13e Jaargang. VRIJDAG 4 NOVEMBER 1904. No, 45 y/EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFORMEERDE JCeF^KEN IN ^EELAND, JNI OORD-j3l^ABANT RN J^IMBUF^G. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hy zal ons behouden. Jesaja 33:22. Onder Redactie van Dr. L. H. WAGE NAAR, DD. VAN DE KAMP, KERKHOF, MULDER e. a. Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15 22. Abonnement per 3 maanden f0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1-5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LË CM1NTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentiën enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. Ds. JOHANNES HULSEBOS. Verleden Maandag overleed na onzaglijk lijden, Ds. Johannes Hulsebos. Tien jaar ouder dan Ds. J. C. van Schelven, die hem weinige dagen voorging, was hij een onzer oudere tijdgenooten. In 1844 werd hij te Utrecht geboren, en genoot er, evenals zijn broeder Dr. Hulsebos, een zorgvuldige op voeding en een opleiding aan gymnasium en Academie. Op 28-jarigen leeftijd werd hij candidaat tot den H. Dienst en den 4en Aug. 1872 deed hij zijne intrede als Her vormd predikant te Blauw-Kapel. Later weidde hij de kudde Gods te Wissekerke, op de Lemmer ('75'79) en te Oostwolde. Door zijn stillen, voorbeeldigen wandel, zijne beminnelijke en deftige minzaamheid en zijne zuivere prediking kreeg hij een goeden naam onder de „gaarne getrouwe" leeraars dier dagen. In 't jaar der kerkelijke crisis nam Ds. Hulsebos het beroep naar Zuidwolde bij Groningen aan, 4 Juli 1886. Deze kerk leidde hij met kalme kracht uit het dienst huis uit. Op den 30sten Januari des vol genden jaars zeide de kerkeraad de gehoor zaamheid aan de Hoogere Besturen op en aanvaardde weer de aloude Gereformeerde Kerkenorde. In dit reformatorisch optreden stond Zuidwolde bijna alleen. Geen enkele Groninger predikant volgde en alleen Wet- singe-Sauwerd was onder aanvoering van Ds. Teves (den vorigen avond) voorge gaan. Ds. Hulsebos bepleitte met nadruk en bekwaamheid het goed recht der Kerk op hare goederen; doch, zooals men weet, tevergeefs. Nu. volgden in groote opoffering van tijdelijk goed zeer moeilijke dagen voor leeraar en gemeente. Drie jaren hield Ds. Hulsebos het te Zuidwolde vol; toen ont ving hij het beroep naar Vlissingen, ging hij voor de tweede maal naar Zeeland en werd 6 October 1889 door Ds. P. J. W. Klaarhamer in onze Scheldestad bevestigd. Ds. Hulsebos koos in 't kerkelijk leven een eigenaardige positie. Sterk sympathiseerde hij met Prof. Linde boom en Ds. T. Bos, en sedert de Alge- meene Synode van Middelburg steunde hij den invloed dezer groep in ons kerkelijk samenleven. Met Ds. A. Littooy e. a. redi geerde Ds. Hulsebos van 1892 tot 1903 de „Zuider Kerkbode", toen riep hij met Ds. Littooy en Ds. Bouma tegenover de „Z. Kerkbode" 't „Zeeuwsch Kerkblad" in 't leven. Hoogst sympathetisch was ons ds. Hul sebos als onvermoeid voorstander van en medewerker aan velerlei arbeid op het ter rein der barmhartigheid. Een tijdlang zat hij in t Moderamen der Vereeniging voor Gereform. Ziekenverzorging, en in het Hoofdbestuur onzer onlangs opgerichte Zeeuwsche Vereeniging voor Chr. verzorging van krankzinnigen trad hij van meet af aan met zijn gewone stille toewijding op als nauwkeurige secretaris. In Vlissingen had zich dominee Hulse bos volkomen het burgerrecht verworven, en uit de algemeene deelneming spreekt de hoogachting die hem in zeer ruimen kring werd toegedragen. Wiëse, van Schelven, Hulsebos, drie voorgangers in de doleantie, ontsliepen bin nen weinige dagen. Doch de gevolgen van hun grootste kerkelijke levensdaad sterven met hen niet. In 't bizonder ook in Gro ningen zal de naam van Hulsebos blijven leven. Het is zijn onvergankelijke kroon daar voorganger in de doleantie te zijn geweest in doorzettende kracht en met groote eer. Gisteren na-de-middag had de begrafenis plaats. Onder 't vallen der bladeren. De oude Ds. Veenstra wie had dit kunnen denken sprak als overlevend Vlissinger Gereformeerd leeraar het eerst. Daarna nam Ds. Voorhoeve, Hervormd predikant aldaar, het woord om een zeer waardeerende karakterschets van den overledene te geven met aanhaling van de Schriftuurplaats: „Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven". Vervolgens herinnerde Ds. Bouma aan den