[Zeelantsche en Haechsche Post-
Tijdinghe
Vlissingen den 23 dito
Onse Vloot sal over drie a
4 dagen weder Zee kiesen.
Indien de Engelsche noch eeni-
ge dagen op de Hollandche kust
blyven, mochten wel haest van
een grooten slagh hooren. God
geve ons Victorie, op dat wy
haest een goede Vreede mogen
hebben. Schipper Ian Markusz.
van Vrlissingen, die den 21 Maert
is uyt Vranckrijck 't zeyl gegaen
na Sin te Christoffel, is op de
Rivier van Hamburgh aengeko-
men, geladen met Suicker, Ka
toen en Tobak, Hy is is niet vol
geladen, omdat de Fransen die
Sinte Christoffel nu heel in had
den, hem hebben gedwongen
70 Engelse van daer na de He-
romudes te voeren, dat moeye-
lijck is. Dito Ian Markusz. Zal
tot Hamborgh lossen.
's Graven-Hage den 26 dito
Desen morgen vroegh is van hier
wederom na 's Landts V'loot ver-
trocken den heere raadtpensiona-
ris de Witt/neffens andere Gedepu
teerden. Men seydt van de selve
Vloot weder op het alderspoedig-
ste in Zee te pressen. Den gevan
gen Ritmeester Buat wagt noch seer
naauw op de voorpoort alhier be-
waert hebbende altoos twee Solda
ten inde kamer daer op logeere/
en noch ses die voor de kamer sitten/
om te beletthen dat niemand by hem
magh komen/ noch hem spreecken
Men segt dat hy alreeds heeft bekent
een man des doots te sijn/ en dat hy
met den coningh van Engelandt
heeft correspondentie gehouden/ veel
Brieven ontfangen en weder andere
na Engelant gesonden hetwelke een
groot Crimen is en wel de dood na
mocht volgen. Den heer Lieute
nant Admirael Tromp is/na dat hy
's Landts Vloot ontboden was/eer
gisteren hier gekomen. En gisteren
op de heeren Staten Generael ter
audiëntie geweest die hem belast heb
ben zijn commiscie als Lieutenandt-
Admiraal over te geven en vooreerst
niet uyt den Hage te vertrecken het-
welcke veile seer vreemt dunckt en
is oock/ by provisiein zijn plaats
door gemelte heeren Staten Gene
rael over het Esquadre van Amster
dam/tot Lieutenant Admiraal ge
steld den Edelen heere heer Willem
Joseph van Gent Colonel over het
Regiment de Marine/welke hem in
de laetste Zeeslagh zeer manhaftigh
heeft gedragen.
Kort berecht van 't Vlie,
Den 19 ontrent 8 uren setten d'
Engelsche Schepen/ op een grooten
quantiteyt koopvaerdy-schepen in/
op den Middagh sagh men grooten
roock en Brant/ allesints door de
scheepen/ yder vluchte in Booten/
en sloepen. Snachts branden 't
seer ysselyck. De meeste schade zijn
de Moscovis vaerders daer veel geld
in was. Daer was oock een West-
Indies-vaerder/ en andere verschey
de gewesten gedistineert Oock veel
met ballast, 'd Oost-Indische
Scheepen/parerende de waerschou-
winge/waren afgekeert/ als mede de
Scheepen met het canon uyt Swe
den sommige begroten de verbran
de Scheepen op 114/andere meer/
Andere verscheyde syn noch gevlucht.
De schade was be....men indien
men de waerschouwinge vant Lant
had gevolcht.
's Graven-Hage den 25 dito.
Den heer Buat naer examina-
tie inde Castellenye/ is op de gevan
gen poort gerecommandeert/ en naer
noch eene examinatie aldaer/ 't hof
van Justitie overgelevert/geeft som-