BIJBLAD, behoorende bij de ZUIDER KERKBODE van Vrijdag 14 Oct. 1904. De verkiezing van opzieners en diakenen. 's Hoeren Loo. VII De kwestie der verkiezing van ambtsdragers werd onder ons aan de orde gesteld door een artikel van Dr. A. Kuyper in De Heraut van 14 Februari 1897. Z.H.G. schreef Meer en meer openbaart zich in onze Ge reformeerde kerken zekere ontevredenheid over de wijze, waarop thans de leden van den Ker- keraad worden gekozen. Dit is ten volle te begrijpen. Streng genomen leidt de tegenwoordige re geling tot Coöptatie. Een kerkeraad toch die niets doet dan twee tallen voorstellen, daaruit laat kiezen en dan beroept, heeft het volkomen in zijn macht den kerkeraad, tegen den geest der gemeente in, te houden gelijk hij dat zelf wil. Dit nu beantwoordt niet aan wat ons bericht wordt van de apostolische gemeente. Dan wijst de schrijver er op, dat sommige kerkeraden eerst aan de gemeente opgaven vra gen en zich aan die opgaven eigene beweging eenigszins binden. Hij oordeelt dit goed, doch onvoldoende. Het zal moeten komen tot herziening van de Kerkenorde. Het leven van de 16e en 17e eeuw is niet meer ons leven. Andere toestanden, andere verhoudingen zijn ingetreden, andere denkbeelden zijn opgekomen, andere wenschen leven in veler hart. Vooral nu met de Volkskerk gebroken is, kan wegvallen, wat in de Volkskerk noodza kelijk was." Een maand later kwam Dr. Kuyper op dit onderwerp terug en opende een reeks artikelen over verkiezing in het kerkelijke. Voorop stelt hij, dat De Heraut altoos meer dere zeggenschap der leden bij de verkiezing van o. en d. heeft bepleit. De kerkenorde, in meer dan één opzicht kind van haar tijd, en op meer dan één punt vrucht van compronies. 't Gereformeerd beginsel stelt voorop, dat de macht om de personen aan te wijzen, op wie Christus het ambt zal leggen, berust bjj de kerk in haar geheel. Zij bekleedt niet met macht, maar wijst de personen aan voor het ambt. Zij wijst de personen aan en Christus legt op deze de ambtelijke macht door middel van Zijne reeds dienende ambtsdragers. Art. 31 leert dan ook dat Dienaren, ouderlingen en diakenen verkozen behooren te worden „door wettelijke verkiezing der kerk", 't Formulier van bevestiging spreekt van de roep ng door de ge meente, wat klaarlijk aanduidt, dat niet bedoeld is een roeping van de Kerk door hare organen, maar door de gemeente zelve. A. Marck stelt, dat het recht en de macht van roeping niet by de opzieners rust, maar bij het lichaam zelf, de gemeente. Prof. Bernard de Moor verklaart, dat het aldus volgt uit den aard van het ambt. Dit toch is er om de gemeente, ten bate, ten dienste der geheele gemeente, die hierover 't recht en de macht heeft tot dit ambt te roepen. 1 Cor. 3 22, 2 Cor. 4 5). En hij zoekt dit verder te bewijzen door de opmerking, dat heel de gemeente onderscheiden moet tusschen ware en valsche leeraars (Col. 18, 1 Joh. 4 1, 2 Joh. 8 en 10). Doch dan beweert De Moor, dat wel deze macht by heel de gemeente staat, doch uitgeoefend moet worden door hare organen, de ambts dragers, ja zelfs kan overgaan op collatoren of overheidechter met dien verstande dat het recht van uitspraak met beroep op de meerdere ver gaderingen ieder lidmaat der gemeente behoudt. Dr. Kuyper toornt tegen de redeneering, dat de gemeente geacht kan worden van de uitoefening der haar geschonken macht afstand te hebben gedaan De eigenlijke oorzaak van dit brengen van 't recht der verkiezing aan de kerkeraden was het opnemen van heel de bevolking in de kerk. Hierdoor werd de idee„vergadering der geloovi- gen" een ongerijmdheid. Gedrongen werden onze vaderen hiertoe a door de politieke noodzakelijkheid. [Immers, wat men niet in zijne kerk opnam, bleef Roomsch en bondgenoot van Spanje.] b. door de nawerking der Roomsche gedachten dat de kerk ook als instituut het geheele terrein van 't nationale leven moet dekkenen c. door de zucht tot uitoefenen van kerkelijke macht. Om nu toch een geloovige kern te hebben die