Oma is eigenlijk onze tweede moeder
De waarheid kwam van boven
Weerzien
Het tekent de hechte band en geborgen
heid die ze bij oma ondervonden. Ester en
Lenny hebben allebei veel bewondering
voor hun grootouders, en vooral voor
oma. ,,Ze zorgden met veel liefde voor
ons. Oma is nu 90 en nog steeds een
gezellige oma, eigenlijk is ze een tweede
moeder voor ons. Ze wist ook alles van
ons, bij haar konden we ons verhaal kwijt
als we uit school kwamen. Onze ouders
hoorden alles uit de tweede hand
natuurlijk. Opa is overleden toen we er
nog maar een paar jaar woonden. Toen
stond oma er dus alleen voor, maar we zijn
nooit iets tekort gekomen. Oma kreeg
vroeg hartproblemen, maar heeft er
volgens ons nooit over gedacht om te
stoppen met voor ons te zorgen.''
En al waren ze dan bij oma thuis, op
zondagavond werden vele tranen vergoten
als hun ouders weer vertrokken om te
varen. Gelukkig belde hun moeder op
woensdag altijd vanuit een telefooncel.
Lenny: ,,Als dan het kwartje op was en ik
had geen doei gezegd was het weer huilen,
dus sprak ze altijd af dat er dan toch nog
een kwartje inging om doei te zeggen.''
Ester en Lenny koesteren de mooie
momenten. ,,Op klompen samen om de
melk gaan bij een melkboer verderop en
dan liedjes zingen en de melkbus dragen.
En samen zingend afwassenLenny: ,,Na
mijn huiswerk lazen we samen de krant,
ik las voor en oma luisterde. Niet omdat ze
dat zelf niet kon, maar dat vonden we
fijn!'' Ester: ,,Oma handwerkte en
puzzelde veel. Dus samen zaten we te
breien of te borduren. Dat doen we nu nog
samen als we elkaar bezoeken. Erg
gezellig.''
En nee, zelf hebben ze geen varend
bestaan: „Daar waren we al snel van
overtuigd. Dat zou veel te zielig voor onze
kinderen zijn!''
*Spits - een binnenvaartschip van300 tot 400 ton.
De afmetingen zijn speciaal geschikt om door de
kanalen en sluizen in Frankrijk te varen.
Opgroeien bij opa en oma is niet echt doorsnee,
soms zelfs een bewuste keuze.
door: Margreeth Ernens
Joop en Addy Molewijk uit Terneuzen
voeren op een binnenvaartschip, de
spits* AB-OVO, met hun dochtertjes
Ester en Lenny toen de onver
mijdelijke leerplichtwet om de hoek
kwam kijken. Veel schipperskinderen
gaan dan naar het internaat in Terneuzen,
zo niet Ester en Lenny. Joop, die uit een
varensfamilie komt, overwoog zelfs te
stoppen met varen, omdat hij zelf vroeger
veel heimwee had toen hij op het internaat
zat. Dat lot wilde hij zijn kinderen
besparen. De ouders van Addy boden
uitkomst en Ester en Lenny gingen vanaf
hun zesde jaar bij hen wonen. Ze kregen
er een fijne jeugd.
Opa en oma Bram en Nelly Hamelink-
Vlaander woonden in de Steenovens, een
kinderen te kunnen zien en daarvoor niet
steeds uren heen en weer te moeten rijden.
Ester (47, getrouwd met Marco en moeder
van Amber (11)) en Lenny (45, samen
wonend met Sjaak en moeder van Aaron
(13) en Ella (9)) woonden ongeveer 13 jaar
bij oma en denken met veel warmte terug
aan die tijd.
,,We werden in het gezin opgenomen als
hun eigen kinderen.'' Het was wel even
wennen voor de zusjes, want aan de wal
moesten ze hele dagen naar school. ,,Ik
was de eerste 2 jaar zonder mijn zusje bij
opa en oma, maar onze jongste tante en
oom, die maar een paar jaar ouder waren,
woonden nog thuis, dat was wel heel
gehucht tussen Zaamslag en Axel. Joop en
Addy, die in Nederland, België en
Frankrijk voeren, kochten een huis in
Terneuzen om in de weekends hun
gezellig'', vertelt Ester. Lenny: Ik weet
nog goed dat ik erg verdrietig werd toen
oma zei: 'Ik breng jullie naar het
internaat'. Ze had ook echt een koffertje
Na de Watersnoodramp van 1953 heeft
mijn vader enkele jaren het dieren
asiel van de Sophia-vereniging beheerd.
