Bjj i immer Moort een bijvoegsel.
13e Jaargang.
VRIJDAG 14 OCTOBKR 1904.
No. 42.
yV EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFORMEERDE JCeF^KEN
^Zeeland, JlooRD-j3F^ABANT en [.imbuf;g.
Onder Redactie van Dr. L. H. WAGENAAR,
DD. VAN DE KAMP, KERKHOF, MULDER e. a.
K. LE COLMKE
Berichten, Advertentiën enzgelieve men
tydig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
II.
De deugdelijke grond, waarop wij onszelven
houwen moeten, is alzoo het allerheiligst ge
loof, d. w. z. de zuivere leer der waarheid.
Toch geeft Judas daarmee niet te kennen,
dat wij ons geestelijk bestaan moeten bouwen
naar een of ander model, door een leerstelsel
aangeprezen.
Hij spreekt van uw allerheiligst geloof. De
leer der waarheid moeten we niet slechts in
het geheugen geprent, maar ook ons toege-
eigend hebben, zoodat die waarheid aan onze
harten is geheiligd en in ons binnenste ge
worden is een gezegende kracht, een levens
beginsel, waardoor wij ons laten leiden. Dan
pas is het geloof, dat den heiligen vóór ons
overgeleverd wierd, geworden ook ons aller
heiligst geloof. En nu worden we vermaand op
dat fundament onszelven te bouwen, te stichten.
Nu zijn er wel geloovigen, die het allerheiligst
geloof zich niet geheel hebben toegeëigend.
Gevolg daarvan is dat hun geestelijk bouwen
Eindelijk Yragensmoede.
te voorschijn doet komen een weinig sierlyken
tempel.
De Heidelberger leert ons dat we drie
stukken moeten kennen om zalig te leven
onze ellende, onze verlossing en onze dank
baarheid. Wanneer nu s'echts één of twee van
die stukken door den geloovige zich werden
toegeeigend, en hij ging op dat gebrekkige
fundament zichzelven bouwen, openbaart hy
allerminst een gezond Christelijk leven; hij
bouwt zichzelven tot een armzalig hutje. Ge
kunt dan ook waarnemen, hoe zy die zich
zelven bouwen enkel op het fundament der
ellende, omdat ze dat deel van het aller
heiligst geloof alleen zich toeëigenden, niet
een zalig leven hebben, maar een arm
zalig leven; niet een bemoedig Christelijk
leven leiden, maar een berisJöwd leveD. Daarin
schuilt dan hun fout, dat ze zich niet eerst
heel de zuivere leer der waarheid toege
eigend hebben. Vanzelf moet hun geestelijk
gebouw brokwerk worden, omdat het funda
ment niet compleet was. En de ellende èn
de verlossing èn de dankbaarheid moecen door
ons gekend en ons toegeëigend worden.
Het objectief (voorwerpelijk) zuivere geloof
der heiligen moet door ons subjectief (onder-
werpelyk) in zijn geheel worden aange
nomen en ons toegeëigend, dan zullen we
een goed en deugdelijk fundament hebben om
onszelven op te bouwen tot heilige en sierlijke
tempelen des Heeren. In de Gereformeerde
Kerken kunt ge dan ook vinden kinderen
Gods, op het zuivere fundament der waarheid
gebouwd, die ondanks hun zonden en gebreken
vertoonen mogen den genadeglans Yan een
blijmoedig en gezond Christelijk leven. Het
allerheiligste geloof werd by hen tot een
gezegende kracht, tot een levensbeginsel, dat
stuur gaf aan ,hun leven op alle gebied om
daar in de eerste plaats op te komen voor
de eere Gods.
Met dankbaarheid aan God, dat ook ons die
zuivere waaiheid werd overgeleverd, moeten
we dan ook op dien grondslag onszelven
bouwen. En tot de middelen dienende om
dien bouw te bevorderen behoort alle onder
zoek der Heilige Schrift, lezing en herlezing
van onze kostelijke Belijdenisschriften, getrouw
verkeeren onder de Bediening des Woords, en
ook het overdenken van ons geboden medi
taties, ja allo arbeid van onzo Chiistelijke pers.
Vooral in onze dagen hebben we toe te
zien, dat wij ons door niemand, door niets
laten verleiden tot het verlaten van dien
zuiveren grondslag. Het getal en de kracht
der verleidende geesten vermeerdert met den
dag. En als Satan door grove ketterij de
gemeente niet kan ondermynen, komt hij in
de gedaante van een engel des lichts met
zoetvleiende woorden om de geloovigen zacht-
ken3 aan van het vaste fundament af te
IN
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hy zal ons
behouden.
Jesaja 3822.
MET MEDEWERKING VAN
Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE
lust aan Brandoffeïen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 15:22.
Abonnement per 8 maanden f0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
MIDDELBURG.
ZICHZELVEN BOUWEN.
Maar geliefden, bouwt uzelven op uw
allerheiligst geloof, biddende in den
Heiligen Geest.
Brief van Judas: 20.
ii)
Tante, ik kan in God niet gelooven. die mij
hier op aarde van mijn liefste panden beroofde.
