Cl
Gedenknummer Gouden Jubilé Theologische School.
13e Jaargang.
WOENSDAG 15 JUNI 1904.
No. 25.
yV EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFORMEERDE EF^KE
pEELAN D, JNoORD-j3ï^ABANT EN JLlMBUF^G.
N
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hy zal ons
bohouden.
Jesaja 3322.
ONDER REDACTIE VAN
Dr. L. H. WAGENAAR,
Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
Abonnement pei 3 maanden f0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1-5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CÖ1JNTKE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentiën enzgelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
Schoon op zijn tijd.
Hij heeft ieder ding schoon
gemaakt op zijnen tijd, ook heeft
Hij de eeuw in hun hart gelegd,
zonder dat een mensch het werk,
dat God gemaakt heeft, kan uit
vinden van het begin tot het einde
toe. Pred. III 11.
De Theologische School onzer Gerefor
meerde Kerken viert heden haar halve-eeuw-
getijde.
Zij heeft er recht op, dat de Kerken, die
haar stichtten en dragen met zeer groote liefde
en innige waardeering, doch ook de Kerken,
die haar in 1892 mede-aanvaardden, met haar
gedenken den weg, dien de Heere haar geleid
heeften de Heere heeft er recht op, dat Hij,
al was het ook met een „lofzang in stilheid"
erkend en geprezen worde voor zeldzaam
veel goeds en liefelijks, dat Zijne ontfer
ming over Sion voor deze Stichting gaf.
Hij, die ieder ding schoon maakt op zijnen
tijd, heeft ook de Theol. School op haren
tijd schoon gemaakt!
God toch maakt -- zoo merkt onze kant-
teekenaar op „alle dingen alzoo, dat zij
schoon en fraai zijn en alles ten bekwamen
tijde geschiedt, hoewel bij de menschen groote
veranderingen voorkomen."
Ja, God maakt alle Zijne dingen schoon en
doet ze komen ter bekwamer tijd, doch
ook ligt er misschien ik hoop met deze
gissing niet in al te verkeerd gezelschap te
komen! in aangeduid, „dat de Heere alle
ding schoon in zijn tijd schikt". Veel wat
God geeft, is ook schoon juist in en voor
den tijd, dat God het geeft. Is niet der jon
gelingen sieraad hunne kracht? Is niet dei-
grijsheid kroone de bedachtzame wijsheid?
Zoo zullen wij dan Gods schoone orde zoe
ken te verstaan. Op te merken het heerlijke,
dat Hij werkt in elk tijdperk dat in dat tijdperk
past, juist in dat milieu prijkt met een God-
verheerlijkend schoon
Tot dit naspeuren van 's Heeren heerlijk
doen dringt ons het hart. God heeft de eeuw
in ons hart gelegd, dat is ik citeer weer
onze kantteekenaars„een natuurlijke ge
negenheid tot de onderzoeking der eeuwen
en tijden en wat daarin geschied is". Door
gronden zullen we zeker het doen des Heeren
niet. Onze kennis blijft gebrekkig. Doch iets
opmerken van het Godewaardige en Godver-
heerlijkende van Zijn gang door de eeuwen,
van Zijn eigenaardig bedeelen der verschil
lende tijdperken met hun passende gaven,
dat geeft den wijze de Heere.
Schoon op zijn tijd dat mag zeker gezegd
worden met innigen dank aan God voor
de stichting der Theologische School.
O, wat was die tijd van 18371854 voor
het „uitgeleide volk" bang en droef geweest.
Verwarring en verdeeldheid, wantrouwen en
verbittering, scheuring en splitsing dreigden de
gemeenten te verwoesten. Over kerk en doop,
over de autonomie der gemeente en 't gezag
der synode, over vrijheid en kerkenorde,
over oefenaars en ambtsgewaad was met bit
terheid gekampt en rj. was men den strijd
moede geworden, ue verdeeldheid dreigde
bestendigd te worden, daar onderscheidene
der invloedrijkste leeraars Scholen hadden
ter opleiding van a.s. leeraren De leerlingen
dezer scholen werden niet'of nauwelijks over
en weer erkend, en daarbij dreigde ietwat een
zijdige opvatting van sommige punten der
gezamenlijke belijdenis met leerverschillen
Toen gaf de Heere „de algemeene Theolo
gische School". Ze werd een hechten band ter
samensnoering van al de Christelijke Afge
scheidene Gemeenten, en ze bood een op
leiding in gezond-gereformeerde richting aan
honderden jonge mannen, die in groote broe
derlijke eenheid Christus' Kerk hebben ge
diend, en trouw in het kleine, haar op
honderden plaatsen gebouwd.
