eerzien Van Mulken, ja die van de PSD Niet meer dan een grote sloep 5 Jules van Mulken heeft het druk. De verhuizing nadert snel. Een statig pand aan de Markt in Groede wordt verruild voor een gerieflijke bungalow in het Heem in Breskens. Van daaruit kun je het fietsvoetveer bijna zien. door: Peter Verdurmen Jules van Mulken, geboren in Groede, opgegroeid in Breskens en later terug verhuisd naar Groede, heeft op het veerterrein heel wat voetstappen liggen. Net zoals z'n vader, August van Mulken, z'n drie broers August junior, Tonnie en Adrie en z'n zoon Onno. Allen werkten bij de Provinciale Stoombootdiensten in Zeeland. Het van 'vader op zonen' verhaal begint bij pa August. Hij was lierdraaier in de oude veerhaven in het vissersdorp. De pont werd langzaam binnen getrokken zodat de passagiers aan het afmeren geen blauwe plekken overhielden. In het jaar 1958 werd buiten het dorp een nieuwe veerhaven, geschikt voor dubbeldekkers, in gebruik genomen. De schepen waren uitgerust met boegschroeven. Jules: „Toch ging het nog wel eens mis, de stroming kan heel verraderlijk zijn." Je kon opklimmen bij de PSD maar het was geen bedrijf voor bliksemcarrières, vertelt Jules, die midden jaren tachtig voor het eerst het uniform aantrok. Hij werd aangesteld als kaartverkoper. ,,Ik begon als aflosser wat betekende dat je kon worden ingezet op alle aanlegplaatsen. Was de leiding tevreden, kreeg je een vaste standplaats, in mijn geval Breskens." Z'n volgende carrièrestap was terreinopzichter. Jules denkt met weemoed terug aan die jaren. ,,Je was altijd buiten. Het leukst was het directe contact met de mensen. Het was veel lachen, maar soms moest je ook streng zijn." Later belandde Jules in de verkeertoren als assistent-agent. In 2003 trok de Provincie de stekker uit de PSD. Voor Jules betekende het einde carrière. Hij kon gebruik maken van een aantrekkelijke wachtgeld regeling zonder sollicitatieplicht. Op zaterdag 15 maart 2003 was de allerlaatste afvaart. Jules van Mulken organiseerde samen met Pol van de Vijver, de bekende dierenarts uit IJzendijke, in Breskens een dag vol activiteiten. Een afscheid met een lach en een traan. door: Albert Kort De (voet)veerdienst tussen Colijnsplaat en Zierikzee kende vanaf 1929 een geregelde afvaart. Na de Ramp beperkte het veer zich tot incidentele diensten en uitsluitend tot de zomermaanden. Tot 1960 heeft het bestaan. De 86-jarige Janna de Vlieger is in Kerkwerve geboren en verhuisde in 1960 naar Zuid- Beveland. Daar woont ze inmiddels zestig jaar. In haar herinnering was de veerboot tussen Zierikzee en Colijnsplaat niet meer dan een grote sloep en bood aan hooguit vijfentwintig voetpassagiers plaats. Een kajuit, aan dek een bankje en enige ruimte om de fiets te stallen, en dat was het wel zo'n beetje. Het veer tussen Zierikzee en Colijnsplaat dat alleen in de zomer ging, stelde niet veel voor. Op de vlucht voor het water De herinnering eraan van Janna de Vlieger staat groten deels in het teken van de Ramp die zij als meisje van twintig heeft meegemaakt. Geboeid kijk ik in Janna's fotoalbum en luister ik naar de avonturen die ze in die bewogen februaridagen beleefde. Gedwongen op de vlucht voor het water probeert het gezin een veilig heen komen te zoeken in Zierikzee, waar Janna's oma woont. Baggerend door het water weet zij, samen met haar ouders, twee broers en een zus, het dorp te bereiken om daar urenlang op een taxi te moeten wachten die hen naar Zierikzee brengt. Daar aangekomen vinden ze voorlopig onderdak bij oma en wachten ze vier dagen lang op de boot naar Colijnsplaat. Het weinige eten dat ze dagelijks krijgen voorgeschoteld bestaat uit gekookte kroten. Als ze uiteindelijk te horen krijgen dat er een bootje in de haven klaar ligt voor vertrek, is de opluchting dan ook groot. Janna weet het nog alsof het pas gisteren is gebeurd: ,We vertrokken met de familie naar de haven in Zierikzee. Een ledikant was meegenomen waar al onze bagage op was gestapeld. We waren met zijn zeventienen. Ik weet niet meer precies hoe lang de overtocht heeft geduurd, maar het leek wel een eeuwigheid en we gingen door een hel. Enorm hoge golven en gillende kinderen. We waren doodsbenauwd en zongen ons moed in met liedjes als 'Veilig in Jezus' armen'. Godzijdank wisten we de haven van Colijnsplaat veilig te bereiken." In het dorp vinden ze bij een tante aan de Hazelaarstraat een tijdelijk onder komen. W ZEEUWS Jules van Mulken in de verkeertoren in Breskens.

Krantenbank Zeeland

Zeeuws Weerzien. Feest van herkenning | 2020 | | pagina 5