Al de genen welke iets te vorderen hebben vanver
schuldigd zijn aan of eenige Goederen onder zich hebben
behoorende tot de Nalatenschap van wijlenden Heer GODE-
FRIDUS JOHANNES KOPPELAAR in leven ... C. M. CRAMER
Wed. G. J. Koppelaar.
1 de genen welke iets te vorderen hebben vanver
schuldigd zijn aan of eenige Goederen ouder zich hebben
behoorende tot de Nalatenschap van wijlen den Heer GODE-
FRIDUS JOI1ANNES KOPPELAAR in leven ... C. M. CRAMER,
Wed. G. J. Koppelaar.
Trek erbarmelijke koppelaar houdt gij mij vooreen
jongen die zie!» door zulke praatjes om den tuin laat
leiden Trek of ik zal mij genoodzaakt zien u het plat
van mijne kling te laten gevoelen."
geen spoor
meer van te doen oveihlijven. D'ze man heclte-'i rirolt
liij was achtereenvolgens smokkelaar soldaat, ook een tijd
lang roover kroeghouder, doodaraver paardenkooper en
koppelaar geweest eu
den, door ziekte buiten dienst ge
raakt en zonder bestaanzonder
geld worden door lage koppelaar
sters in ontuchtige huizen verkocht,
ja men drijft publieken handel met
deze ongelukkigen'j en vervoert
Hoe bemin ik u, o nacht 1 gij voert stilzwijgende, mijne
muze mij toe Gij zïjt onze koppelaar ons trouwallnar en
onze priesteres tevens! Tweesterren zwieren als bruilofts
gasten om ons rond en het
Hoe bemin ik u, o nacht, gij voert stilzwij
gende mijne muze mij toe. Gij zijt onzo
koppelaar ons trouwaltaar en onze priesteres
tevens. Twee sterren zwieren als bruilofts
gasten om ons ronden het
Hoe bemin ik u, o nacht, gij voert stilzwij
gendemijne muze mij toe. Gij zijt onzo
koppelaar ons trouwaltaar en onze priesteres
tevens. Twee sterren zwieren als bruilofts
gasten om ons rond, en het
De Commissie voornoemd
J. DAMEN.
Ter ordonnantie van dezelve,
De Secretaris
J. KOPPELAAR.