»Wel zeker, auteur-koppelaar* (ja, dat zijn wij auteurs nog al eens meer), »je waart toch aau den gang, maak van Karei met burgemeesters dochter ook een paartje.*

De commissaris van politie van de wijk Folie-Mericourt te Parijs heeft iu deruedeVau- cuulenrs een koppelaar gevaugen genomfn met zijn medeplichtige, een meisje van Belgische af- lomst, Colette

koppelaar schijnt hij evenwel niet geschapen te zijn. Vergun mij dus kort te zijn, juffrouw Martha." Hier hield hij eene poos op en vervolgde toen „Mijnheer Felix Peld verzoekt door my om uwe hand. Hij staat

Een afgrpsdlpke zaak houdt Beri p asche j usti tie bez :g. Een koppelaar-! heeft nl. een nog geen 13-jang m,j? op straat, onder voorgeven, datzytegi1 belooniog een pakje voor haar <jraZ zou

koppelaar ook, want zijn altaar staat om dezen tijd niet in het vertrek van den celibatair, maar in de huiskamer, waar de kinderen joelen.

De commissaris van politie van de wök Folie-Méricourt te Parös heeft in de rus de Vascouleurs een koppelaar gevan gen genomen met zön medeplichtige, een meisje van Belgischs afkomst, Colette Lercin

is aan J. J. A. Koppelaar, agent van politie le kl. en onbezoldigd rijksveldwachter te Rot terdam, de eere-medaille der orde van Oranje- Nassau, in zilver toegekend.