jv JCef^ken 13e Jaargang. VRIJDAG 16 DECEMBER 1904. No. 51 EEKBLAD AAN DE [EREFORMEERDE ^ELANGEN DER p] jZeELAND, |MoORD"P ^ABANT EN j-NMBUF^G, Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hjj zal ons oebouüen. Jesaja 33:22. Onder Redactie van Dr L. H. WAGE NAAR, DO. VAN DE KAMP, K E F K HOF, MULDER e. a. Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15: 22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 centf Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. Lfi COLNTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentiën enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. BETHLEHEMS KINDEKE EEN WONDER VAN GODS GROOTHEID EN ALMACHT. Reeds werden onze gedachten heengeleid naar de geboorte van het zaad der vrouwe, dat tot verlossing komen zou voor al Gods volk. Straks wordt de gemeente geroepen te gedenken, hoe in de volheid der tijden ge komen is de Beloofde aan de vaderen. Om in Bethlehem bij de kribbe te kunnen neerknielen en in het kindeke van Maria Gods grootheid te aanbidden, hebben we slechts acht te geven op wat door der profeten mond opder de oude bedeeling van den Immanuël voorzegd is. Ieder Schriftlezer weet wel, dat Jesaja's profetie van het rijsje dat voortkomen zou uit den afgehouwen tronk van Isaï, heenduidde naar den Christus Gods, die uit den geslachte Davids zou geboren worden. Met name wordt daarin gesproken van Messias' nederige gedaante, waarin hij op deze aarde zou verschijnen. De treffende beteekenis er van verstaan we het best, wanneer we het eerste vers van het elfde Hoofdstuk niet losmaken van zijn verband met het voorafgaande. Reeds het redegevende woordje „want" noopt hiertoe. De Libanon is, gelijk op meer plaatsen in de Schrift, ook in het vooraf gaande, beeld van de trotsche we reldmacht, die zich kant tegen God en Zijn volk. In Jesaja's dagen vertegenwoordigden de Assyriërs die Gode-vijandige wereldmacht. Hij profeteerde, dat er van de zijde der Assyriërs verdrukking zou komen voor Gods volk; doch dat die verdrukking niet lang zou duren (hoofdst. 7). De Heere zou Zijn volk weer verlossen uit de hand van den Assyriër. En zoodra Jesaja sprak van des volks tijde- 1 ij k e benauwing en t ij d e 1 ij k e ellende en t ij d e 1 ij k e verlossing, knoopte hij er telkens aan vast profetiën van verlossing uit de geestelijke ellende. Zie hoofdst. 7 14 en 9 5, welke beloften heenwijzen niet naar Hiskia, maar naar het kindeke in Bethlehems kribbe. Zoo wordt in ons vers met het rijsje niet Hiskia, maar Immanuël badoeld. Donkere dagen zouden over Juda komen. In het vorige Hoofdstuk beschrijft de profeet in profetische schildering de triumftocht van den Assyriër, gelijk die gehouden zou worden over Juda. In 2 Koningen 19 lezen we hoe Jesaja's profetie vervuld werd door de komst van Sanherib. Maar de profeet voorzegde ook dat de Heere den hoogmoedige zou verne deren: de bijl zou gelegd worden aan den wortel der trot3che cederen van den Libanon (10 33). Heeft niet één engel des Heeren 185 duizend Assyriërs geslagen in den nacht? Dat was het, wat Jesaja voorzegd had: God zou zijn alms;cht toonen tegenover de Hem vijandige wereldmacht. „De Libanon zal vallen door den Heeriijke", want door één enkelen Zijner gedienstige gees ten zou de Heere der heirscharen Sanheribs leger vernietigen. Zóó triumfeert de God Israels. Zóó handelt Hipaltoos. Dat is één der wonderwetten van Zijn Koninkrijk. Zou die engel des Heeren in den nacht zijne duizenden verslaan, Jesaja ziet op eens een helder licht schijnen voor zijn geloofsoog in het verre verschiet der eeuwen: Daar zal een andere dienstknecht des Heeren komen tegen de Gode-vijandige wereldmacht om zijne tienduizenden te verslaan, maar d i e H e e r 1 ij k e zal in gestalte niet den trot- schen Libanon evenarer^maar-irv gedaante zjjn als een rijsje, een scheute uit een afgehouwen tronk. In het rijsje, dat voortkomen zou uit den afgehouwen tronk van Isaï zal de heer lijke God zijn grooten wederpartij der overwin nen, den trotschen Satan (d.i. Libanon), die den Heere der heirschareu naar de kroon durfde steken. Libanon zal vallen door den Heer lijke. De tegen God gekante wereldmacht zal vallen door den van God over Sion ge zalfden Koning. Satan zal vallen door