Bewezen Ingewijd. Zeeuwsch Veldwijkje. Pinksterfeest. zeer veel kosten om zijn niet ongezegend werk te Keboemen te verlaten en naar Jogja te gaan, doch 't besef en 't groote centraal belang dezer nieuwe taak, zal hem ook sterk aangrijpen, 't Zou voor Friesland een schok zijn, doch lichter vindt Friesland een geschikten opvolger te Keboemen, dan Deputaten een man, bekwaam en geschikt om docent aan de Keuchenius-school te Jogja te zijn. Op Frieslands terrein ging in 1903 de arbeid voort. 30 volwassenen en 10 kinderen werden door Ds. Bakker gedoopt, 6 volwassenen legden de goede belijdenis af, 4 christelijke huwelijken werden gesloten. Op 4 plaatsen viert men 't Avond maal, en wel te Keboemen, Karan-Anjer, Glong- gong en Premboem. 't Aantal bezoekers der A oempoetta is nog slechts een paar honderd. Op 6 christelijke scholen gaan 150 kinderen, een vrij vlottende bevolking. Alle helpers komen Vrijdagsavonds te Keboemen bij Ds. B. die hen voorbereidt op de oefening van den a. s. Zondag. 't Rapport van den Inspecteur over Krakal luidt zeer gunstig. Daar worden een 30 patiënten tegelijk verpleegd. Vermeer is nu Zendeling der Ned. Z. V. te Indramaja. De school van br. Horstman onder de elite der bevolking te Temanggoeng heeft be hoefte aan een hollandcshen onderwijzer of onder wijzeres. W. Ds. de Visser alhier liet zijne pen de bewering ontglippen, dat alle Gereformeerde collega's het lang niet eens zijn met de Geloofsbelijdenis, den Catechismus en de vijf artikelen van Dordt. Ik vroeg hem om die aantijging terug te ne men en amende te doen. Maar onze hervormde collega schreef nu reeds twee artikelen om zijn beweren te staven. Hij zoekt overal, maar vindtniets. Nu moet als bewijs, dat Dr. Kuyper in zijn doopsbeschouwing 't lang niet eens is met de 3 formulieren van eenigheid, gelden een woord van Ds. Kromzigt in de Theol. Studiën. Deze schreefde stilzwijgende, vrome (d. w. z. aan de verbondsbelofte zich vastklemmende) ver onderstelling bij den doop is de verkiezing, niet, zooals Dr. Kuyper wil de wedergeboorte. Vol gens Kromzigt is op deze eerste onderstelling ons doopsformulier gegrond en heeft hij recht om te pleiten voor een milde doopspraktijk. In een noot voegt Ds. Kromzigt aan zijn betoog toe „Vóór 1886 liep Dr. Kuyper nog in het Gerefor meerde spoor, daarna hebben zich zijne denk beelden gewijzigd." De zaak is dezeVroeger ried Dr. Kuyper doop al wat in het doophuis gebracht wordt. Thans slechts kinderen of kleinkinderen van ge- loovigen (belijders) hebben recht op doopsbe- diening. Hier is zeker een verschil. Maar waarin? In de belijdenis Immers neen. Slechts in de kerke- lijke praktijk. En dat hier bij Dr. Kuyper een „lang niet eens zijn met de formulieren van eenigheid" wezen zou, dat is immers te dwaas om alleen te loopen I Laat Ds. de V. ernstig debatteeren en aan- toonen met welk artikel of welken Zondag of zelfs met welke uitdrukking uit eenig liturgisch formulier in strijd is, a. de vrome onderstelling der wedergeboorte bij 't te doopen kind en b. de engere doopspraktijk. Dat moet hij doen, om te bewijzen dat Dr. K. en de velen, die hem volgen het lang niet eens zijn met belijdenis, catechis mus en artikelen tegen de remonstranten. En als hij dit niet kan aantoonen, hebbe hij dan de ridderlijkheid om te herroepen. Een tweede nieuw argument zoekt Ds. de V. te distilleeren N.B. uit de jongste betreurens waardige afscheiding te Leiden. Daar is echter geen collega bij. Ook is hier schijn noch schaduw van dogmatiek verschil. Men moet wel zeer ver legen zijn om met zoo iets aan te komen. Eindelijk doet Ds. de V. iets dat niet mooi is. Hij verwisselteen Schriftbeschouwing met de beschouwing der Schrift Laat Ds. de V. zoo niet voortgaan, maarzich- zelven eeren, door amende honorable te doen. W. In de Middelb. Ct. van 17 dezer lees ik drie berichten van inwijdingen. Het eerste heft aan: „Zondag werd het nieuwe vaandel, bestemd voor de muziekvereeniging alhier (Oostburg) ingewijd... En het tweede luidtZondag werd te Hoede- kenskerke