13e Jaargang.
VRIJDAG 19 AUGUSTUS 1904.
No. 34.
yi EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFORMEERDE JCeF^KEN
IN
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hjj zal ons
behouden.
Jesaja 3822.
^Zeeland, JNIoord-^i^abant en J-hmbuf^g.
ONDER REDACTIE VAN
Dr. L. H. WAGENAAR,
met medewerking van onderscheidene Predikanten.
Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de em des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22
Abonnement per 3 maanden f0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1-5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LË COiNTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentiën enz,, gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
GEDENKT AAN DE VROUW VAN LOT.
En hij zeide tot de discipelen: Er
zullen dagen komen, wanneer gij zult
begeeren eenen der dagen van den
Zoon des menschen te zien, en gij
zult dien niet zien.
Lukas 1722.
Wij hebben in Lots roeping en behoudenis
een voorbeeld, hoe de Heere Zijne Kerk uit
de wereld en haar oordeel roept en uitleidt
en behoudt.
Indien wij dit in 'toog houden, zal het ons
duidelijk worden, wat de vrouw van Lot ons
te zeggen heeft.
Iets daarvan willen wij elkander in her
innering brengen. En dan mag zij ons wel
allereerst leeren, dat de uiterlijkebreu-
ie met Sodom onvoldoende is tot
behoudenis.
Dit geldt zoowel voor kerken als voor per
sonen.
Wij vinden toch by Lots vrouw veel, dat
op zich zelf goed en begeerlijk is.
Zij was met de Kerk geroepen en
uitgeleid uit Sodom, zij wandelt aan
vankelijk mede indenweg der redding
naar Zoar, - zij heeft schijnbaar en althans
uiterlijk met Sodom gebroken
Welke kostelyke zaken! Gewis, doch niet
voor haar persoonlijk, want dit is bij haar
Eindelijk Yragensmoede.
Als ik het zoover maar kan brengen, hem in
mijn macht te krijgen, dan zal ik hem niet laten
schieten. Nooit meer
Had ze Lodewijks afspraak geweten, misschien
zou ze zoo rustig niet zijn gaan slapen. Maar er
zijn tijden dat de onwetendheid gelukkig maakt
en zoo was dit ook hier het geval.
En Keetje, eigenlijk durfde ze er niet goed
mee voor den dag komen. Dus maar langs een
omwegje Eerst een praatje over het weer, het
ijs en eindelijk dat Lodewijk morgenmiddag met
haar wou gaan rijden. Wat antwoordde moeder?
Ze was zelf ook jong geweest en kon ze dus
het verlangen van Keetje wel billijken. Maar
zei ze vermanend en moederlijk „Denk er om
mijn dochter, dat op elk terrein onze christe
lijke levenswandel moet uitkomen. Op elke plaats
dus ook daar.
Weet het, God slaat ons overal gade en bedroef
hem niet door uitbundigheid in woorden of daden,
waarmee we onzen Heiland smart of oneer aandoen.
alles slechts u i t e r 1 ij k, het is maar voor
een t y d, en daarom komt zij niet tot be
houdenis.
BI ykens het tekstverband, stond zy voor
de keuze öf de wereld en datgene wat haar
het leven toescheen, öf haar ziel te verliezen.
Onder den indruk der prediking van de
naderende oordeelen en van de mogelijkheid
der ontkoming is zij tot breken en tot
uitgaan gekomen, doch als zij nu op den
weg de wellusten en genietingen van Sodom
moet missen, dan blijkt, dat zij de wereld
niet missen kan, dat zij er in haar hart
niet mede gebroken heeft, dat zij Sodom
niet van harte vijand geworden is.
De liefde tot de wereld verblindt weldra
weêr oog en hait; zij gelooft niet langer aan
het gedreigde gericht..'/Aybegeert nu ook
Zóar niet meer. Zij gevoelt volstrekt geen
reden tot dank, maar wel tot klagen, en in
haar hart komt de ongehoorzaamheid aan
'sHeeren bevel en getuigenis aan 't woord -
Zij houdt op, zich te haasten van Sodom
weg naar Zoarzij vangt aan, achter te blijven
zij wendt zich, om Sodom's heerlykheid en
begeerlijkheid nog eenmaal te zien zij komt
tot stilstaan en tot breuke met de Kerk, en
alzoo komt zy om in Sodom's oordeel.
De scheiding tusschen haar en
Sodom was a an vankei ij k wel ver
genoeg, maar nimmer diep ge
noeg om tot behoudenis te komen.
Vandaar komt het ook, dat zy bereid
noch gewillig is, om Lot naar Zoar te volgen.
Zij is daardoor evenzeer onmachtig en on
willig, om den voorgestelden weg der redding
te bewandelen tot de behoudenis toe. Zy kan
haar leven, datgene, waarin zij het leven
stelt, niet om Gods wil verliezen.
