eerzien
Oudedorp sneeuwde bijna in
IJsbloemen en heel veel buiten spelen
Rinus van Moolenbroek (81) en Nel van Moolenbroek-
Geldof (76) uit Nieuw- en Sint Joosland werden in 1963
bijna van de buitenwereld afgesloten in het Oudedorp.
Zo heet het gehucht dat in 1816 zijn zelfstandigheid
verloor en sindsdien met het nabijgelegen dorp Nieuw-
land de gemeente Nieuw- en Sint Joosland vormde.
Het paar bezit door Rinus ge
maakte foto's van het gebeurde.
Op bijgaande afbeelding toont
Nel een opname van zichzelf. Ze staat
achter de woning in de Sint Jooslands-
traat waar Rinus, diens moeder en huis
genoot Bram Tissink woonden. Het huis
staat nog altijd in deze, enige straat van
het Oudedorp.
Daaraan stond in 1963 ook nog de nissen-
hut met het warenhuis van mevrouw Jan
netje Poppe-Dommisse. Die winkel werd
door sommige mensen 'de Hema van
't ouwe durp' genoemd.
De foto's zijn op een zondag gemaakt. De
nacht ervoor sneeuwde het. Niet eens
veel, maar de oostenwind zwiepte de
sneeuw hoog op. Op de foto's ziet het er
tamelijk romantisch uit, maar Rinus
moest maandag in het holst van de nacht
opstaan.
Hij was werkzaam als laborant bij de
Coöperatieve Zuivelfabriek en Melkin
richting Walcheren in Middelburg. Op
maandag en dinsdag werd de melk
bemonsterd. Dan begon de werkdag om
3.30 uur. Dus ging Rinus in alle vroegte
per fiets op pad. Eerst op Nieuwland aan
en dan verder naar Middelburg. Het fiets
pad langs de Nieuwlandseweg naar de
stad was onbegaanbaar en het werd dan
ook een moeizame tocht door een
Siberisch landschap.
door: Margreeth Ernens
Jeannet Kouwenhoven herinnert zich de lange,
zonnigewinter van '62-'63 nog goed. Jeannet, die in
januari 1963 8 jaar werd, woonde aan de Nieuwe
Vlissingseweg in wat toen nog West-Souburg heette.
,,We gingen over grote hopen en bonken sneeuw lopend
naar de Marnixschool." Met haar schoolgenootjes maakte
ze lange ijsbanen op het schoolplein. „Daar slierden we
over, met z'n allen achter elkaar.'' Na schooltijd werden
op de leiding (de sloot) bij de dijk van het kanaal de
schaatsen ondergebonden. ,,Dat betekende een natte
kont, omdat je dat zittend op de grond deed.''
,,Ik kreeg een stel oude schaatsen, die in de schuur
hingen. Van die houten dingen, met leren riempjes en
stoffen bandjes. Als die nat werden door het schaatsen,
kreeg je ze bijna niet meer los.
M'n handen waren dan koud geworden en m'n wanten
nat, dat hielp ook al niet.'' Omdat de ijsbaan vlak bij de
rietkraag lag, lag er ook nogal eens 'vuulte' op het ijs. ,,Als
je daar overheen schaatste, lag je meteen.''
Er werd ook veel gesleed. ,,Dat deden we vanaf de dijk ter
hoogte van de Abeelseweg. Aan het eind lag een grote
hoop sneeuw en ijs, die moest ons tegenhouden, anders
vlogen we zo de weg op.'' Alle buurtkinderen kwamen
daar naar toe. ,,Een vriendje van mij had zo'n mooie
houten slee. Wij hadden een zwaar ding, dat had mijn
pa gemaakt. Bovenop een ijzeren onderstel van pijpjes
waren latjes bevestigd. Maar het liefst ging ik op de slee
van dat vriendje, die gleed veel beter.''
,,Wat ik heel mooi vond, waren de ijsbloemen
's morgens op de ramen, we hadden toen nog enkel glas.
Je moest er zachtjes op blazen om een gaatje te krijgen,
waardoor je kon kijken. En met je vinger kon je er een
rondje omheen tekenen.''
W ZEEUWS
5
door: Willem Staat
Jeannet Kouwenhoven met een foto van de winter van 1963.
Tweede van links staat haar toen vierjarige broertje Johan.