in de Ned. Herv. Kerk het nieuwe orgel ingewijd... Het derde verhaalt, dat keizer Wilhelm te Metz eerst een parade hield en voorts een pro testantsche kerk inwijdde Dit woord inwijden heeft toch een Roomsch bijsmaakje. Rome toch scheidt het leven in twee terreinen: het gewijde en het ongewijde. In overdrachtelijken zin iemand inwijden in de geheimen van zekeren kring of zeker bedrijf, dat kan er op door, doch een vaandel van een muziekvereeniging inwijden, dat is Oostburgsch spraakgebruik! Ook protestantsche kerken en orgels, preekstoelen en klokken inwijden, d. w. immers zeggen wijden tot den dienst des Heeren door een soort inzegening komt ons voor een verkeerd spraakgebruik te zijn. Van Dale zegt: wijden is met godsdienstige plechtigheid inzegenenheiligheid verleenen aan iets. In inwgden is wijden met bijzondere plech tigheid! Men weet, hoe inwijden geschiedde door zalving met heilige olie; het doet denken aan wijwater. In Deut. 20 5 echter wordt 't woord inwijden genomen in den zin van in gebruik nemen, be trekken van een gewoon huis. In Daniël 3 2 is sprake van inwijding van Nebucadnezars beeld, natuurlijk door bijgeloovige godsdienstige plech tigheden. Ongeoorloofd is 't woord inwijding voor onze kerken niet, doch ongewenscht vind ik het wegens het Roomsch bijsmaakje wèl, en daarom komt 't mij voor, dat dit spraakgebruik onzerzijds geen navolging vinden moest. W. Op heden, 20 Mei is te Middelburg een be langrijke vergadering gehouden. Alle belangstellenden in de oprichting van een provinciaal Zeeuwsch Inrichting tot Chr. verzor ging van krankzinnigen werden saamgeroepen. Op ruime schaal was verspreid onderstaande cir culaire Waarde Broeder, Zuster, Wij hoeden ons overtuigd, dat U met ons doordrongen zijt van de wenschelijkheid, dat in onze eigene provincie Zeeland gelegenheid besta tot christelijke verpleging van krankzinnigen. De thans bestaande christelijk inrichtingen tot dat doel liggen op tamelijk verren afstand. Het zoude zooveel aangenamer en gemakkelijker zijn, indien het vervoer der kranken, uit den aard der ziekte reeds zoo moeilijk en pijnlijk voor hen en hunne betrekkingen, tot eene korte reize kon worden beperkt. Maar ook zoude aldus het bezoeken der verpleegden door hunne betrekkingen, wat toch zulk een lieflijke tegemoetkoming is bij de nood zakelijke scheiding, zeer worden vergemakkelijkt. Hierbij komt, dat bij een matige, welgegronde berekening (zie de Zeeuw van Donderdag, 28 April jl.) het aantal krankzinnigen uit Zeeland, dat van wegen Gemeente- en Armbesturen en ook uit eigen middelen in krankzinnigengestichten wordt verpleegd, veilig mag worden gesteld op 300, waarbij wellicht een 75 Katholieken zullen zijn. Als wij deze gegevens nagaan, dan moeten wij ons verbazen over den omvang dezer treurige krankheid in ons gewest, maar dan zien wij tevens, dat eene christelijke stichting voor krankzinnigen in Zeeland gansch niet overbodig zou zijn. Ja, waar voor verreweg de meeste patiënten eene christelijke verzorging wordt geprefereerd, en de Gemeente- en Armbesturen, die voor de min- en on vermogenden betalen, thans bijna algemeen met dg wenschen der betrekkingen omtrent plaatsing ifi christelijke gestichten rekening houden, zoo is het niet gewaagd te onderstellen, dat een stichting, zeg voor tweehonderd patiënten, binnen niet zoo langen tijd geheel bezet zou zijn. Maar ook moe ten wij onder uwe aandacht brengen het feit, dat gelijk anderen, zoo ook onzê bestaande christe lijke gestichten overvol zijn, zoodat plaatsing dik wijls te vergeefs wordt gezocht, doch ook dit, dat onze bestaande Vereeniging „Veldwijk" volgens! verklaring van het Bestuur met de voltooiing van de inrichtingen te Veldwijk, Bloemendaal en Dennenoord haar taak zal hebben afgegrond en hare volledige ontwikkeling zal hebben bereikt, zoodat niet te verwachten is, dat zij op andere plaatsen nieuwe stichtingen zal openen. Is het dan nu voor ons niet de plicht, om ook in dezen de hand aan den ploeg te slaan, of moeten wij de liberalen