7
BERICHT.
13e Jaargang.
VRIJDAG 10 JUNI 1904.
No. 24.
Weekblad gewijd aan de -Belangen der Gereformeerde Kelken
IN
EELAND, jM OORD-j3l^ABANT EN J^IMBUF^G
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; H\j zal ons
behouden.
Jesaja 3322.
ONDER REDACTIE VAN
Dr. L. B. WAGENAAR,
met medewerking van onderscheidene Predikanten.
Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22
Abonnement per 3 maanden f0.35. Afzonderlijke nós.
3 cent. Adv er ten tiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LË COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
Aangezien een goede afwerking der cliché's niet
tijdig gereed kon komen voor dit nummer, hebben
Uitgever en Redactie besloten, om het Gedenkblad
te doen verschijnen op a.s. WOENSDAG 15 JUNI.
Met het oog hierop verzoeken wij beleefd predik
beurten, berichten en advertentien voor het volgend
No. uiterlijk Dinsdagmorgen te mogen ontvangen.
TOT EEN LICHAAM GEDOOPT.
Want ook wfj allen zfjn door
éenen Geest tot één lichaam ge
doopt, betzij Joden, hetzij Grie
ken, hetzjj dienstknechten, hetzij
vrijen. 1 Cor. 12 13a.
Wat hebt Ge aan uw doop?
Mijn broeder, het heerlijk zegel daarvan dat
ik ingelijfd ben in de Kerke Gods!
Hoe treffend drukten onze Dordtsche Vaderen
het uit in het Formulier van den doop der
bejaardenaangezien gij begeert gedoopt te
worden ten einde het d. i. 't gedoopt zijn u
zij een zegen der inlijving in de Kerk van God!
Inlijven is altoos in coporeeren. Lid maken
van een organisch geheel of een organisatie.
Zoo worden onze gelukkige lotelingen straks
ingelijfd bij hun compagnie. Daarin krijgen
ze hun eigenaardige taak en plaats als lid van
dat lichaam. Lijf is lichaam. Inlijven lid doen
worden van het lichaam.
Nu is ook de Kerk Gods, d. i. Christus' ge
meente een lichaam. Het lichaam van Christus
en door den doop worden wij in dat lichaam
ingelijfd.
Ons doopsformulier voor de kinderen noemt
ditinlijven in Christus. Doch de bedoeling
is ook hierlid worden van Christus, d. i. van
Christus' lichaam, van Christus' gemeente. De
kinderen toch, zegt de Catechismus Zondag 27,
moeten door den doop der Christelijke Kerk
worden ingelijfd en Art. 34 en 35 van onze
geloofsbelijdenis gewagen van een door den
doop ontvangen worden in do Kerke Gods,
van een ingelijfd zijn in des Heeren huisgezin,
d. i. Zijne Kerke.
Als gij dan, mijn broeder, vraagtWat heb
ik aan mijn doop, dan moet het antwoord
luiden: het zegel, dat gij ingelijfdzijtinJesu'
gemeente, dat gij van dat levend lichaam zijt
een levend lid, tenzij dan dat gij in ongeloof
en vijandschap tegen den Heere uw God over
treedt, des zondigens veel maakt en toont te
wezen in 't gezelschap der oprechten een ver
foeilijk hypocriet!
Doch indien uwe ziele met heilbegeerig vra
gen peinst, wat heb ik aan mijn doop, dan
moet het antwoord wezen: het zegel, dat gij
in het lichaam van Christus' Kerk zijt inge
lijfd, daar hebt een plaats en een taak, als
een lid des lichaams, een levend lid!
Zoo toch schreef Paul us aan de Corintheérs
Gelijk het lichaam één is en vele leden heeft
en al de leden van dat ééne lichaam vele
zijnde, maar één lichaam zijn, alzoo ook Christus,
zoo ook is 't gelegen met Christus' lichaam,
d. i. met de Christelijke Kerk. (Zie hoe Chris
tus en Zijn Kerk ook hier byna worden geïden
tificeerd
Want ook wij allen alle leden def Chris
telijke Kerk in 't gemeen en der plaatselijke
in 't bijzonder, zijn door éénen Geest tot
één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grie
ken (beschaafde heidenen), hetzij dienstknech
ten (slaven), hetzij vrijen! allen te zamen maken
wy een verborgen lichaam uit, het mystieke
lichaam van Christus.
Daartoe zijn wij gedoopt. Daarin ingelijfd
door het heilig Sacrament des doops.
Dat lichaam is ontstaan door den Doop,
n.l. den doop des Heiliyen Geestes. Tengevolge
van die Geestesdoop, diexlen doop van Johannes
aanvulde, is dit lichaam midden in de booze
wereld als de nieuwe menschheid ontstaan
en sedert leeft het en wast het door de werking
van dien in dat lichaam inwonenden Heiligen
Geest.
En als 'tnu Gods genadetijd is, dan komt
de H. Geest tot des Vaders uitverkorenen,
die vrijgekocht zijn door 't bloed des verbonds
en geeft zich aan die harten, daalt daarin en
grijpt ze aan tot levensherstelling.