Had voor de oprichting der School te Kam
pen Scholte onderscheide leerlingen opgeleid
en geëxamineerd en doen aanstellen, had te
Groningen Ds. de Haan aan vele mannen
een soms ongelooflijk korte poos 't onmisbaar
geachte onderricht gegeven, was door Wouter
Kok in Drente les gegeven op verschillende
plaatsen (School in de borgen, te Dwingeloo,
te Hoogeveen) daarbij geholpen door zijn
leerling, J. Bavinck, die spoedig zijn onder
wijzer ver overtrof, had ook Brummelkamp,
straks geholpen door den in Genève opgeleiden
van Houte, een school te Arnhem, in 1854
gelukte het eene weer de kerken van alle
provinciën en groepen vertegenwoordigende
Algemeene Synode om met algemeen goed
vinden te besluiten tot het oprichten van
een Algemeene Theologische School, waarin al
de bestaande scholen zich oplosten.
Had reeds de Synode in 1846 te Gronin
gen, waar ook Buddingh bad, den „hoofd
onderwijzer" Ds. de Haan opgedragen om
een ontwerp gereed te maken en aan alle
provincies toe te zenden, en deze voorgesteld,
dat er een Algemeene School zou zijn met
twee «opleiders" en een rector, die hen helpt
in het onderwijs der talen, welke „opleiders
of hoogleeraars" staan zullen onder het
opzicht der geheele Kerk en lid zijn van
Kerkeraad, Classe en Prov. Synode en advi
seurs der Generale, terwijl Provinciale Kassen
de studiekosten der studenten zullen hoeden
en had de ontwerper in de eerste plaats
als Hoofdonderwijzer van de Algemeene
School zich zeiven aangeboden en voorts
gewezen op Brummelkamp, Van Velzen,
Buddingh of Meerburg als no. 2, eerst in
1854 was er kracht om te baren. Toen werd
'wat De Haan begeerd had, overtroffen. Vier
Docenten tegelijk werden benoemd. Hij zelf
met Brummelkamp en Van Velzen traden
op, en na eenige onderhandelingen, o.a. met
Ds. J. Bavinck, die zich te bescheiden terug
trok, werd no. 4 Helenius, de zoon van vader
Hendrik de Cock, wiens karakteristieke foto
(die zeer onbekend schijnt; er zijn er zelfs
velen, die beweren, dat er geen portret van
hem bestaat) we, overgenomen uit een van
de jaarboekjes der Chr. Geref. Kerk, in dit
nommer geven. Is, meer dan De Cock, H.
P. Scholte de vader van de gedachte der
Afscheiding in 't Zuiden sprak men ook
van Scholtianen! Hendrik de Cock is
meer dan Scholte vader der beweging ge
weest en heeft vooral in 't Noorden, waai
de kracht der scheiding school, zijn stempel
op de „Koksianen" gedrukt.
De Algemeene School werd 6 December
1854 geopend.
God heeft de Theologische School gemaakt.
God heeft haar schoon gemaakt op
haren tijd.
Schoon.
Immers er was aanvankelijk voldoende
wetenschappelijke kracht. Drie der vier „hoofd
onderwijzers" waren Universitair gevormde
Dienaren. Daar was v. Velzen, de gezalfde
prediker, Brummelkamp, de fijn beschaafde,
de Haan, de hebraïcus, en de volgens
dr. Hoedemaker „altoos geleerde" de Cock.
Doch wat veel schooner was, er was
z e d e 1 ij k e kracht.
Ongelooflijk wankel stond de zaak der
Chr. Afgescheiden Gemeente. God had, zoo
riepen schier allen, met Zijn Geest Neder
land verlaten en tal van de energiekste Ge-
scheidenen waren onder Scholte ^en Van
Raalte naar Amerika gegaan. Dus was het
voor de eenzaam achtergeblevenen een daad
van moed, om zulk een welbezette Hooge-
school te stichten.
Met name ook van de hoogleeraren.
Hun tractement werd begroot op f1400.
Er waren te Kampen geen belastingen, dat
hielpdoch er was ook geen schoolgebouw
en de professoren moesten van hun trakte-