enTHEE
eerzien
Wie de 'Wienkel' van Rinus
Bimmel binnenstapt bevindt
zich plots in een nostalgisch
walhalla. De oud-kruidenier richtte zijn
tuinhuis in tot levensmiddelenzaak uit
grootmoeders tijd.
Rinus Bimmel (1934) hield van zijn vak.
Nadat de Végé-winkel van de familie aan
de Dorpsstraat in Oostkapelle in 1977 sloot
door de komst van de grote super
markten, begon hij met het verzamelen
van kruideniersartikelen. Ook andere
mensen leverden spullen en zo ontstond
het knusse privémuseum.
Alles ademt de tijd van vroeger toen
zelfbediening nog niet bestond. Je kreeg
de boodschappen aangereikt door de
kruidenier. Op de toonbank in het
museum staat een witte weegschaal, merk
Olland. Bestemd voor het afwegen van
suiker, zout, zeep en soda. Die artikelen
waren alleen los verkrijgbaar. Later
kwamen er verpakkingen, maar ook toen
waren er klanten die het los wilden, omdat
dat twee cent goedkoper was, herinnert
Rinus zich.
Hij kwam in 1951 als 17-jarige in de zaak.
In die tijd kreeg de klant wekelijks het
boodschappenboekje bezorgd. De
artikelen werden later thuis geleverd.
Rinus lacht wanneer ik hem vertel dat het
eigenlijk een moderne manier van
winkelen was. Immers bestellen mensen
ook nu boodschappen, die later worden
bezorgd. Klein verschil: men bestelt nu
digitaal.
Kruidenierszaken waren kleine waren
huizen. Je kon er ook klompen kopen en
tabak aanschaffen. In de museumwinkel
staat een kistje met stopwol en knopen. Zo
eentje waarmee handelaars in garen en
band vroeger leurden. Rinus' opa begon
die waren in de winkel te slijten toen bleek
dat daar best klandizie voor was. Oog voor
handel, dat hadden ze als de beste, de
buurtwinkeliers van weleer.
Voor het raam hangen tabaksbladeren. Ze
herinneren aan de Tweede Wereldoorlog
toen velen het gewas zelf verbouwden om
aan rookwaren te komen. Fabrieken
maakten van de bladeren sigaretten en
pakjes tabak. Ook te zien in het winkeltje
van Bimmel!
Het was vroeger druk aan de deur in
dorpen waar het nu soms heel stil is, want
ook de bakker en de melkboer kwamen
langs. Eén keer per jaar belde de kolenboer
aan en regelmatig ratelden de karren langs
van de lorren- en schillenboer.
Het paradijs van Bimmel roept die
gezellige sfeer van weleer op. Boven de
stopflessen met snoep hangen speldjes die
ook ik als kind verzamelde. Ik zie
prijskaartjes van artikelen, met de
vermelding hoeveel geldzegels je er bij
kreeg. Had je er tweehonderd dan had
recht op een gulden. Bij Bimmel kon je er
zelfs de grens mee over. Op vertoon van
veel volle spaarkaarten, Rinus vermoedt
tien tot twaalf, mocht je een dag met de
bus mee naar Monschau in de Eifel of het
Drielandenpunt. Daar zat een diner
tijdens de terugreis bij inbegrepen. Een
mooi voorbeeld van die goeie oude tijd. Of
niet soms?
door: Margreeth Ernens
Ja hoe ging dat vroeger, je deed
dagelijks wat boodschappen
en er werd veel thuisbezorgd.''
Thea de Groot (64) uit Dordrecht
is geboren en getogen in Terneu-
zen. De eerste paar jaar woonde
het gezin De Groot in bij opa en
oma Romeijn in de Lange Kerk
straat, daarna verhuisden ze naar
de Dokweg.
„Achterin de Iepenlaan, bij het
eerste schippersinternaat, had
den we slagerij Den Hamer en
een supermarktje. Maar de bak
ker, de groenteboer en de melk
boer kwamen aan huis bezorgen.
En ook de kolenboer kwam
natuurlijk gewoon langs. We
kochten in die tijd nog niet voor
de hele week tegelijk boodschap
pen en gingen naar de super
markt in de Iepenlaan voor de
dingen die je was vergeten.''
Het winkeltje dat Thea het meest
is bijgebleven, is het piepkleine
snoepwinkeltje tegenover de
Willibrorduskerk, in de Dijk-
straat.
,,Als ik bij mijn oma kwam,
mocht ik daar wat gaan kopen.
Het was een heel ouderwets win
keltje, met allemaal losse snoep,
zoals dropveters en zoethout.
Daar was ik dol op. Ik kocht er
ook vaak een ijspegel. Daar zat
een papiertje omheen, en je
moest eraan likken. Dat was
verrukkelijk, heel zoet.''
Ook bij De Gruyter in de Noord
straat kwam Thea graag. „Daar
moest ik koffie kopen. Die
winkel was heel leuk, prachtig
gepoetst en met mooie koffie-
luiken.'' Op zaterdagen haalde
Thea bij Jamin in de Noordstraat
voor oma koekjes en chocola, en
als bonus mocht ze dan een ijsje
voor zichzelf kopen.
,,En als mijn andere oma De
Groot jarig was, moest ik naar
bakker De Jonge in de Noord
straat om tompouces, want hij
maakte de lekkerste van Terneu-
zen. Maar ik had dan de pee in,
want dan moest ik met zo'n grote
doos gebak helemaal naar de
Westkolkstraat lopen en dat
vond ik veel te ver.''
WfttUWi
4
Rinus Bimmel voor zijn museumwinkeltje in Oostkapelle Foto's:Willem Staat.
door: Willem Staat
Boodschappenboekje
Tabaksbladeren
Foto's: Margreeth Ernens.
Thea Abrahamse-De Groot kijkt in haar album naar foto's van vroeger.
Superzoet