velerlei arbeid van den ontslapene, in 't bijzonder ook door de Pers, terwijl Ds. Donner van Nieuwdorp hem als secre taris der onlangs opgerichte Zeeuwsche vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen herdacht. Ten slotte spraken de heeren Domnisse en Laernoes. Deze waardeerde namens Kerkeraad en gemeente den geliefden herder en leeraar, gene den medeai beider op 't terrein van Christelijk Onderwijs en historische wetenschap. Dr. Hulsebos dankte namens de familie voor de genoten belangstelling. Trooste de Heere de weduwe, die zich zeer verlaten zal gevoelen in dit land harer vreemdelingschappen en de kinderen, die zoo veel in den beminden vader verloren. En drage het uitgestrooide zaad des Woords in familiekring, gemeente en lezerskringen dertig, zestig, honderdvoud. IN DEN HEERE STERVEN. „Alle vleesch is gras, en al zijne goeder tierenheid is als eene bloeme des velds". Aan die prediking van Jesaja werden we dezer dagen weer herinnerd door het plotselinge heengaan van den algemeen bekenden en geliefden Leeraar uit Vlissingen. Zoo dikwerf het graf gedolven wordt, staat de wereld troosteloos daarbij. Ze gevoelt de smart der vergankelijk heid, ze ondergaat de pijn door vaneenscheuring van hechte vriendschapsbanden veroorzaakt, maar ze kan niet anders dan weenen totdat ze haar smart heeft uitgesnikt. Troost is er voor haar niet. De gemeente des Heeren heeft echter van haren Heiland en Zaligmaker ontvangen den Heiligen Geest, en die Heilige Geest is de Trooster der gemeente. En als hare Trooster beval Hij eenmaal Johannes op Patmos dit woord aan alle geslachten der aarde over te leveren: Zalig zijn de dooden die in den Heere sterven. Dat woord uit het Nieuwe Testament is het pendant, de tegenhanger van Jesaja's prediking der vergankelijkheid. De Geest des Heeren zou niet zoo nadruk kelijk bevolen hebben dit woord te boeken als de kerk op aarde er geen bizondere behoefte aan had. Maar juist omdat de dood telkens midden in onze rijen zijn schrikkelijke macht komt uitoefenen., hebben we een troostwoord noodig. En dan baat menschenwoord niet, want dat kan falen. Maar het woord des Geestes is onfeilbaarhet is de Geest van Christus, die dan spreekt. En Christus heeft de sleutelen der helle en des doods. Daarom kan d i e Geest ons waarlijk troosten in smart. Het is ontegenzeggelijk waar, de gemeente des Heeren lijdt smart als geliefde broeders en zusters weggenomen worden uit haar midden. Onverschilligheid tegenover den dood past aan Gods volk allerminst. Want al is er bij ons geen bange vrees voor den dood, omdat hij een bode des vredes insteê van een vonnisvol- trekkende beul voor ons is, niettemin weten we dat het losrukken van eenmaal gelegde banden een smartelijk gevolg onzer zonden is. Wie dan ook tegenover den dood onverschillig is, stelt zich zeiven op één lijn met de redelooze dieren. Een klassiek schrijver gebruikte om zulke onverschilligen tegenover den dood te teekenen, een treffend beeld, aan de dieren wereld ontleend, in dezer voege „De runderen verzamelen zich bij het hek van de weide, die de slager met het vetste van den koppel verliet, om het naar de slachtbank te voeren. Zij staren het een oogenblik na, als waren zij onder den indruk, dat eenzelfde lot allen straks wachtmaar dan keeren zij zich om, en zoeken gras en grazen rustig voort"- Zoo zien onverschilligen den lijkstoet even na van hem of haar, die uit hun midden het laatst werd grafwaarts gedragen. Het is onnatuurlijk indien de mensch, wanneer- banden worden afgesneden, wier trekking hij eenmaal gevoelde, bij het afsnijden zich aanstelt alsof het hem geen smarte aandeed. In de gemeente des Heeren wordt volstrekt niet het smartgevoel gemist; integendeel,, daar zal het nog dieper gevoeld worden dan in de wereld, omdat het besef van schuld er zich in mengt't Is om onzentwille, o Heere, om onze zonden, dat die banden verbroken moesten worden. Dit is echter liet verschilDe wereld vindt voor haar smart geen troost, maar Gods volk zegt amen op het troostwoord des MET MEDEWERKING VAN Wagenaar. En ik boorde eene stem uit den hemel, die tot mij zeideSchrijf, zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hunnen arbeiden hunne werken volgen met hem. Openbaringen, 1413.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1904 | | pagina 1