En toch zou ik moeten. Had Hij mij mijn ouders
laten behouden en mij Keetje geschonken, hoe vurig
zou ik God kunnen lief hebben. Maar nu
Tot antwoord haalde tante een bijbeltje uit de
latafel en zeide terwijl ze het hem overhandigde
Kijk, mijn jongen, hier is de bijbel uwer moeder.
Zie, dit heeft ze onderstreept, als wilde ze u het
later nog doen zien en u toeroepenHier
op deze aarde slechts een kleine tijd, maar
straks, in de eeuwigheid Zoek eerst geborgen te
worden voor die oneindige ure en zorg dan voor
het tijdelijke. Eigenlijk behoeft ge niet te zorgen
of beter bezorgd te zijn, want God uw Vader
weet wat gij van noode hebt. Nog eens, wat zou
het uwe moeder smarten, zoo ze wist, dat haar
eenig kind niet in haar God geloofde. Tante ver
trok uit de kamer, Lodewijk alleen achterlatende
met moeders bijbel. Hij doorbladerde het boek.
Zijn oog viel op een tekst met een kleine aan-
teekening. Hij luidde: De Heere heeft gegeven,
de Heere heeft genomen, de naam des Heeren
zij geloofd. Op den sterfdag van mijn vader.
Hij zag verder. Zalig zijn die treuren, want zij
zullen vertroost worden. Op den sterfda» van
mijn lieve moeder.
O, moeder! barstte hij uit. Gij vondt troost
in Gods "Woord voor uw wonden, die u geslagen
werden. Kon ik het maar gelooven
Maar alles is mij zoo duister, alles zoo donker
om mij heen!
Ka een tijd van zwaren strijd, viel hij op de
knieën en badO, God mijner moeder, geef mij
kracht om te gelooven, want ik bezwijk en verga
van rouw en droefenis.
En God verhoorde hem. Vrede daalde neer in
zijn hart.
Vrede door het bloed des kruises.
En tante. Ja, zij had ook voor hem gebeden
in zijne aanvechtingen. Zij wist het, dat een
krachtig gebed des rechtvaardigen veel vermag.
Zij hoopte het en mocht gelooven, dat de Heere niet
tevergeefs het roepen zijner kinderen hoort*. Wel
mijn jongen, hoe is het, vraagde zij.
Ze zag en ze hoorde van haar Lodewijk watgroote
dingen God gedaan had. Wat was het verder
een heerlijke avond en voor het ter ruste-gaan
zongen ze het altijd schoone lied
'k Heb geloofd en daarom zing ik,
Daarom zing ik van gena,
Van ontferming en verlossing
Door het bloed van Golgotha;
Daarom zing ik U die stervend
Alles, alles hebt volbracht,
Lam Gods, dat de zonde wegneemt,
Lam van God, voor ons geslacht
Hoofdstuk 8.
't Was Zondag. Lodewijk richtte zijn schreden
naar de Gereformeerde kerk, aangezien door veel
nieuwsgierigen, die wel gisten, maar niets wisten
van zijn strijd en nieuw leven.
De leeraar betreedt den kansel en leest zijn
tekst, die luidde hoort hij het wel goed V De
Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen,
de naam des Heeren zij geloofd. Mijne hoorders,
vervolgde de prediker, deze woorden zijn van Job.
Hij sprak ze, toen hem alles ontnomen was. Zijn
huis, zijn vrouw, zonen en dochteren, al zijn vee
en bezittingen
Onder al die verdrukkingen is het een jubeltoon
tot Gods eer en een nederig berusten in zijnen
wil. Zonder genade had Job, de zwaarbeproefde,
dit niet kunnen zeggen. Is het zulk een kleinig
heid alles te verliezen en nochtans Gods lof te
verkondigen? Voorzeker neen!
De kracht van Hem, door wien alle
dingen zijn, kunnen we in de geloofstaal van
Jobs lippen beluisteren. Met het gehoor desoors
heb ik U gehoord, maar nu ziet U mijn oog.
Zijn geloof stond vast, want het was gefundeerd
op „De Rots".
Onwankelbaar gegrondvest, dies konden de stor
men des levens en de golven der tegenspoeden
het niet ondermijnen.
Scheen het schuim der baren zijn zeker weten
voor een oogenblik te bedekken, geen nood, het
geloof dat de wereld overwint zou blijken sterker
te zijn dan Satan met al zijn hellemachten.
Laat ons hieruit leeren met al onze nooden tot-
Hem de toevlucht te nemen. Dan mogen de
stormen woeden en alles om ons heen nacht zijn.
Weest gerust, want God, onze God zal ons
behoeden. Hij zal ons geleiden tot den dood toe.
Heerlijk, driewerf zalig, zich veilig te gevoelen in
Jezus' armen. Daarom, o zondaar, neemt tot Hem
uw toevlucht. Twijfelaar en vrager, ga tot Hem!
zoekende, Hij zal zich laten vinden. Treurenden,
ga tot uw Heiland en getroost zult gij worden.
(Wordt vervolgd.)