Het 'asiel' in de Zierikzeese Zuidhoek was
gevestigd in een afgekeurde arbeiders
woning met gekoolteerde muren op
pakweg een honderd meter van mijn
ouderlijk huis. De levende have bestond
voornamelijk uit enkele honden en een
groot aantal niet meer van de vlucht naar
huis teruggekeerde en uiteindelijk
gevangen postduiven van verschillende
nationaliteiten.
Simon Carmiggelt schreef eens in één van
zijn cursiefjes: „Want men moet een mens
zijn om enig nut te ontdekken in het ten
koste van veel geld en moeite naar een
ander land voeren van vogels, met geen
ander doel dan hun terugkeer.'' Die duiven
vonden dat kennelijk ook en zijn hier toen
maar gebleven.
Ook toen al brachten vakantiegangers
voor een tijdelijk verblijf hun huisdier
naar het asiel. Eens, toen een eigenaar zijn
hond weer kwam ophalen, wilde het dier
niet meer mee terug naar huis en ging
vreselijk tekeer. Likte mijn vader over zijn
gezicht en was liefst door het openstaande
raampje van de auto weer naar buiten
gesprongen. Nou, dan ben je wel goed
verzorgd denk ik zo. Misschien wel te
goed.
Meestal, als hij de honden ging uitlaten,
kwam mijn vader een nieuwe logé even
thuis laten zien. Zoals op een keer een
zwart vuilnisbakkenras-hondje met
droeve ogen, dat van plezier op zijn rug
met zijn poten naar alle vier de wind
streken ging liggen rollen in de pas
gelegde bonen.
,,Er zijn klachten binnengekomen. Eén
van de dieren veroorzaakt geluids
overlast'', was zijn boodschap. Nu hadden
mijn ouders de hond natuurlijk ook wel
gehoord, maar ze wisten niet direct een
oplossing voor het probleem. Je kunt zo'n
dier 's nachts maar bezwaarlijk tussenin
nemen.
Op die ochtend sloten ze de rijen en
verklaarden beiden dat je de honden nooit
hoorde. Mijn opoe die bij ons inwoonde,
kort en rond en al vroeg die morgen
pontificaal gekleed in haar doordeweekse
Thoolse streekdracht, deed ook nog een
duit in het zakje, maar kwam toch niet
verder dan 'kaje behriepe'.
Opa
De waarheid kwam van boven.
Wakker geworden door de stemmen in de
gang, kwam mijn opa de trap af in zijn
lange jaeger onderbroek, met daarin,
zoals Toon Hermans eens zei, 'een beetje
laag kruis'. Op zijn hoofd zijn onaf
scheidelijke pet.
Toen hij de agent zag staan op de kokos
mat bij de voordeur, riep hij hem halver
wege de trap toe: ,,Jie kom zeker vö die
nond? Mantjelieve, kè dun êêle nacht hin
ööge dicht 'uddè.''
Iedereen, inclusief de agent stond als aan
de grond genageld en wist niets meer uit
te brengen.
't Is allemaal echt gebeurd. Ik stond
namelijk óók in die gang en heb het
voorval jaren later opgeschreven.
A TZEEUWS
Addy en Joop Molewijk met hun dochters Lenny en Ester in de stuurhut van de AB-OVO.
mee in de auto.'' Oma zette hen af bij het
internaat (hun enige bezoek ooit), omdat
ze van daaruit mee konden rijden met een
kennis, die met zijn schip in de buurt van
hun ouders lag. Hij haalde zijn zoon voor
het weekend op van het internaat. ,,Ik
vond het helemaal geen leuk grapje.''
Tranen
Eigen kinderen
Lenny (links) en Ester bezoeken oma heel vaak.
door: Adri Leijdekkers
Goed verzorgd
Klacht
Eens, op een morgen, werd er aangebeld
door een politieagent.
Adri Leijdekkers omstreeks mei 1953 met
zijn oma in Thoolse dracht.