land en Japan, want dat "is tegenwoordig de
oorlog.
De kranten, de beurzen, de geldkantoren, ze
zijn er vol van.
Ja amice, ik denk, dat er oorlog is tusschen
Japan en Rusland en ik denk, dat Rusland niet
erg voorspoedig is in deze zaak, en ik denk, dat
als de omstanders het die twee alleen laten uit
vechten, Japan dan in 't eind het onderspit zal
moeten delven. En ik denk, dat die het wint en
die t verliest, er in 't einde beiden even naar
aan toe zullen zijn. Met gehavende plunje, met
veel pijnlijke wonden, en verzwakt door bloedver
lies. En ik denk, dat alleen de man van de krant,
de beursman en de geldman, en de laatste wel
t meest, reden hebben, om over dit meeval
lertje in hun nopjes te zijn.
En voorts denk ik, dat op weinige menschen
na, niemand van hen, die kranten volschrijven
en kranten uitlezen, er iets van weet.
De Engelsche berichten lees je natuurlijk niet.
Dat s toch allemaal leugen Maar ik vrees zoo,
dat ook uit andere bladen de waarheid moeilijk
te vinden zal zijn. Misschien zijn de Russische
edeelinöen nog het dichtst bij de
waarheid. En dat zal dan wel raeê hierdoor ko
men, dat de regeering in Rusland meer boven
het volk staat, meer regeering „bij de gratie Gods"
is, minder afhangt van de publieke opinie dan
die in Japan.
Vooral deze laatste, die zeer ernstig te rekenen
heeft met de algemeene opinie van 't volk, moet
zorgen, dat de rechte stemming er in blijft.
Elk der beide regeeringen heeft er belang bij,
dat haar onderdanen van overtuiging zijn en blijven
dat deze uiterst kostbare krijg noodzakelijk en recht
is. Zij moeten dezen oorlog voor de consciëntie
kunnen rechtvaardigen.
Want overheidspersonen zóó als de „onrecht
vaardige rechter" uit Lukas 18 en zooals Cham
berlain en zijn helpers, die hun gewetenloosheid
en goddeloosheid publiek durven laten zien, die
zijn er niet velen.
En oorlogvoeren onder beschaafde natiën is
vreeselijk duur. Het verslindt ongehoorde schatten.
En die schatten moeten komen uit de brandkas
ten der bankinstellingen en hierdoor raken zulke
oorlogvoerende volken dan voor lange, lange jaren
zoo niet voor altijd, in de daemonische macht
en strikken van het kapitaal en de kapitalisten,
gebonden onder Mammon, die van zedelijkheid,
gerechtigheid, waarheid en barmhartigheid niet
weet. Hij weet alleen maar van „belang" en dan
eigenbelang
En wat dat beteekent, is te zien in de ellende
van het Boerenvolk en in de droeve figuur, die
het toch nobele Engelsche volk thans voor 't oo<*
der volken maakt.
Een troep schaggeraars of anders gezegd goud
koningen, voor 't meerendeel opgeborreld uit de
onderste lagen der maatschappij, trapt beide natiën
op de consciëntie, bespot ze in hun nobelste aspi-
ratiën en dwingt het Engelsche volk, dat zooveel
deed en doet voor de Waarheid in de zake Gods,
om in de zaak des menschen het te houden met
de leugen, met geweld en onrecht.
Dit is mede een der schrikkelijke gevolgen van
het oorlogvoeren, dat is van het vernielen op
groote schaal.
En dan, wat een menschenlevens verwoest!
Hoeveel menschelijk geluk voor altijd verscheurd
Wat een afschuwelijke verminkingen van uiteen
gerukte menschenlichamenWat duldelooze li
chaamspijnen, wat rouwe en droef heid in duizen-
de harten, brengen de tegenwoordige oorlogen
met hun helsche machines en schietmiddelen
En dit alles saam maakt, dat een volk er thans
spoedig genoeg van krijgt, om oorlog te voeren.
En dat zij, die 't onnoodige en onrechtvaardige
van zoo'n krijg bepleiten, al spoedig vele hoorende
ooren vinden. En als er dan nog verliezen en
tegenspoeden bijkomen, dan slaat de publieke
opinie al spoedig om, en wordt de goedwilligheid
onwilligheid.
En daarbij, 't zit er nu eenmaal overal in de we
reld bij de menschen diep in, dat de overwinning
de voorspoed, 't welgelukken, bewijst de recht'
vaardigheid van een zaak en de wijsheid, eerlijk
heid, rechtvaardigheid van die haar leiden of
uitvoeren. Terwijl tegenspoed, mislukken en neder
laag natuurlijk het tegendeel bewijzen.
Summa summarum denk ik, dat 't voor een
oorlogvoerende regeering een heele toer is, om de
waarheid te zeggen en de werkelijkheid te laten
zien, vooral als de zaakjes niet voorspoedig gaan.
