^EEKB"D AAK P*"|WoRMEERDK KeRKEN
n* /Zeeland, JMoord-Pf.abant én JLimbuf^g.
Taf^s 71.kou gevatTan middag zal ik
zHn wr: :ver,ieD xbb-'maar aiies
JedL 1 rtU °e l0Dgen zijQ
geaaan en het ergste is te vreezen.
13e Jaargang.
VRIJDAG 9 DECEMBER 1904.
No. 50
Abonnement per 8 maanden f0.35. Afzonderlijke nos.
LfiAdv"rten"e«^ 1-5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1-5 regels
50 Q$nt, iedere regel meer 10 cent.
Onder Redactie van Dr. L. H. WAGENAAR,
PD. VAN DE KAMP, KERKHOF, MULDER e. a.
Uitgever:
K. LE COINTRE
Berichten, Advertentiön enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
We zouden verkeerd doen, indien we dit
woord uit zijn verband losrukten, en daarin
zochten eene uiting van Jakobs verlangen naar
persoonlijke zaligheid. Zoo dikwerf wordt dit
woord van den stervenden aartsvader nage
sproken pet een heel anderen zin als
Jakob zelf heeft bedoeld. Jakob sprak hierin
°°g °P zijn ei£en persoon,
maar met het oog op al Gods volk. Er lag
niet in een verlangen naar den hemel, maar
een verlangen naar Christus.
in woord' door zaligheid vertaald, is
oorspronkelijke de naam dien onze
Heiland ontving by Zijne geboorte uit Maria
Jezus d.i. Zaligmaker. Feitelijk bedoelt Jakobs
verzuchting dus: Op uwen Zaligmaker, op
uwen Verlosser wacht ik, Heere.
t ir k ?,00fdstuk levert ons het testament van
Jakob En by die nalatenschap lag het zwaar
tepunt m den geestelijken zegen.
7nnmfr(w SpitSt8 Zich de aandacht van al Jakobs
zonen. Wie zou drager zijn van het beloofde
vrouwenzaad? Wie zou de belofte van Messias
ontvangen. Daarom ging het in de eerste
Eindelijk Vragensmoede.
15) (Slot)
plaats bij het aanhooren van Jakobs laatste
woorden.
Daarom ging het in de eerste plaats ook
by den stervenden Jakob zei ven. Vandaar
dat Jakob zoo blijde den vierden zoon uit Lea
begroette, toen deze ter zijde van zyn ster-
venssponde trad: Ju da, gij zij't het, U
zulien uwe broeders loven.
Zoo had Jakob gevonden, wat hij met
verlangen des harten heel zijn leven lang ge
zocht had. Want even onmisbaar als Haak
was geweest voor Abraham, even onmisbaar
was voor Jakob onder zijn twaalftal zonen
de-drager van het heilige zaad. Heilige ver-
ukking kwam over den stervenden patriarch
toen hy bij het licht d?s Geestes, in Juda,
dokt* w *tetovaatöc van Messias ont
dekte. Nu was zijne ziele gerust. God ging
vooit Zyn verbond te bevestigen.
■Rn «ft dr°Kg iü Zijne lecdeneD den Silo, den
fardriik, hi-enger V°°r alle geslacbte* des
aardryks, het vrouwenzaad dat de slang den
kop zou vermorzelen.
Na Juda en Lea's andere zonen komt Dan
voor den stervenden Jakob te staan. De zonen
van Lea, de vrye vrouwe, hadden een zegen
ontvangen. Zou de zoon der dienstmaagd ook
gezegend worden? Dan was immers de zoon
heeft18 wirH?t; 6n G?d die aan 0DS Slacht
°p,zetten' die 's aXlmhCTi|aerweDrdkXt8dkok™
ge'tarfhadt °P SChÓOt Va" EaChe]'
Ja, ook Dan deelt in de zegening der zonen
Jakobs: Dan (zyn naam beteekent Richter,
zie nen. 80:6) zal zyn volk richten als één
der stammen Israels." De zoon der dienstmaagd
wordt dus niet tenachtergesteld bij de zonen
der vrye.
In profetische perspectief de toekomst aan
schouwende, voorzegt Jakob hem: „Dan zal
zyn als eene slang aan den weg, eene adder
slang nevens het pad, bijtende des paards
erzenen, dat zijn ruiter achterover valle."
Juda vond zijn beeld in den koninklijken
leeuw, maar Dan in de listige slang.
De listigheid der slang is op zichzelve Diet
nL ?e siang 10 ZOü d0ür aen Schep
per geformeerd dat zij listiger was dan de
andere dieren. Ook zonder inmenging van
zonde kan er listigheid bestaan. De Heiland
vermaant Zyne discipelen ook tot de voor
zichtigheid der slangen.
Maar-geen andere eigenschap kan zoo ge
makkelijk juist ten kwade worden aange
wend als listigheid.
Wanneer list gebruikt wordt door een ge
heiligd hart, en bedwongen blijft onder de
tucht van Gods Woord en Geest, kan de list
K-n' v.D.
Ar
Wü^ie^HEERE is onze-Hechter.
rWr?1S °T?ze- Wet&ever, de
u u j 8 onze Kor"ng; Hü zal ons
behouden.
Jesaja 33:22.
MET MEDEWERKING VAN
ln£och Samuel zeide: Heeft de HEEKF
ian hA?aAhan ff6renen s,achtofferen, als
?en 7if 9b°orzamen van de stem des Hee-
nffAr ^etl00r?amen is beter dan slacht-
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 15:22.
