Mozes van Michel Angelo, die den voet terug
trekt en schijnt te zullen opspringen op het
hooren van 't afgodisch juichen van het leger,
diep onder zijne voeten maar dood als een
lijk in vergevorderden staat van ontbinding;
als een melaatsche, die heeten mag zijn eigen
levend graf
In het gevallen menschenhart heerscht de
melaatschheid van het geestelijk-zedelyk ver
derf - 't kan er gestuit en gestremd zijn
door Gods gemeene gratie doch 't is er en
o, hoe vreeselijk bot het denk aan de
heidenwereld in Paulus* dagen niet uit.
Ziet ook in onzen tijd de volle, welbewuste
diepe vijandschap tegen God en Zijn Woord,
dienst en volk in de kringen der anarchisten
en sociaal-democraten en ge verstaat, wat
't zeggen wil: geestelijk dood. Vervreemd
van 't leven Gods door de onwetendheid, die
in hen is en de verharding der harten!
Doch niet enkel geestelijk dood. Vallend van
zonde in zonde, vervallend van misdaad tot
misdaad.
Daarbij onder den eeuwigen dood.
Vervallen onder den eeuwigen dood, die de
rechtmatige straffe op al uwe zonden en
misdaden is.
Dat vooral bedoelt hier de apostel. Zeker,
onontwijkbaar, overkoombaar ieder oogenblik,
ja ingeroepen door onze zonden en misdaden -
is u de eeuwige dood
Maar ziet God, die rijk is in barmhar
tigheid door Zijne groote liefde, waarmede Hij
ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren
door de misdaden, heeft ons levend gemaakt
met Christus!
Dat is het heerlijk paaschevangelie, dat nog
naklinkt in onze ziel. Door Christus uit
den dood in het eeuwige, zalige leven!
Wagsnaar.
Een Zeeuwsch „Veldwijkje".
Bewijs.
Misdadige woeling.
Een slag
De oorlog.
(Slot volgt.)
Het aantal onzer Zeeuwsche medemenschen»
dat als krankzinnig wordt verpleegd in een
Gesticht, is zeer groot.
Volgens den kantonrechter van Middelburg,
jhr. mr. van der Mieden van Opmeer, worden
er elk jaar uit Zeeland een kleine tweehonderd in
hun geestvermogens gekrenkten opgezonden.
Deze gaan allen naar de andere provinciën,
want een Zeeuwsche Stichting bestaat er niet.
Nu zijn er eenige heeren, die er over spreken
om een prachtig stel paviljoenen met dokters
woningen, kerk half Roomsch, half protestant
enz. enz. te stichten bij Bergen op Zoom, om
zoowel Brabant als Zeeland te helpen, doch dat
zou een z. g. neutrale stichting moeten worden.
Volgens de „Middelb. Courant" hebben die
heeren een plan met teekening ontworpen en
berekend, dat het een half millioen kosten moet.
zitten. De Zeeuwsche afd. in '92 vierVereenigingen
sterk is nu geworden tot een band van welhaast
30 Vereenigingen
1892 en 1904 Ook onze Af deeling heeft ruime
stoffe op dezen Paasch-Maandag bij het Opstan
dingslied een danktoon te paren voor de steunende
hand onzes trouwen Ontfermers, die ook hier het
werk zijner handen niet varen liet.
De geschiedenis onzer af deeling zal eens blijken
te zijn de geschiedenis onzer provincie. Onze
eilanden toonen het, wat taaie volharding, wat
ijzeren wil onder Gods zegen vermag tot stand
te brengen. De Zeeuw en de zee zijn er altijd
op uit geweest elkaar een vlieg af te vangen.
Waar het water aan de eene zijde een stuk
van het land losscheurde en met uitbundig hoon
gelach zijn bruisende golven over de weleer groe
nende en gelende korenakkers stuwde, stond de
waakzame Zeeuw aan de andere zijde gereed door
het opwerpen van dijken en dammen een polder
te veroveren, waarover hij en niet het water
voortaan te gebieden zou hebben.
En mocht het water hem al grimmig aankijken,
geen nood, hij toonde hem zijn wapenschild met
zijn drie blauwe en drie zilveren baren, waaruit
de getongde leeuw zich fier verheft, 'zijn tegen
stander in welbewuste kracht toeroepende „Luc-
tor et Emergo", worstelen moet ik, worstelen zal
ik, doch de zege is mijn.