Ik denk, dat er voor een mensch en koningen
en keizers en ministers zijn toch ook menschen
zondige menschen groote zedelijke kracht en
moed noodig is, om het altijd met de waarheid
en werkelijkheid te houden.
En een mensch elk mensch kan lieden
Hij heeft de macht, om door zijn woorden zaken,
personen, gebeurtenissen anders voor te stellen,
dan ze in werkelijkheid zijn. En daarbij de
groote massa moet 't altijd en in alle mensche-
Iijke zaken „van hoorèn-zeggen" hebben. De ver-
haler heeft het dus in zijn macht, welke kennis,
welk oordeel de overgroote meerderheid van of
over gebeurtenissen, zaken, personen, hebben zal.
l n waar^e^ de leugen heeft achter
haald dat kan jaren, dat kan een menschenleef-
tijd, dat kan eeuwen duren.
Ik denk mijn vriend dat de verzoeking
oin te liegen, om te zondigen tegen 't negende
gebod soms voor zulke menschen verbazend sterk is.
De catechismus zegt „dat ik "in 't gericht en
alle andere handelingen de waarheid liefhebbeop.
rechtelijk spreke en belijde". Dus om de waar
heid te spreken, moet ik de waarheid (n.l. in
menschelijke zaken, want hierover gaat het) lief
hebben. Niet slapjes liefhebben, maar krachtig,
meer liefhebben dan mijn „e^e«-belang" en dan
zooveel, dat door 't spreken der waarheid niet
gediend wordt.
En waarom voeren die beide volken nu toch
oorlogWat bewoog ze toch, om een krijg te
beginnen, die zoeveel stoffelijke, lichamelijke, zede
lijke ellende over de beide volken brengt?
Ja wie zal het zeggen. Wie zal hier der waar
heid getuigenis geven?
Japan is in zijn vlegeljaren. Een onopgevoede,
ongetuchtigde vlegel onder de volken. Overmoedig,
prikkelbaar, zonder zelfbedwang en voor wie
t onduldbaar is, niet voor „vol" te worden aan
gezien. Geestelijk bezien, zoo'n hoogere-Burger-
school-type. Dit verklaart zeker veel, vooral daar
die Russische kolos dan ook weinig rekening
schijnt gehouden te hebben met de eigenaardig
heden van Japan's leeftijd.
En dan ja waarom heeft toch eigenlijk
Amalek aan Israël den oorlog aangedaan in de
woestijn (Exodus 17)? Deuteronomium 25: 17—19
zegt, dat er achter de aanzienlijke aanleiding een
onzienlijke, drijvende oorzaak was.
Er zijn er, die ook hier in dezen krijg aan zulk
een onzichtbare en misschien zelfs voor de beide
volken in hun geheel genomen onbewuste en
nog onnoembare bewegende, drijvende, geestelijke
oorzaak denken.
En zij spreken daarom van het gele gevaar
j1 Z^6n ac^^er de botsende politieke en
handelsbelangen de drijfkracht van de vijandschap
van twee tegengestelde levens- en wereldbeschou
wingen, die niet saamniet naast elkaar in de
wereld kunnen bestaan en werken, die een van
beiden de alleenheerschappij moeten hebben en die
daarom nu of later tot een worsteling op leven
en dood om die alleenheerschappij moeten komen.
Eene worsteling, waarin de christelijke levens-
en wereldbeschouwing zeker 't onderspit zou
delven, en naar Gods voorzeggen ook in 't eind
geheel onder zal liggen, zoodat schijnbaar haar
tegenpartij de overwinning wegdraagt en zich
beroemtmaar dan komt Jezus op de wol
ken des hemels, en dan zal Hij, die het begin
was, ook hierin blijken het einde te zijn, dan
zal zijn volk ook in deze worsteling meer dan
overwinnaar wezen, maar door Hemdie de zijnen
liefheeft ten einde toe.
En zóó bezien, dan wordt deze oorlog daar ver
weg van groot belang.
En ik denk wel, dat 't met dezen Japanschen
Keizer is, als met Napoleon III in der tijd. Hij
moest eenvoudig ten strijde. De omstandigheden
en t eigenbelang drongen hem in den hopeloozen
strijd, waarmede hij toch zijn ondergang niet
keeren kon. Maar dat moge zoo zijn. De geeste
lijke worsteling moge dan weer voor een tijd
minder heftig, niet op deze wijze en misschien niet
aan dat deel der wereld en niet tusschen die twee
volken worden gevoerd, straks vlamt het vuur
toch weer op en de eind worsteling komt toch
naderbij.
Maar de Heere regeertOok hierin
wordt alleen zijn raad volbracht.
Houdt dit vast mijn vriend. Dan staat gij
onbewegelijk, zonder vreeze. Dan hebt gij altijd
goeden moed, altijd blijde hope.
En nu moet ik eindigen. Wel verbazend ik
weet zelf niet, waar ik zoo'n langen brief over
den oorlog van daan haal.
Gegroet en Gode bevolen van
TJw Vriend
(Ltr. Kerkbode.) Klaarhamer.
