LENTEKIND. Ik vind, dat je erg mooi schrijft, als je pas zeven bent. je hebt ge lijk, dat je niet iedere week schrijft. Dat is misschien nog wel een beetje veel voor je en dan heb je om de veertien

LENTEKIND. Die bazar heeft heel at cadeautjes bij mijn nichtjes en neefjes ?bracht. Die moeder van jou kan goed rabbelen, hoor. Vertel me eens precies at het Hoogland is. Ik kan 't me op het genblik

LENTEKIND. Nu ja, je briefje is lang genoeg, ik begrijp best dat als je verkouden bent en nog niet zo groot bent, het niet zo gemakkelijk is, om lange brieven te schrij ven. Wat gek, ik heb me

LENTEKIND. Ja, nu jij mij schrijft is het erg mooi weer, en terwijl ik jou schrijf regent het dat het giet Maart roert zijn staart. Wat zijn dat voor platen, waarover je schreef. Jammer dat jeer nog

LENTEKIND. Het briefje was wel niet vol, maar ik weet tenminste, dat je goed je best doet op de Zondagsschool Ik hoor wel van je wanneer je aan je boekje toe bent.

zijn bezweken voor minder gloed dan uit de mooie kijkers van dit bloeiende lentekind staart en toch moet elke schoonmama tiotsch zijn op haar aanwinst voor 't gezin," voegde de oude dame er half vragend