingen op Kreta de huizen en olijfboom en van de Muzelmannen te Danphi en Ania hebben vernield. Ook hebben zy een moskee ver woest door middel van dynamiet. De nieuwe Sjah van Perzië heeft den troon beklommen en zijn oudste zoon is tot troonopvolger geproclameerd. Na een kort bestuur van den grootvizier Mirza Ali Asgar Kan, die onmiddellijk na den dood van den Sjah Nasr eddin als regent werd aangesteld, is nu weer de gewone staar, van zaken ingetreden. Rustig is 't in het land gebleven. De oudste zoon van den vorigen Sjah, Massoed Mirza, die den troon niet beklimmen kon omdat hij niet voldeed aan den eisch der Kajarwet, dat de regeerende vorst van vorstelijken bloede moet zijn zoowei van moeder's als van vader's zijde, en die dus wijken moest voor zijn drie jaar jongeren broeder Moezaffer eddin. heeft de vrees beschaamd, dat hij zich bij de troonwisseling zou doen gelden. Hij blijft gouverneur -generaal der provincie Ispahan, en 'is de eerste geweest om zijn broeder te erkennen als den nieuwen Sjah, wien hij onderworpenheid verschuldigd is evenzoo deden de andere broeders, zij 't ook Kamran Mirza, de derde zo ra van den vermoorden Sjah, sedert twaalf of dertien jaar minister van loorlog en gouverneur van Teheran, met eenigen tegenzin, nadat hem door den grootvizier een zeer duidelijk blijk van wantrouwen was gegeven. De nieuwe Sjah heeft verklaard de voet stappen van zyn vader te zullen volgen bij zyn bestuur. Van Moezaffer eddin, die nu 43 jaar oud is, geeft de correspondent der Daily News te Teheran een schets. Hij is een goed rijder en een uitnemend schutter, bijna even uitnemend als wijlen zyn vader. Hij verstaat wat Franscb en kan in die taal een weinig conservecren. In den regel is hy opgewekt, vroolyk, vriendelijk, gemakkelijk vergevend en ver getend. Hij gaat met het volk op zachte wijze om en het strenge straffen van mis dadigers kost hem een overwinning op zich zeiven. Hy is een vroom Mohammedaan maar koestert geen afkeer van niet- Mohammedanen en behandelt hen niet anders dan zyn geloofsgenooten. In ge zelschap van vreemdelingen heeft hij iets terughoudends, doch onder vrienden laat hij zich vrij gaan. Zóó althans was Moezaffer eddin als kroonprins, of zyn nieuwe waardigheid em anders zal maken, moet de tijd leeren. een geruimen tijd was overleden. Maar diezelfde zuster, zoowel als mijn brave zwager, waren, met al hunne liefde voor mij, oorzaak, dat ik de Villa moest ver laten. Het was mij een pijnigend gevoel deze twee edele menschen zoo gelukkig te zien, terwijl ik thans maar al te wel ge voelde hoe rampzalig ik was, en dat door eigene schuld. Dit noodzaakte, my, hen te ontvluchten terwijl de teedere bezorgd heid mijner zuster over mijnen toestand en myne diepe zwaarmoedigheid, haar on ophoudelijk vragen deden doen, welke my zeer in bet nauw brachten. Achhoe gaarne had ik raijo diep gewond hart aan haren boezem willen uitstorten hoe gaarne troost en opbeuring bij haar willen zoe- keu 1 Meer dan eens -ik op het pnnt haar alles te bekennenmaar steeds werd ik hiervan teruggehouden. Ik durfde baar de menigte mijner zonden niet openleggen Ik durfde het haai niet openbaren, dat ik de moordenaar vvas van rajjnen vriend Carlodat de edele Dianora door my had moeten sneven, en ik haastte mij dit oord te verlatenterwyl het mij veel moeite kostte, eene plaats vaarwel te zeggen, waar ik het eerste levenslicht had aan schouwd, en myne kindsehe jaren en myne jeugd in onschuld varen vervlogen. Na het bezoeken van verschillende steden, begaf ik mij naar Genua, met het oogmerk, aldaar eemgeu tijd te ver tooven. Ik geraakte hier iu vele betrek kingeu, welke my het verblijf aldaar niet Men schrijft aan de M. Ct. Opnieuw is zooals in 't kort in dit blad werd gotneld uit Philippine een adres aan de regeering verzonden, waarin nogmaals aangedrongen wordt op eene verbinding van d| haven aldaar met de Wester-Schelde. Zal ook dit adres, evenals al de vorige, eenvoudig doodgezwegen worden i De houding, vooral door deze regeering tegen over Philippine aangenomen, is, om het zachtste woord te gebruiken, tergend. Adres op adres is verzonden, en wat zijn de resultaten Niemendal. Niet eens heeft men zicli de moeite getroost of de beleetdheid gehad te ant woorden. onaangenaam maakten. Myne zwaar moedigheid en myne onrust begonnen door den tijd langzamerhand te verminderen, en ik nam allengs weder deel aan de vermaken des levens. Hoeveel ik over het geheel veel ingetogener leefde, dan voorheen, en my niet meer aan giove bui ensporigheden schuldig maaktezoo was ik toch aan eene losse manier van leven te zeer gewoon, dan dat ik mij hiervan op den duur geheel konde onthouden. Meer dan eens woonde ik gezelschappen by, waar de vrolijkheid soms buiten de palen der welvoegelijkheid ging, en ik struikelde nog dikwijls, niettegenstaande mijne vorige lotgevallen mij hieivan hadden moeten terughouden, en my betere gevoelens inboezemen. Daar ik nu te Genua allengs mijne vorige gemoedsstem ming terugkreeg, en het mij ic die stad bijzonder beviel, zoo begon ik repds het plan te vormen, mij aldaar voor goed te vestigen, en ik zocht naar eene gelegenheid om eene, voor mjjne betrekkingen en mynen stand geschikte woning te vinden maar toen ik op het punt was hierin te slagen, gebeurde er iets, hetwelk my deed zien, dat er voor mij geene duurzame rust meer scheen te bestaan. Den Raad van Venetie, welke natuurlyk de reden der verandering, welke er met mij was voorgevallen, niet konde bevroeden, bevreemde het zeer, dat ik al myne posten en waardigheden zoo eensklaps nederge legd eu het land verlaten had. 'Je steeds

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1896 | | pagina 1