OFFICIE ELE BERICHTEN.
Kort Verslag van de Vergadering der Classis
Middelburg op 3 Mei 1904.
Namens de kerk van Oostkapelle wordt de
vergadering na het zingen van ps. 147 1 en het
lezen van ps. 132 met gebed geopend door oud.
de Kam, wegens afwezigheid van ds. Visser.
De brs. Kerkhoff en Nederveen zien decredentie-
brieven na. Naar toerbeurt is praeses dr. Wagenaar,
die tot scriba benoemd ds. Ingwersen en tot
assessoren ds. Bouma en ds. van den Hoorn.
De praeses heet ds. Scheele, voor het eerst als
predikant van Veere ter vergadering, hartelijk
welkom.
Do notulen der vorige vergadering worden
gelezen en goedgekeurd.
De praeses doet de vragen naar Art. 41 D. K.
Eene missive van de classis Winschoten wordt
gelezen. De vergadering besluit, dat aan die classis
een tweetal vragen zullen worden gedaan.
Een ontvangen schrijven van een broeder uit
O. en W. Souburg zal, namens de classis, door
de scriba dezer vergadering worden beantwoord.
De broeders, aan wie een rapport over „Kerke-
raadsverkiezing" is opgedragen, hopen de volgende
vergadering daarmede gereed te zijn.
Uit het rapport over Westkapelle blijkt, dat
de arbeid aldaar bij voortduring door den Heere
wordt gezegend.
Het rapport over de kas voor hulpbehoevende
kerken wijst op een tekort in die kas en dringt
daarom op mildere collecten aan.
Inzake het voorstel Middelburg C van het
agendum, besluit de classis voort te gaan met
collecteeren voor de kas „Ex bonus publicus".
In. bet houden der classicale maandelijksche
collecten wordt dit jaar geen verandering gebracht.
De voorstellen van Meliskerke en Arnemuiden,
op 't agendum voorkomende, worden aangenomen
en zullen alzoo ter prov. Synode gaan.
oor de kerk van Domburg zal de classis weer
de gewone jaarlij ksche subsidie aanvragen op de
prov. Synode.
Ook zal een schrijven van den kerkeraad te
Gapinge naar die Synode worden doorgezonden.
Nog zal der Synode verzocht worden het „Kort
Verslag in de Zuider Kerkbode en Zeeuwsch Kerk
blad te plaatsen.
Tot Deputaten der a.s. prov. Synode worden
gekozen
primi de pred. Wagenaar en Bouma.
de oud. A. Geschiere en J. Louwerse.
secundi de pred. Littooij en Koopmans.
de oud. S. Louwerse en K. Houterman.
Aan een drietal kerkeraden wordt advies in
tuchtzaken gegeven.
Den correspondent der classis Zierikzee zal
nadere inlichting worden gevraagd over de schor
sing van een Dienaar des Woords.
De volgende vergadering zal door de kerk van
Serooskerke worden opgeroepen.
Met dankzegging, waarin ds. Littooij voorgaat,
eindigt de vergadering.
In naam der classis
B. B. van den Hoorn,
Seri ba-Assessor.
RAPPORT
van Gecommitteerden tot de Zending over het jaar
1903 voor den Kerkeraad der Geref. Kerk
van Middelburg (C).
WelEerw. en Eerw. Broeders!
Ingevolge Art. 12 van de nieuwe „orde van
werkzaamheden voor gecomm. van de Zending"
dienen uwe gecomm. bij dezen Rapport in van
hetgeen door hen in 't afgeloopen jaar is verricht.
Volgens art. 1 van de orde moet het aantal
van gecomm. 8 bedragen. Het getal bestond uit
7, nl.dr. L. H. Wagenaar voorz.W. de Wolf
secr.Jvan Aartsen penningmJ. Janse Biblioth.
K. Ie Cointre, F. Damen en A. Krijger.
Door vertrek naar Veere moest br. W. de Wolf
met October zijn ontslag nemen.
Er zijn alzoo twee vacatures waarin moet
worden voorzien.
Vergaderingen met de gemeente zijn niet
gehouden kunnen worden. Gecomm. vergaderden
slechts eenmaal. Toen is kennis genomen van de
door uwe vergadering nieuw ontworpen „orde
van werkzaamheden" en werd voorts besloten ds.
J. H. Feringa van Zaandam uit te noodigen tot
het vervullen van een spreekbeurt in verband
met zijn reis naar Perzië. Door bijzondere om
standigheden is daarvan niets kunnen komen.
Het onderwijs op de Zendingsschool kon geregeld
zijn voortgang hebben onder leiding van de brs.
W. de Wolf en K. Ie Cointre. Door het vertrek
van eerstgenoemde br. ontstond in October een
vacature die tijdelijk wordt waargenomen door
dr. Wagonaar. Een woord van dank aan br. de
Wolf mag hier niet ontbreken voor zijn gewaar
deerde medewerking ons in dezen verleend.