MIDDELBURG.
Op Uwe zaligheid wacht ik, Heeke
Genesis 49 18.
an*w°ordde hij. Als ik zoo aanschouw het
no* tn 6 mij Slonken heeft, en dan
nog wou vragen: waarom, zou mijn antwoord zijn-
a"een °m de Ponsten Xn
O, mijn vragen: waarom? was zondig. Ik eischte
God rekenschap van Zijn daden en besefte niet
zijn. Ik was zelfzuchtig en benijdde mijn ouder?
steeds bd' He! ""l" Z°° Vr°6g moohton smaken:
steeds bij Hemteverkeeren in dien zaligen hemel
om hun Verlosser te loven en te danken.
een daarom Waar°m mii °P«^elderd in
kaSiidfeXib ki?de™D- die hiJ liefheeft,
bleek toen X Tr St6edS 5olpbehoevender
eek, toen mij alles ontviel, niet van Hem af
"huilen" Die mMr ""t diBhter bii J-"
Gods rit dfe vooro^ geboren is, ter rechterhand
Hods zit, die ook voor ons bidt. Hii, de barm
hartige hoogepriester, die medelijden wil hebTn
Heden ten d ODZe Sebreken kent.
rPPht i dage genieten we weer het voor-
r °P aarde te herdenken. En wii
aanbidden Christus, die geboren werd in Bethlehems
stal, van wien de engelen en Efrata's grazige velden
vredft uitjubeiden: Eere zij God! den Hooge
vrede op aarde, m de menschen een welbehagen.'
Hoofdstuk 12.
*™Het Sn,efuwkleed> dat de aarde bedekte, leverde
d^r tlg Slicht op. De besneeuwde takken
der hoornen glinsterden in het zonlicht, waartegen
de ijlblauwe lucht afstak. Hongerig vlogen de
muschjes rond, zoekend naar voedsel, dat aan
hun oog onttrokken was, door het deksel dat
God over de aarde had geworpen.
zei j£e aj!g 2ult«eookwat hebben, lieve beestjes
Wl1' dat we uit dankbaarheid ook u iets
d!t''te Vniet0nS dageli-iksoh brood voor zorgen,
dat ge met van honger omkomt.
oD om H°™ ':d?! Zij de menschen
op om Hem te danken voor het geboren worden
an den Zoon des menschen, die gekomen is om
Gaat n Gl Z-lig tB maken' dat Ver^oren was.
Gaat u ook niet naar de kerk, tante?
in een, kinderen, ik gevoel me niet erg lekker
schudde bedenkelijk het hoofd, 't Zou noodig zijn
vannacht er brj te waken, zeide hij tegenlX
Myn jongen, is er gevaar bii
Ja tante! J
zelfk °Ud e5 afgeIeefd- Spreekt de Schrift
indien'wh-Vant f°°, W-j 1erk zijn 70 Jaren en
maien wij zeer sterk zijn 80 jaren.
en pPgtVf61, mi1Jn tljd is bier °P aarde voorbij
en eer het spreken mij onmogelijk is geworden
het "e+ers\n°g zeggen wat ik gevoel; laat
-v .t^oost zijn, als ik zal zijn gestorven.
Schrik met van dat woord, mijn ure is daar.
i-t°gL mil? is voorbij- Maar gelukkig,
ik heb door Gods genade geleerd, den tijd uit
hlr .Tn-8n W,t6t' dat ik' wanneer mijn loopbaan
al zlJn ^bracht, zal ingaan naar de plaats,
dïe mij bereid is van voor de grondlegging der
mifn GodT g6lukkig Daarzal ik steeds
m jn God groot maken, mijn Jezus aanbidden, die
ook my, arme zondares, kocht met zijn dierbaar
bloed om hem eeuwiglijk te loven en te prijzen"
Lodewijk! WG Z°° miSS8n' snikte
Ik kan toch altijd niet hier blijven; als mijn
Koning my roept, moet ik als een getrouwe
krijgsfcnecht gehoorzamen, antwoordde ze met
een matten glimlach.
De zieke was vermoeid en verviel in eene
onrustige sluimering. Des anderen daags was het
haar onmogelijk, iets meer te zeggen, en tegen
den avond blies zij den adem uit 8
EeMfl?rrijder' 6aD bjdd6r hier minder op aarde,
Maar nu in den Hemel een zalige meer,
Haar ziele, hoe zwart ook, van kostbare waarde,
Aij was een gekochte door 't bloed van haar Heer.
Tante werd begraven en achter het lijk volgde
een kleine stoet. 6
De dragers stonden bij het kerkhof stil. Luid
k^ar,Send e? Py'Hbjk piepend opende zich de
poort, als wilde ze het zeer doen van Lode wij ks
hart vertoilren. Doch zou hij haar terugwenschen
J had immers een goeden ruil gedaan De aardp
zuchtend onder den' vloek der'zonde uitg^fd
voor de hemelsche heerlijkheid. Den mensch met
al zijn weedom voor den verloste, uitjubelend Gii
en tongen gekocht uit alle geslachten, natiën
God dankte Lodewijk voor wat Gods goedheid
hem m zijn tante geschonken had, en hij zeide
de InfV ,Heere'um/,ar ÜW6n naam ziJ de eere>
Amen! aanbldding tot in der eeuwigheid,