laten voorgaan, die een neurale stichting willen tot stand brengen, om dan later in te zien, dat wij onzen tijd hebben laten voorbijgaan Met ingenomenheid en blijdschap is in onze kringen hier in Zeeland het gerucht vernomen van de plannen, die ons bezighouden. Ook elders is het met sympathie begroet. Zeker. Er is veel noodig. Maar, als wij letten op het heerlijk doel, in Christus' naam barmhartigheid te bewijzen aan onze zoo diep ongelukkige medemenschen, dan hebben wij goeden moed. Welk een zegen heeft reeds gerust op „Veldwijk", dat ons in dezen weg is voorgegaan De voorzitter van het Algemeen Bestuur van „Veldwijk" draagt kennis van onze plannen. Wij hebben om zijne voorlichting gevraagd. Wij wenschen zusterlijk naast die Vereeniging te ar beiden en bij onzen arbeid uit te gaan van het zelfde beginsel (zie Art. 2 van de Statuten van Veldwijk.) Kom dan ter Vergadering, die, zoo de Heere wil, zal worden gehouden in het Schuttershof te Middelburg, op Vrijdag den 20sten Mei eerstk., des namiddags te twee ure en breng gelijkzinden mede. Daar zullen nog nadere mededeelingen worden gedaan en inlichtingen verschaft. Zij de Heere genadiglijk in het midden en kome het tot de oprichting eener Vereeniging tob chris telijke verzorging van krankzinnigen in Zeeland. Het voorloopig Comité: J. H. Blum, Vlissingen. J. H. Donnkr, Nieuwdorp. P. Dregmans. Axel. J. Hulsebos, Vlissingen. P. J. de Kruijter, Middelburg. A. Littooij, Middelburg. W. B. A. Mulder, 's-Heer Abtskerke. M. Noordijke, Colijnsplaat. D. Ochtman, Zierikzee. Dr. R. P. Offringa, Axel. Jhr. H. A. Wttewaal van Stoetwegen. Oost burg. Dr. L. H. Wagenaar, Middelburg. In De Bazuin werd door prof. Lindeboom, wiens initiatief veel toebracht tot stichting van Veldwijk dit plan warm aanbevolen. In ons volgend nummer hopen'we een levendig verslag te kunnen geven van de oprichting der Zeeuwsche Vereeniging tot christelijke verzorging van krankzinnigen. W. Ja de Trooster is gekomen. Jezus ging van d'aarde heen. Christus van u opgenomen, Liet, o kerk, u niet alleen! Zoo jubelde een da Costa bij de overdenking van het Pinksterfeest. De Trooster, die Jezus zijnen jongeren beloofd had, kwam met twee zinnebeeldige vergezellende teekenen. Door het oor werd vernomen, een ge- ruisch als van een geweldig gedrevenen wind, die het geheele huis vervulde waar zij zaten. Met het oog werden gezien verdeelde tongen als van vuur. Getuigen van de verlichtende en overtuigende, tot belijdenis bezielende werking van Christus uitgegoten Geest. Dit erkenden Parters en Meders, Cretenzen en Arabieren, beide Joden en Jodengenooten. Allen hoorden ze in hun eigen taal de groote werken Gods verkondigen en ze zagen een Petrus, die vol heiligen toorn den laster der spotters weerlegde, een schare, van omtrent drie duizend zielen die tot Jezus gebracht werd. Heden ten dage, door alle eeuwen heen, heeft de kerk van Christus door haars Heilands be schermen, het feit mogen herdenken, dat toen plaats greep. Door Zijn genade, mogen wij christenen, ook nu nog onze aandacht wijden aan die heugelijke gebeurtenis, dat ruim negentien eeuwen geleden ons een Trooster is geschonken, die ons leidt in alle waarheid. Door zijn gunst mogen de kerken in ons Vaderland hun goud en zilver leggen op het altaar der dankbaarheid. Opdat onze zending uitgebreid worde. En we mede door ons gebed en onze gave, uit liefde tot God gehoor, zaam zijn aan het bevelGaat henen in de geheele wereld, predikt het Evangelie allen creaturen. Het roept ons toe op elk terrein des levens voor de eere onzes Gods op te komen. Daarom niet ersaagd. Richt op de trage handen en slappe knieën, wetende, dat we straks de overwinning zullen behalen door Hem, die den grootsten vijand te niet heeft gedaan en wien gegeven is alle macht in hemel en op aarde. g X. Beroepen: te Oudewater; ds. J. DoumateAl- blasserdam; te Zwijndrecht, ds. J. J Berends te Maaslandte Dijlfzijl, ds. J. L. Schouten te Hazerswoude.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1904 | | pagina 2