Christus. Hoe zal die Heerlijke komen, zich open baren Dat leerde Jesaja Gods volk in deze woorden Want er zal een rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en eene scheut uit zijne wortelen zal vrucht voort brengen. In eene nederige gedaante zou de Verlosser komen. Daarin zou Hij juist Zijne heer- 1 ij k h e i d openbaren, dat het kleine rijsje den geweldigen Libanon zou doen vallen. Er werd een kindeke geboren om de wereld uit Satans klauwen te redden, 't Was naar den regel van Gods Koninkrijk dat het kleine en nietige door God is uitverkoren, opdat Hij het groote en geweldige zou beschamen. Een schijnbaar verstorven loot zou een trotsch woud vellen. Aangezien Isaï's geslacht én Davids huis ten dage van Jesaja nog geen afgehouwen tronk was, blijkt dat zijn woord dus niet op de naaste toekomst slaan kon. Over Davids huis moesten eerst nog oordeelen Gods heengaan, die het tot een afgehouwen tronk maken zouden. Davids huis moest eerst in verval raken, moest eerst worden als een vervallen landelijk hutje, vol reten en scheuren, in alle opzichten de ken merken dragende van een vervallen grootheid, en dan pas zou de Heere Zijne heerlijkheid toonen tegenover den Libanon. Eerst moest de boom worden tot een tronk, het koningshuis tot een vervallen hut 'zie Amos 9:11); eerst moest er geen koninklijke heerlijkheid meer te bekennen zijn aan Isaï's geslacht, en dan zou de Heere beginnen Zijn werk der wederher stelling, der oprichting, der triomfeering over de tegerNHejpi zjjch stellende machten en over heden deraülsternis. Verstaan we dit, dan kunnen we ook met geloofsjubel Maria's kindeke begroeten. Dan zien we in dat rijsje uit Isaï's afgehouwen tronk den Verlosser en Heilaanbrenger voor al Gods volk. Toen alle heerlijkheid des men schen afgebroken was, toen al wat naar groot heid zweemde, verdwenen was uit Davids ge slacht, toen begon de Heer het wonderwerk zijner genade, de herschepping aller dingen. Uit het allerkleinste wil de Heer het aller grootste doen voortkomen. Uit de nederige maagd, die in den lande onbekend was, laat de Heerlijke voortkomen het beloofde vrou wenzaad, waarnaar eeuwen lang aller vrouwen harten gehunkerd hadden, om het der wereld te mogen schenden. Toen de eertijds bloeiende stamboom van Isaï geworden was een uitgestorven knoest, had niemand meer er eenige verwachting van. Maar toen was het de tijd van Gods wel behagen. Uit den tronk deed Hij spruiten eene kleine scheuteklein, doch waarin een kiem van Goddelijke levenskracht schuilde, zoodat er een wonderlijke boom des levens uit opschieten zou, dragende vrucht, ontzaglijk veel vruchtzooveel vrucht, dat daardoor alle geslachten des aardrijks gezegend zouden worden. Het rijsje uit Isaï zou zijn Isaï's wortel. Ja, de wortel van al Gods volk. De beloofde der Vaderen zou weliswaar komen in nederige gedaante, als een pasgeboren kind. Maar in dat kind zou liggen de kracht Gods. Goddelijke vrucht zou het voortbrengen een geestelijk lichaam, de gemeente der uit verkorenen. Nog altoos groeit die scheute door, vruchtdragend; en ze zal blijven door groeien totdat de laatste vau Sions kinderen er uitgegroeid is, totdat het getal der uitver korenen des Vaders zal zijn volgeworden. Door dat rijsje zal de Heerlijke den Libanon doen vallen. Nog steeds gaat Sions koning voort zijne heerlijkheid te toonen door in zijne onderdanen hier op aarde, -die op Hem den Wortel Isaï's zijn gegrond en geworteld, der\ Libanon d. w. z. alle tegen God zich keerende machten des ongeloofs, te doen vallen. Zoo blijkt Gods verlossende kracht in het rijsje uit Isaï's tronk. Aanbidt bij Bethlehems kribbe Gods groot heid in het kleine. Gods almacht in het zwakke. De doodgewaande tronk levert den Boom des Levensdat is Gods heerlijkheid. Zijt gij een levende twijg van dien Boom? Is Isaï's rijsje ook u w levenswortel M. a. w. Is Christus ook in u geboren? Laat dan ook in u de Libanon door den Heerlijke vallen. Kerkhof. MET MEDEWERKING VAN De Libanon zal valleD door den Heerlijke, want er zal een rijsje voort- komeu uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een scheut uit zijne wortelen zal vrucht voortbrengen. Jesaja 10 34b en 11 1.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1904 | | pagina 1