eerzien Annekes poppenbedje 5 In de categorie 'zinloze spelle tjes' kende Vlissingen in de jaren zestig van de vorige eeuw een bijzondere traditie. Het stempelen van 'blikken'. Blik was de bijnaam voor zeevaartscholieren, die in Vlissingen de Hogere Zee vaartschool volgden. Waar de naam vanaf stamt is niet voor honderd procent zeker. door: Peter de Jonge Vivian Fonteyne noemt een ontgroeningsri tueel als oorsprong. Nieuwe studenten moesten met een sliert aan elkaar gebonden blikken rond hun enkels door de stad lopen. Maar de meeste bronnen zeggen dat het te maken heeft met het embleem op de pet dat gemaakt leek te zijn van blik. In de winter waren de petten zwart, maar van Koninginnedag (30 april) tot 1 september droegen de blikken een witte petovertrek. Dat was ongeveer het moment dat het Vlissing- se spel begon, want kennelijk kon het alleen als de petten wit waren. Er was geen officieel startsein, vergelijkbaar met de knikkertijd waarvan ook geen mens kon vertellen wanneer die begon en eindigde, tot je ineens overal in de wijk kinderen op hun knieën glazen knikkers en bolleketten in de richting van een putje in de grond zag mikken. Voor het stempelen van blikken had je geen attributen nodig. Het spel bestond er uit dat kinderen bij het passeren van een zeevaartscholier met witte pet hun rechter duim met hun tong bevochtigden, die daarna krachtig in de palm van de lin kerhand drukten om er tot slot met de gebalde vuist een klap op te geven. Stempelen dus. Je hield bij hoeveel je er op een dag verzamelde. Sommigen telden ook de petten van loodsen en marinemannen, omdat je op afstand nu eenmaal niet altijd met zekerheid kon zeggen of iemand ook echt een blik was. Dat leidde wel regelmatig tot discussies, evenals de score. Want een jury bestond net zo min als een betrouwbaar registratiesysteem. Dat zat in de hoofden van de kinderen. Beeldend kunstenaar Ko de Jon ge schreef in het tijdschrift De Wete in 2016 dat bepalend was wie de blik als eerste zag en ook de snelheid waarmee je stempel de. Wie het eerste was mocht de stempel tellen. Of er een record bestond is onbekend. ,,De stand bijhouden, daar dachten wij niet aan'', laat Els Ravestein-Bodbijl weten. ,,Je raakte altijd weer de tel kwijt'', herinnert Janny Broersma zich en Mary Beije onthult: ,,Heel veel gestempeld... En blikken versierd om naar het Kerstbal te gaan.'' Tenslotte Bep Segboer: ,,Heel wat afgestempeld samen met mijn twee zussen. Ook zwaai den we vanuit onze woonkamer altijd als ze uit school kwamen. Mijn vader maakte toen een andere tafelindeling. Wij zaten voortaan met de rug naar het raam.'' Er was een tijd dat men sen zelf speelgoed maak ten voor hun kinderen. Poppenhuizen, garages, blokkendozen. Duurzaam en niet duur. door: Ans van Nieuwenhuijze Anneke noemde ik de pop die ik op mijn vijfde verjaardag kreeg en die in een gespreid bedje kwam. Dat bedje was vakkun dig gemaakt door mijn opa van moeders kant, die timmerman was. Zijn buurman, van beroep huisschilder, schilderde het bedje van triplex geel met aan het hoofd- en voeteneinde een ruitmotief in roze. Mijn beide oma's zorgden voor het beddengoed en zij deden dat op de degelijke manier die zij, denk ik, al uit hun eigen kindertijd, maar zeker uit hun volwassen tijd kenden. Er was een matrasje en een kussen, beide met sloop. Daarop kwam een gebreide onderlegger met aan de randen twee recht/ twee averecht en in het midden de patentsteek. Op de onderleg- ger kwam een katoenen onderla kentje en het bovendek bestond uit een katoenen lakentje met een kanten randje en een gestikt dekentje met kleine bloemmo- tiefjes. Anneke droeg in bed een (gekochte) katoenen pyjama: een lichtblauwe broek met een gebloemd jasje en dat bloemen- randje kwam terug als versie ring onderaan de pyjamabroek. Deugdelijk Het ondergoed was al even deugdelijk: een gebreide onder broek en een borstrok, beide met een randje eraan gebreid. Tenslotte waren er op vier pen nen gebreide kniekousen met een gaatjesmotief. Ook mijn tante Mientje, die zeer kundig was op de naaimachine, was in de aanloop naar mijn verjaardag aan het werk gezet. Zij maakte onder meer een grijs jurkje met zwarte strikjes en een rokje met een broekje in lichtgroen met bloemetjes in rood en geel. Daarbij passend was een wit bloesje met groene knoopjes. Ze had voor Anneke ook zwarte lakschoentjes gekocht, die haar precies pasten en een hout je-touwtje winterjasje in gele wol met een geruite voering. Anneke is/was niet een echte schildpadpop, die in de jaren vijftig erg in zwang was. Mijn pop was een soort kloon - lijf en leden waren in één keer gegoten uit een soort roze plastic. Het haar was blond. Hoewel ik eigenlijk meer een buitenspeel kind was, heb ik toch ook wel veel met de pop en haar complete uitzet gespeeld. Daarbij ben ik niet altijd even zachtzinnig met Anneke omge sprongen. Zij mist inmiddels namelijk al geruime tijd haar linkerbeen, dat ik nog wel bij het geheel bewaar, en haar slaap- ogen gaan niet meer dicht, maar vallen meer naar haar achter hoofd, waardoor ze je met holle ogen aankijkt. Daarom vond ik het niet gepast haar in deze gehandicapte vorm te fotograferen. Als de poppen- inspectie was langsgekomen, was ik vast uit de ouderlijke poppenmacht ontzet. W ZEEUWS 'Blikken stempelen' in Vlissingen Stand bijhouden Schildpadpop Poppeninspectie Foto: archief Ans van Nieuwenhuijze. 'Blikken' van de Zeevaartschool in 1976 tijdens herdenking 300ste sterfdag van M.A. de Ruyter Foto: J. Simonse, ZB Beeldbank Zeeland, recordnummer 131939

Krantenbank Zeeland

Zeeuws Weerzien. Feest van herkenning | 2022 | | pagina 5