eerzien
in 1950
8
door:Bep Mandemaker
In elk nummer van Zeeuws Weerzien
plaatsen we een fragment uit een Zeeuws
boek. Om in winkelsferen te blijven,
kiezen we voor een fragment uit 'Betje,
de zevende van de kruidenier' van Bep
Mandemaker en Nynke Feenstra. Betje
(Bep) beschrijft hun winkel in Koudekerke.
In 1925 namen Vader en
Moeder een kruidenierszaak
over in Koudekerke. Ze
verhuisden met hun vijf
kinderen van Noord-Beveland
naar Walcheren. De jongste, Gre,
nog geen jaar oud, werd tijdens
de verhuizing aan een tafelpoot
vastgebonden. Vader en Moeder
namen de zaak over van ene
Alofs aan de Biggekerksestraat-
weg. Alofs verkocht niet alleen
kruidenierswaren, waaronder
koloniale waren als thee, koffie,
cacao, peper, nootmuskaat, maar
ook drogisterijartikelen, zoals
jichtpapier Trano. Hij had rond
nieuwjaar verschillende soorten
wijnen en likeuren, waaronder
'Frambozen- en Citroen-Likeur
van uitmuntende kwaliteit'. Ook
verkocht hij gedroogde vis.
De opening van de winkel op 7
november 1925 werd aan
gekondigd met een advertentie
in het Zeeuwsch Nieuwsblad.
Vader en Moeder verkochten in
hun winkel op Koudekerke zo'n
beetje hetzelfde als Alofs. Zoals
Droste's Verpleegster-cacao. Ook
'De Abdij-koek' en 'Zeelandia-
koek'. En Hygident, de nieuwe,
zelfwerkende kunstgebitreiniger.
En producten van Pudding- en
Maizenafabriek De Dordtsche
Toren. Er kwamen in de loop der
jaren allerlei artikelen bij.
Speelgoed, snoep, werkkleding,
aardewerk en zelfs ansicht
kaarten met foto's van het dorp.
De muziektent stond erop of de
kerk en wat dorpsbewoners,
veelal in klederdracht. Achterop
stond: Uitgave L. Filius
Koudekerke. Vader liet de kaarten
zelf maken.
Een zekere Van de Bosse kwam
een paar keer per jaar bij ons
langs. Hij had een winkel in
Oost-Souburg. Het was een
vriendelijke man die ook met
Alofs had samengewerkt. Ik denk
dat hij Vader een lening had
verstrekt en de rente op kwam
halen. Hij heeft Vader ook het
een en ander over het
kruideniersvak geleerd. Zo
verkocht Vader stokvis en zoute
vis. De stokvis werd in het
Noorden van Europa gedroogd
en was hard. Deze werd in bossen
geleverd en was met ijzerdraad
aan elkaar gebonden. Zowel de
stokvis als de zoute vis werden
door Vader voor de verkoop
klaargemaakt. Vader klopte dan
eerst de stokvis uit, omdat er
vaak beestjes in zaten. Daarna
werd het vel eraf getrokken en
werd de stokvis in twee of drie
stukken gezaagd. Deze werden
als een pakje samengebonden.
De zoute vis kreeg Vader ontdaan
van ingewanden en opengeklapt
in de pekel liggend, aangeleverd.
Volgens Van de Bosse moest je
zoute vis niet haaks op het vlees
doorsnijden, maar schuin, want
dan leken de plakken dikker. Die
Van de Bosse had een aparte
manier van spreken, nogal
zangerig, melodisch.
Vader ging er doordeweeks met
paard en wagen op uit, Moeder
en mijn oudste zus Jo stonden in
de winkel. De winkel was ook 's
avonds open. Meestal hielp Vader
dan, want 's avonds hadden
Moeder en mijn oudste zussen
het druk met kousen stoppen en
naaien. Moeder naaide alle
kleren voor de kinderen zelf.
Voor de meisjes naaide ze jurken,
voor de jongens broeken en
overhemden. Moeder zat nooit
stil. Als het 's ochtends om tien
uur koffie-pauze was, pakte ze
haar brei- werk. De dochters die
in de winkel hielpen, deden dit
ook. Iedereen ging in de pauze
breien, zelfs het dienstmeisje.
Fragment en kaarten (links) uit:
Bep Mandemaker en Nynke Feenstra:
Betje, de zevende van de kruidenier -
Brave New Books, 176pagina's, 2017.
door: Allie Barth
Nieuwdorp was in dat jaar een klein dorp op de
Bevelandse wal van het Sloe. Een dorp van grote
boeren en kleine landarbeiders. Maar er was ook
een vrij grote middenstand. In de huizen rondom de kerk
kun je nu nog precies zien waar de meeste winkels waren.
Corrie Huissoon was de dochter van de kleermaker. Zij
vertelde enige jaren geleden toen het nog goed met haar
ging over grote en kleine winkels. In dat jaar had je de
kruidenierswinkel van Maatje Cent aan de Lewedijk Dat
was éen van de grotere. Zij verkocht ook materiaal voor
de klederdracht van man en vrouw, die toen nog volop
gedragen werd. De kinderen van de vlakbij gelegen school
met de Bijbel brachten op maandagen hun zendingscent
nog wel eens naar haar winkel. Vandaar haar bijnaam.
Bakker Steketee bakte niet alleen acht-onsjes, maar bood
elk jaar ook de gelegenheid aan zijn klanten om partjes
appel te drogen op de oven. Smid Geschiere repareerde
alles en deed ook loodgieterswerk. Bij Corrie's vader kon
je desgewenst terecht voor een compleet nieuw pak met
vest. Fietsenmaker Van der Weele repareerde en verkocht
fietsen en slager Blankenburgh leverde prima vlees. En zo
waren er nog meer middenstanders. Van elke branche
waren er doorgaans wel twee.
Eenmaal per jaar organiseerden zij in de vroege herfst een
winkelweek. Alle winkels waren dan ook in de avonduren
open. Lange rijen elektrische lampen, opgehangen tussen
bomen en lantaarnpalen verlichtten het dorp feestelijk.
Er waren volop aanbiedingen te koop. Zo bracht mijn
moeder toen iets bijzonders mee. Pindakaas, een
nieuwigheid die aangeprezen werd als heel lekker. Na éen
boterham hoefden wij, haar kinderen, dat niet meer.
w
/bbuAï
Vader klopte de stokvis uit
Winkelen in
Nieuwdorp
Dorpsplein Nieuwdorp Foto: A. Sandee.