Zij mist blijkbaar dat van God ingeplante
geloofsvermogen, om aan te nemen, wat haar
met de Kerk van den Heere binnen Zoar
aangeboden wordt. Zy is dan ook niet geloo-
vig werkzaam met de beloften des Heeren>
welke ontkoming aan het oordeel en behou
denis binnen Zoar inhouden.
Zij oordeelt niet eenstemmig met den Heere
,en met Zijne Kerk over Sodom.
De Heere toch en Zijn volk, zijn Sodom,
dat is wereld en vleesch% en zonde van
harte vijand, om hare onheiligheid en on
gerechtigheid en om haar vijandschap en op
stand tegen Hem, den Heere des Hemels en
der aarde.
Bij Lot's huisvrouw is juist Sodom geliefd
en begeerd. Haar persoon en natuur trekken
er heen, leven er in.
Geen wonder dat zy Gods oordeel over de
wereld, de zonde en het vleesch niet billykt.
Immers zy kent noch God, noch Zijn heilig
en heerlijk recht, daarom heeft zy Hem ook
niet lief, daarom erkent noch dient zij Hem,
De nacht vlood kalm voorbij. De sterren ver
bleekten en de dageraad brak aan. Antje eens
gauw naar buiten gekeken. Ja hoor, de bijten
in de rivier bewezen, dat de vorst het ijs weer
een duim dikker had gemaakt. Zooals ook de
stadswerker zeide, want bij centimeters wilde hij
niet rekenen.
's Middags weer naar de ijsbaan. Daar gekomen,
wat ziet ze? Lsdewijk en Keetje rijden samen.
Wat, zou zij mij willen onderkruipen? Even een
praatje gemaakt en dan tevens eens gevischt hoe
de zaken staan. Nu, jullie zijn er van middag
ook vroeg bij, riep ze al uit de verte. Ja, ant
woordde Keetje, maar moeder zei, dat ik zorgen
moest vroeg thuis te zijn. Bah! zoo vroeg. Is de
avond dan niet lang genoeg om in huis te
zitten? Tegen donker is het juist het prettigst.
Moeder heeft ook wel graag, dat ik vroeg thuis
ben. Ik denk altijd, men is maar eenmaal jong.
De oude menschen zijn altijd bang om je eens
te laten genieten van je jonge leven.
Lodewijk maakte een einde aan het gesprek,
door Keetje voor te stellen nog een baantje te rijden.
Vol afgunst staarde Antje ze na.
Maar straks dacht ze. als Keetje naar huis
gaat, en dat is vroeg, zooals ze me vertelde, zal
ik met hem nog wel eens een toertje maken en
zorgen dat Keetje me niet verdringt.
Maar dat viel tegen, want samen gingen ze
naar huis. Wat zou Antje doen? Niemand
interesseerde haar verder, dus de schaatsen maar
afgespannen en „huistoe", met de wensch in het
hart, dat het 's nachts maar zou gaan dooien.
Want als dat zich morgen weer herhaalde,
begreep ze heel goed dat zij de tweede zou
worden. En ze verkreeg haar begeerte, want de
wind draaide en 's morgeus viel de regen in
stroomen neder.
Hoofdstuk 4.
Wel Keetje, heb je nog al plezier gehad
vraagde haar moeder.
Ja, genoten hoor! Jammer dat het nu weer
voorbij is, want van deze week zal er niets meer
van komen. De wasch moet nog opgestreken
worden en naaiwerk ligt er ook nog in overvloed.
Als we drukke bezigheden hebben en dan
een middag vacantie, waardeeren we het genot
altijd veel meer. Is de ontspanning op gepaste
wijze geweest, dan kunnen we later nog dikwijls
met genoegen aan die dagen terugdenken. Dit is
een voorrecht, en velen zijn er, wien de kleur in
het aangezicht stijgt als ze zich herinneren de
dagen hunner jeugd. Later, als men ouder mag
worden, zal men nog beter leeren waardeeren en
hoogschatten een rein leven, dat niet bevlekt is
door zonden, bedreven in de jonge jaren, waarin
men frisch en krachtig is.
Laat men steeds bedenken, dat het lichaam
een tempel Gods is, dat we niet mogen veront
reinigen of verwaarloozen.
Bidt steeds uw Heiland om kracht om de
zonden te leeren bestrijden en te vlieden. Menig
jongeling of jongedochter is gevallen, steunende
op eigen kracht. Dat steeds meer en meer het
gebed moge zijnSchep mij een rein harte, o
Goden vernieuw het binnenste van mij in een
vasten geest.
We zullen Keetje en haar moeder voor een poosje
verlaten en Lodewijks tehuis weder bezoeken.
Treden we binnen, dan zien we beiden gezellig
tegenover elkander zitten. De chocoladeketel*
benevens een paar kopjes staan op tafel. Weet
je, zei tante, een kop warme melk is goed na het
schaatsenrijden. Tenminste, mijn moeder placht
altijd te zeggen J e pakt op het ijs zoo gemakkelijk
kou, en chocolademelk, is een lekker en tevens
onschadelijk middel daartegen. (Wordt vervolgd.)
5)