De boerderij leek een veilige plek Er spoelde spinazie en cornedbeef aan eerzien 7 "Tegenwoordig zouden ze het een trauma noemen", zegt les Jacobse (79) uit Hoofdplaat. In z'n dromen kwamen de angstaanjagende beelden vaak terug. Het oorverdovende kanonvuur, fluitende granaten, ratelende mitrailleurs, brandende schuren, dode soldaten. door: Peter Verdurmen Ies is de oudste van het gezin Jacobse. Na hem kwamen nog negen broers en zussen. Vader en opa zaten in de graanhandel. "M'n vader was gemobiliseerd toen de oorlog in'40 uitbrak", vertelt Ies. Het waren bange dagen. Het oorlogsgeweld kwam steeds dichterbij. Moeder Jacobse leek het veiliger om naar haar ouders in Schoondijke te gaan. "Toen Middelburg werd gebombardeerd en het daar in Schoondijke te gevaarlijk leek zijn we met opa en oma naar haar neef aan de Bosdijk in IJzendijke gevlucht. Wat ik altijd heb gehoord is dat de meeltrog dienst deed als wiegje. Na korte tijd konden we weer naar ons huis." Vader Jacobse keerde gelukkig heelhuids terug en het dagelijkse leven hernam z'n loop. De bezetting van Nederland volgde, met alle gevolgen voor de bevolking. Op de zeedijk en rond de haven in Hoofdplaat werden talrijke bunkers gebouwd en ook mitrailleursnesten aangelegd. "In ons huis werden enkele kamers gevorderd en Duitse militairen ondergebracht." Het was een grote aanslag op het privéleven van het jonge gezin, aldus Ies. De invasie van de geallieerden op 6 juni 1944 in Normandië bracht een ommekeer. Duitsers werden van aanvallers verdedigers. Ies: "Je voelde aan alles dat er wat op handen was. De soldaten waren zeer gespannen." Begin september werd Antwerpen bevrijd. Scheepvaart was echter nog niet mogelijk: de Duitsers hadden de monding van de Schelde nog stevig in handen. Vier dagen na het verwoestende bombardement op Breskens vielen ook vliegtuigbommen op Hoofdplaat waarbij zes burgers en dertig Duitse militairen om het leven kwamen. De schade was groot. De situatie werd steeds bedrei gender. De boerderij van zijn oom en tante, de familie De Groote, aan de Korte Betteweg in Biervliet leek een veilige plek om te wachten op de dingen die komen gingen. Leek... In de nacht van 9 oktober staken Canadese troepen vanuit Terneuzen de Braakman over en landen met hun Buffalo's vijf km ten oosten van Hoofdplaat op het schor van de Paulinapolder tot No 7. De Duitse troepen waren volkomen verrast, van een overrompeling was echter geen sprake. De Canadezen stuitten op fel verzet, ondanks hun vuur kracht boekten ze moeizaam terreinwinst. Ies: "Aan de Korte Betteweg zaten we middenin de vuurlinie van de troepen die oprukten richting Biervliet. Overal branden schuren, het schieten ging dag en nacht door!" Hij vervolgt: "Het huis waar we in de kelder zaten met circa 20 mensen werd voor de helft weggeschoten en de schuur met onze huisraad brandde geheel af. In een gevechtspauze zijn we via de sloten naar een boerderij gevlucht aan de Lange Betteweg waar een schuilkelder was in een boomgaard. Wat wij niet wisten was dat die gegraven was door de Duitsers en op de stafkaart van de Canadezen stond vermeld zodat die extra onder vuur werd genomen. Gelukkig konden we kenbaar maken dat er burgers in zaten en zijn we er allen goed uit gekomen." Er werd fel gevochten rond de boerderij. De soldaten rolden over de weg van de ene sloot naar de andere. "Ook hier brandde de schuur af." Zodra het dorp be vrijd was keerde het gezin Ja- cobse terug. "We konden met een Buffalo meerijden naar Hoofdplaat." Na de oorlog herinnerden de bunkers in en rond Hoofdplaat nog lange tijd aan het geweld. Ies: "Een spannend speelterrein voor ons als schooljongens!" door: Willem Staat Wim van Sluijs uit Nieuw- en Sint Joosland beleefde als 12- jarige jongen het einde van de oorlog. Nadat zijn vader, die werkzaam was op de Middelburgse buitenplaats Roozenburg, in 1943 was op gepakt, kreeg zijn moeder het bevel om naar Noord-Beveland te trekken. Ze weigerde dat en vertrok met haar vijf kinderen naar familie in Meliskerke. Daar moest het gezin september 1944 noodgedwongen vertrekken door de inundatie van Walche ren. „Eind oktober vertrokken we per boot naar de Molenweg in Zoutelande, waar een oom van moeder woonde. Diens huis werd door een granaat getroffen. Het wasgoed dat buiten hing zat vol gaten. Van burgemeester Kodde kregen we toen een huis aan de Smidstraat." „Toen er plotseling Engelse militairen verschenen in de duinen ging een groep mensen, onder wie ik zelf, er onmiddellijk op af. Dat was begrijpelijk, maar ook levensgevaarlijk. Immers zaten er overal nog Duitsers in de bunkers en kon er ieder moment worden geschoten. Maar dat gebeurde niet. We zijn door het oog van de naald gekropen." „Honger hadden we niet. In die dagen spoelde er van alles aan van de door granaten getroffen geallieerde landingsschepen. Zoals blikken spinazie en cornedbeef, maar ook balen meel. Daarvan was de buitenste 5 centimeter een natte koek die de rest afsloot, zodat er genoeg overbleef om te gebruiken." ,,Het gevaar loerde in die dagen overal en er vielen veel slacht offers, maar daar sta je op die leeftijd amper bij stil. Het was naar mijn gevoel een groot avontuur!" W ZEEUWS Ies Jacobse uit Hoofdplaat Foto Peter Verdurmen. Tegenwoordig zouden ze het een trauma noemen" zegt Ies Jacobse (79) uit Hoofdplaat. In z'n dromen kwa men de angstaanjagende beelden vaak terug. Het oorverdovende kanonvuur, fluitende granaten, ratelende mitrailleurs, brandende schuren, dode soldaten. Midden in de vuurlinie Wim van Sluijs uit Nieuw- en Sint Joosland Foto Willem Staat.

Krantenbank Zeeland

Zeeuws Weerzien. Feest van herkenning | 2019 | | pagina 7