Dan herstelt de Heilige Geest in dat hart
den levensband aan God, die'scheurde door de
zonde in Adam. Doch opdat 't menschelijk le
ven ten volle hersteld worde knoopt de Heilige
Geest ook den band weer aan met de nieuwe
menschheid en daartoe lijft hij den geheilige in
in die menschheid, d. i. de gemeente.
Dat inlijven nu geschiedt door den Heiligen
doop.
Wij allen zijn door eenen Geest tot één
lichaam gedoopt!
Mijn broeder, als gy waarlijk gedoopt zijt,
dan zal uw geestelijk leven kleven aan Christus'
Kerk. Dan zult gij zeggen: dat volk is mijn
volk en die God mijn GodDan zult gij u in
nige broederlijke liefde aan hen verbonden
weten. Hieruit weten we, dat we uit den
dood 't bestaan met gebroken levensbanden
aan God en zijn menschheid zjjn overgegaan
in het leven - 't bestaan met herstelde
levensbanden aan God en zijn menschheid
dewijl wij de broeders liefhebben.
Daar trekken banden, sterker dan de maat
schappelijke tegenstellingen van heer en knecht,
van arm en rijk, van proletariër en kapitalist.
Daar snoeren koorden samen alle nationale
afkeer te sterk, daar zijn Boer en Brit, Rus
en Pool, Pruis en Herero één in den Heere.
O, laat uwe ziele, om wasdom te genieten,
de innigste samenleving met de gemeente
zoekenveel voor haar zijn, en gedurig leven
in de zalige overpeinzing van het wonderlijk
rijk-evangelieWij allen door éen Geest al
de eeuwen door tot éen lichaam gedoopt,
tot de gemeenschap der heiligen. Nu nog wor
stelend hier op aard, maar straks en tot in
eeuwigheid triumfeerend voor Gods troon. Amen.
Wagenaar.
Predikanten-Conferentie
op 7 Juni 1904 in de JLofpleinkerk te Middelburg.
In het vroolijke, gezellige kerkje van 't Hof
plein zaten we, een paar dozijn 1) Zeeuwsche
Gereformeerde predikanten, saamgekomen ter
conferentie.
Domburgs van den Hoorn las ons met innig-
eerbiedigen ernst voor 't rijke twaalfde hoofdstuk
uit Paulus' brief aan de Romeinen. Daarna bad
hij met ons en wekt in een openingswoord ons
vooral tot broederlijke liefde op.
De oude palen worden t. a. v. 't moderamen
niet verzet. Ds. B. B. v. d. H. blijft voorzitter,
ds. Koopmans secretaris.
De notuleering was keurig en oogstte grooten lof.
Ds. Laman stelt de vergadering te leur. Hij
heeft tot 't laatst gewerkt, doch kon onmogelijk
klaar komen. De broeders zullen dan maar geduld
hebben tot een volgend jaar.
Ds. Meulink leidt de bespreking in over Egyp-
tologie en Assyriologie met een keurig referaat.
Zijne stellingen waren
I. De opgravingen in Egypte en Babyion hebben
de reconstructie der geschiedenis van Israël door
Wellhausen c.s. niet bevestigd, maar verdedigen
wèl de betrouwbaarheid der H. Schrift.
II. De overeenstemming tusschen Bijbel en
Babel, die als wapen gebruikt wordt om het
goddelijk karakter der Schrift aan te tasten,
moet verklaard worden uit het verband van de
gratia specialis en de gratia communis, (de bijzon
dere en de algemeene genade).
De bespreking was uit den aard der stof niet
algemeen. De referent handhaafde zijne stellingen
en toonde in 't onderwerp wel thuis te zijn.
Onze nestor, ds. de Koning, ging ons in dank
zegging voor.
Na de pauze trad, nadat ds. Ingwerse in 't
gebed was voorgegaan, ds. A. Littooij openhan-
delde over 't schijnbaar verschil en de wezenlijke
overeenstemming in 't gebed en de dankzegging
van 't doopsformulier en over 't geeti uit onze
Gereformeerde doopsbeschouwing voortvloeit over
de practijk van ons kerkelijk leven en over de
opvoeding van der Kerke zaad. Referent had
niet gegeven een preciese verklaring van de
woorden, die in 't gebed en de dankzegging voor
komen. Toch liep allereerst daarover de levendige
discussie, die volgde.
1) De presentielijst was geteekend doorJ. H.
Donner, R. J. v. d. Veen, H. W. Laman, D.
Hoek, J. Boeijenga, K. Veen, G. Verrij, H. Th.
Ingwersen, A. Littooij, A. H. v. d. Kooi, R. v.
d. Kamp, A. Scheele, W. Raman, N. G. Kerssies,
L. Wagenaar, W. T. van Dijk, S. de Jager, L.
Bouwma, G. H. Toebes, G. de Jager, J. de
Koning, emeritus, J. Sybrandy, N. P. Littooij,
Kerkhoff, Meulink, B. B. van den Hoorn, J. J.
Koopmans, Baay, Dekker en C. Staal.
Onze gast was ds. Dagevos van Z.-Beijerland.
Eenige broeders en zusters vormden 't auditorium.