leiding gaf, zocht men waarborg voor 't gehalte der ambtsdragers en moest wel hun verkiezing aan de verwereldlijkte gemeente ontnemen en onderbrengen bij den kerkeraad. Geestelijk werkte dit beuerfwerend, totdat in die kerkeraden 't ongeloof indrong. Toen werd hieruit geboren"de stuitendste tirannie. Het stelsel onzer kerk eraden wasle. in strijd met liet beginsel, en werd 2e. middel tot verderf der kerken. Wat aangaat de verkiezing van ouderlingen en diakenen, zooals die vastgelegd is in de D. K. art. 22 en 24, deze stelt twee manieren. De eerste is, dat men er de gemeente buiten laat, als kerkeraad benoemt buiten de gemeente om en slechts pro forma den gekozene laat afkondigen. Doch er is ook een tweede. Dan doet de kerke raad slechts een voordracht. En de gemeente zelve verkiest. De gemeente heeft hier het recht van verkiezing; de kerkevaad slechts dat van voordracht en bevestiging. Toch is ook hierdoor de gemeente niet vrij, maar zeer gebonden. Ze mag de voordracht niet terzijde leggen. Ook niet aanvullen. Zelfs niet terugzenden. Zy is verplicht uit die gedane voordracht te kiezen. En wel het halve deel. Eén dubbeltal, waaruit de helft gekozen wordt. In de Oud-Gereformeerde kerken heeft slechts de helft coöptatie gehad, verkiezing door de ker keraad alleende andere helft was iets vrijer. In '87 werd te Amsterdam een nieuwe wyze van verkiezing ingevoerd. Omtrent predikants verkiezing werd bepaaldDe lidmaten in wijken samenkomen, maken voor elke vacature een zestal op. De Kerkeraad kiest hieruit een tweetal. De gemeente beroept hieruit. En bij ver kiezing van o. en d. leveren de manslidmaten in vollen rechte aanbevelingen in. De kerkeraad maakt hieruit een gros, zoo mogelijk een dubbel tal. De gemeente kiest hieruit. Dr. K. besluit: Verkiezing door coöpt /er is on gereformeerd bij alle kerk, die uit het eformeerde beginsel leeft, zal steeds trachten euvel der coöptatie te ontzeilen, om weer opi primordiale rechten van Christus in Zijn gem, .ute terug te komen. Nog enkele opmerkingen voegt Dr. K. aan dit merkwaardig betoog toe. Art. 24 eischt aftreding telken jare van den halven kerkeraad met vervanging door anderen. Dit temperde de Coöptatie. De zittenden konden tenminste zichzelven niet continueeren. Kiest een gemeente geheel vrij, dan is ze vol komen gerechtigd dezelfde personen telkens weer aan te wijzen. Maar maakt de kerkeraad gebruik van de hen bij Art. 22, 24 verleende bevoegdheid om te doen wat der gemeentëjwasdan is hij ook stipt gehouden aan de maatregelen tegen misbruik van die bevoegdheid. Geen langer dienst dan twee jaren en geen herkiesbaarheid van aftredenden Wel staat er een exeptie bij, doch als uitzonde ring op den regel. Natuurlijk niet andersom Dit bazuingeschal heeft De Heraut sinds 1897. W. Op 17 October wordt de Jaarvergadering ge houden in Utrecht in de Oosterkerk. Ruim twee honderd patiënten, worden verpleegd. Een eigen kerkje wordt noodig. De voorzitter der vereeniging, Ds. J. C- v. Schelven te Dieren, is maanden-lang zeer ziek. De jaarvergadering roept ditmaal met name alle vertegenwoordigsters van Groot Emaus sa&m. Daar moet de Stichting rijzen, die vele verwaar loosde jongens op Rijkskosten christelijk opvoe den zal. Onze vriend Kortlang heeft hier zijn trouwe hart op gezet. Met hart en ziel zal hij er zich aan geven. Hij leeft in de hope om met '8 Heeren hulp van verwaarloosde knapen flinke mannen te kweeken. De resultaten in dergelijke stichtingen zijn zoo verrassend gunstig. Omdat 't Rijk kostgeld betaalt, zijn onkosten gering. Rome is reeds klaar. De Hervormde classis Mid delburg gaat ons voor. Rijze van Gereformeerde zijde deze Stichting. Ze verdient onze volle sympathie. Wagenaar. OFFICIËELE BERICHTEN. Aan de Kerker aden der Geref. Kerken in de Classis Walcheren. Door de laatstgehoudene Classisvergadering daartoe aangewezen roept de kerk te O. en W. Souburg hare zusterkerken in de Classis op ter vergadering tegen Woensdag 9 November a.s. des morgens te 9x/2 ure precies in de Hofplein- kerk te Middelburg. Punten voor het Agendum gelieve men tijdig in te zenden aan het adres van den Actuarius ds. H. Meulink te Meliskerke. Namens de roepende kerk van Souburg: G. F. Kerkhof, praeses. M. Dorleijn, scriba. Vergadering der Classis Axel te Ter Neuzen, 6 October 1904. 