eerzien
Bram Beekman en de pikante tophit
De keepende
kapelaan
In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam ik voor het eerst in Zeeland.
Wat toen opviel was de zondagsrust in grote delen van de provincie. door: Willem staat
Nadat ik in 1975 verkering
kreeg met een meisje in
Middelburg trok ik
regelmatig naar de Zeeuwse
hoofdstad. Toen wist ik nog niet
dat ik uiteindelijk het grootste
deel van mijn leven in de
provincie zou wonen.
Des zondags bezocht ik met mijn
schoonfamilie de kerk van de
Gereformeerde Gemeente aan de
Segeersstraat in Middelburg.
Wanneer je vanaf de galerijen
naar beneden keek zag je een
grote witte pluk in het midden.
Daar zaten de vrouwen in streek-
dracht. Als 'het grote gebed'
begon werd dat begeleid met het
klokgelui van de Lange Jan, want
de diensten in de Abdijkerken
vingen aan om 10 uur, een half
uur later dan die in de Segeers-
straat.
Predikant was toen dominee
Gerrit Arie Zijderveld. Deze
kleurrijke figuur was niet super-
zwaar. Hij was wel omstreden
door zijn sympathie voor de
blanken in Zuid-Afrika en hun
Apartheidspolitiek. In zijnpreken
kwam ook het 'doorluchte
Oranjehuis' veelvuldig voor. Zo
hield hij zijn gehoor voor om
tegen ongewenste ontwikkelin-
gen 'een vlammend protest' te
laten horen, naar het voorbeeld
van koningin Wilhelmina deed
tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het orgel was niet best, maar
Bram Beekman toverde er
wondermooie klanken uit te
voorschijn. Later heb ik nog veel
van zijn muziek genoten in de
Hervormde Oostkerk die hij en
mijn gezin intussen bezochten.
In de Segeersstraat presteerde
Bram het om voor de dienst
If I had words te spelen, het
nummer dat Yvonne Keeley en
Scott Fitzgerald in 1977 uitbrach
ten. Bram kon dit straffeloos
doen omdat de wijs afkomstig is
van de Franse organist en
componist Camille Saint-Saëns.
Maar wij hoorden er natuurlijk
de tophit in en dat was pikant.
Overal in de stad hoorde je zon
dags de klokken, maar het verval
was nabij. Dat bleek op de eerste
koopzondag in Middelburg.
Omdat ik weekenddienst had
moest ik erover schrijven in de
PZC. Ik verwachtte dat het
tamelijk stil zou wezen, door de
kerksheid van de Middelburgers.
Maar toen ik de Lange Delft
inliep zag het daar zwart van de de wereld was veranderd. Later aan een halve eeuw geleden
kooplustigen. Dat bracht mij met volgde de sluiting van tientallen stemt mij weemoedig. Maar ik
een schok tot de ontdekking dat kerken in Zeeland. Terugdenken weet dat velen dat gevoel delen.
door: Peter de Jonge
De religieuze verzuiling van de
samenleving stopte vroeger
niet bij de kerk of de school.
Ook op het sportveld speelde
het een rol.
Het wemelde van de christe
lijke (lees protestante) en
katholieke sportclubs. Belangrijk
onderscheid was dat de eerste
doorgaans niet op zondag en de
tweede juist wél op de Dag des
Heeren sport beoefende. In het
boek 'Noppen in de klei' (1987)
wordt er een heel hoofdstuk aan
besteed.
In Westdorpe werd in 1931 RIA
opgericht met in de notulen de
verklaring van de naam:
Roomsch In Alles. In 's-Heeren-
hoek begon pastoor C. Koning
- eerder oprichter van Volendam
- de club Patrijzen. Een kroniek
schrijver noteerde dat de priester
zelfmeevoetbalde. ,,Hij was lang
als psalm 119, liep een beetje in
een banaanhouding, leek wat
sloom, maar een bal afnemen
was bijna een onmogelijkheid.''
De club stond alleen open voor
leden van de Maria-congregatie
(een vereniging die tot doel had
Maria te vereren). De slogan bij
Patrijzen luidde: ,,Geen Maria-
kind, geen midvoor."
Geel-wit
Op het overwegend protestante
eiland Walcheren ontstond uit
de Rooms Katholieke Vlissingse
Athletiek Vereeniging na de
oorlog de Katholieke Sport
Vereniging (KSV) Walcheren, dat
de Roomse signatuur zelfs
uitdroeg in het tenue: geel shirt
en witte broek, de pauselijke
kleuren. Zoals menig katholieke
instelling was er een aalmoeze
nier aan verbonden, belast met
de zielzorg: kapelaan Miel
Bouwmans. Behalve de roomse
principes verdedigde hij nog iets
anders: het doel. Door stom
toeval. ,,Ik kwam eens op een
trainingsvond kijken en de
jongens waren net aan het hoog
springen. 'Spring eens mee, kap',
zeiden ze. En ik kwam het
hoogst.''
Zo iemand hadden ze nodig
onder de lat.
De keepende kapelaan had het
druk. Er werden in die tijd, de
jaren 50-60 van de vorige eeuw,
op zondag nog vijf kerkdiensten
gehouden. Dus moest hij regel
matig na afloop van een eucha
ristieviering snel zijn kazuifel
uittrekken, het witte priester
boordje afdoen en een keepers
trui aantrekken om op de fiets
naar het voetbalveld te racen.
Bouwmans haalde zelfs kort het
eerste elftal, dat speelde in de
eerste klas van de afdeling
Zeeland, toen hun doelman
langere tijd was uitgeschakeld.
Natuurlijk kreeg de priester wel
eens commentaar als supporters
van de tegenpartij hem als
geestelijke hadden herkend.
Maar dat liet hem koud.
W ZEEUWS
5
'Een vlammend protest'
Orgelmuziek
Weekenddienst
Links kosterswoning en rechts de ingang van de in 1997 gesloopte kerk aan de Segeersstraat in Middelburg
Bron: Rijksdienst Cultureel Erfgoed
Kapelaan Miel Bouwmans tijdens een
de klei/Verzameling E. Bouwmans.
doopplechtigheid Bron: Noppen in
Vijf kerkdiensten