, dat
ik uitgehongerd zó zou aanvallen. Maar
mijn maag kende alleen nog pulpkoekjes
en bruine bonenbrood, al maanden geen
vet. En walmend kwamen de geuren op
mij af van rode kool, een berg aardap
pels ... , suikerbieten-
pulp en tulpenbollen, één ingeklonken
snee bonenbrood per dag, geen enkele
vorm van vet. Nooit een ei -jaren niet -
geen melk. Dan krimpt je maag tot een
klein peertje. Ik wéét het: van mijn eerste
voor de cen
trale keuken. Va 1. bietenpulp per persoon
met zoute bonen of kroten erdoor. Eerst
nog één bruine bonenbrood per persoon
per week, later een half. Eén sneetje in-
geklonken brood per dag. We
delen
gerst en een deel haver, of met
bonenbrood of met koeken van
raapzaad. Toen twee eeuwen
later de aardappel zijn verove
ringstocht door Europa begon,
bevrijdde hij duizenden armen
van de steeds
teloor gegane tradi
ties weer ingang te doen vin
den, zoals de Driekoningen
avondviering met het eten van
het bonenbrood.
Walioorden P. S. van Jole te Hontenisse;
tot djjkgraaf van den ridriaon-poldor C. Mar-
kusse to K o r t g e n otot dgkgraai van don
Bonenbrood-polder C. von Sohelven te Brou
wershaven.
grover, doch
niet minder voedzaam brood als gersts
haver- en bonenbrood. Dan waren er
nog de grove en fijne bollen, de eier- en
bodenbroden en de eveneens uit tarwe
en rogge bereide mik- en
masteiijnbroden
Toen de morgen daagde, werden ze
wakker geroepen. Zij aten een stuk
bonenbrood, dronken een kom gei
tenmelk, reinigden zich bij de water
put en begaven zich weder op weg
in de richting van