1. Ds. Littooij opent de vergadering. 2. Moderamen ds. Littooij, Prs.ds. Sietsema, Assessor; ds. v. d. Kamp, Scriba. 3. De credentiebrieven zijn in orde. 4. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. 5. De financieele zaken worden verhandeld. 6. Wordt behandeld: 6 protesten uit een kerk tegen de verkiezing en bevestiging van 2 kerke- raadsleden. 1 protest uit dezelfde kerk door 17 lidmaten onderteekend tegen het advies, dat de classis op hare vergadering van 30 Juni j.l. te dezer zake heeft gegeven. Na uitvoerige toelichting van de afgevaardigden en zeer ernstige en langdurige bespreking advi- seert de classis, dat gehandeld worde naar 't advies der vorige vergadering. 7. Wordt gelezen een schrijven van de classis Dordrecht in zake Gent. De classis besluit de broeders te Gent te laten onder 't opzicht der kerk van Axel A. 8. Aan Hoek worden de vastgestelde vacatuur beurten toegezegd, en 't verzoek om meerdere hulp in den dienst des Woords met 13 tegen 3 stemmen afgewezen. 9. Een schrijven van den kerkeraad van Kou- dekerke geeft aanleiding, dat elke kerk een onderzoek in eigen kring zal instellen en op de volgende vergadering rapport uitbrengen. 10. Twee broeders vragen en krijgen verlof de vergadering te verlaten. 11. Bij de rondvraag, art. 41 D. K. O., wordt aan Axel A advies gegeven in een aanvrage om attestatiesaan Axel B opgedragen, dat de kerkeraad in eene overtreding van 't 7de gebod nader advies zal inwinnen en op de volgende vergadering zal rapporteeren. De kerkeraad van Axel B geeft zijn voornemen te kennen in de volgende vergadering de tucht over doopleden ter sprake te brengen, en verzoekt dat elke kerkeraad zich hierover berade, opdat we een goed voorbereide bespreking krijgen. 12. De volgende deputaten worden benoemd: a. Kerkvisitatie: D.D. v. d. Kamp en Tholen, Primi; D.D. Littooij en v. d Berg secundi, b. ad Examina: D.D. v. d. Kamp en v. d. Berg. c. Approbatie van attestenOudl. Dregmans, D.D. Tholen en v. d. Berg. d. Art. 13 D. K. O. D.D. Sietsema en Tholen. e. Quaestor ds. Tholen. f. Quaestor Prov. Em. Kas: ds Littooij. g. Col lecten ds. Veen. 13. Ds. Veen zal de volgende vergadering eene regeling der collecten voorleggen. 14. De volgende vergadering zal D. V. gehou den worden te Ter Neuzen, begin Februari 1905. 15. Ds. Sietsema sluit met dankzegging. Namens de Classis, R. v. d. Kamp, Scriba. Vergadering der Classis Klundertop 6 Oct. 1904, te Klundert. De vergadering wordt door den praeses, ds. Mulder, op de gebruikelijke wijze geopend. Scriba is ds. Goris, assessor ds. Zwiers. Dr. de Moor en oud. Maris onderzoeken de credentiebrieven. Se cundi zijn opgekomen voor Breda, Dinteloord en Willemstad. Tegenwoordig zijn de Deputaten der Provincie ds. J. M. Mulder, ds. J. A. Goed- bloed en ds. J. van Haeringen. Na het rapport van Dep. ad Examina vangt het examen van den Eerw. heer D. B. Hagen beek, ber. pred. van Fijnaart, aan. Deze houdt eene predioatie over Jes. 51 1, 2, 3. Daarna onderzoekt dr. de Moor in Exeg. O. T. naar Haggai 2, ds. Voigt in Exeg. N. T. naar Matth. 2 en 2 Cor. 4, ds. Zwiers in Dogmatiek. Ver volgens vraagt ds. Goris Kerkgesch ds. Mulder Ethiek, ds. Zwiers Inhoud H. S., ds. Mulder Symb., ds. Goris Kerkrecht, dr. de Moor Homi letiek, ds. Voigt praktische vakken. Gehoord het advies der Deputaten, besluit de classis dezen broeder toe te laten tot de Bediening des Woords en der Sacramenten. De voorzitter deelt hem dit namens de classis mede, en deze zingt hem Psalm 134 3 toe. Om het late uur worden alleen de noodigste zaken behandeld en al 't andere wordt uitgesteld.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1904 | | pagina 5