Dat schoone devies, dat onze vaderen reeds in
1580 op hunne gedenkpenningen graveerden, is
ook het onze, moge het ook zoo blijven. Rust,
roest, doch alleen aanhoudende krachtsinspanning
sterkt den wil, verruimt den blik, verlevendigt
Ook van Christelijke zijde is er reeds geruimsn
tijd gezonnen op een Zeeuwsch „Veldwijkje".
Een mijner hooggeachte collega's sprak er reeds
maanden geleden over met den voorzitter van
onze Stichtingen voor Chr. Verzorging van Krank
zinnigen, en aangezien deze vol zijn en zich niet
verder zullen uitbreiden, moedigde deze het
pogen aan.
Bedoelde broeder sprak er toen over met schrij
ver dezes en een paar andere collega's; wij
meenden ons eerst te moeten vergewissen, of er
in verschillende kringen sympathie voor ons plan
zou zijn, en dit is ons zoo voldoende gebleken,
dat we besloten hebben eenige heeren uit te
noodigen om met ons in een voorloopig comité
zitting te nemen, (lat al de voorstanders van eene
Zeeuwsche inrichting paviljoen-stelsel tot
verpleging onzer krankzinnigen in beslist Chris-
telijken geest Christelijk opgevat niet in een
verwaterden Etischen zin, maar in den zin onzer
belijdenisschriften zal uitnoodigen tot een
samenkomst op Vrijdag 20 Mei e.k. dat is
Vrijdag vóór Pinksteren te Middelburg in
een der zalen van het Schuttershof, om tot
oprichting eener Zeeuwsche Vereeniging tot Chr.
verzorging van krankzinnigen te geraken.
Het is niet de bedoeling om er een kerkelijke
zaak van te maken. Alle Christenen zijn ons
tot samenwerking welkom. Maar de verpleging
moet geschieden in éenen geest en daarom willen
we, evenals „Veldwijk" e. a., heel den arbeid
bouwen op den grondslag van de Heilige Schrift,
opgevat in den zin van de belijdenisschriften der
Gereformeerde Kerken. En opdat er waarborg
zij, dat deze grondslag niet verlaten wordt, moet
de meerderheid der bestdursleden betuigen ook
persoonlijk ten volle in te stemmen met onze
Formulieren van Eenigheid.
Zoo heeft het „Veldwijk" en in dier voege
wenschen ook wij 't te hebben.
Onze bedoeling met deze rekkelijkheid is natuur
lijk om niemand der waarlijk belangstellende
broeders uit te sluiten of af te stooten.
Voorts is onze bedoeling enkel voor Zeeland
een aanvankelijk althans betrekkelijk kleine
inrichting te openen.
Op de vergadering hopen we een duidelijk
plan te ontwikkelen en alle mogelijke inlichtingen
te geven.
Zij dan de opkomst zoodanig, dat met kracht
en geestdrift de hand geslagen worde aan deze
noodige zaak
Wagenaar.
Ds. V. immers ds. J. de Visser, Hervormd
predikant te Middelburg schrijft in de Nieuwe
Zondagsbode van 16 April j l.
De mededeeling„Zeker zijn er onder onze
Hervormde collega's, die 't lang niet eens zijn
met geloofsbelijdenis, catechismus en artikelen
tegen de Remonstranten vind ik zoo belangrijk
niet, daar dë zin evengoed kan blijven staan,
al verandert men 't woordje Hervormd in Gerefor
meerd."
de hope en bergt de heerlijkste vruchten in haren
schoot. En daarom, waar ik uitgenoodigd werd,
u een kort slotwoord toe te spreken, waarvan
hoogstwaarschijnlijk de zetter ter drukkerij „rede"
gemaakt heeft, daar acht ik het mijn plicht u
tot verder worstelen aan te sporen, u toe te
roepen: Laten wij ook hier niet bij de beginselen
blijven, doch tot meerdere volmaaktheid voort
varen, in het besef onzer afhankelijkheid van
Hem, die eens uitsprakZonder Mij kunt gij
niets doen.
Het spreekt van zelve, dat de leden onzer
Jongelings-Ver. vlijtige beoefenaars onzer schoone
historie zijn. Welnu, dan is het hun overbekend,
hoe Nederland in de 17e eeuw zij n hooge positie
onder Europa's mogendheden voornamelijk dankte
aan zijn krachtige Ie vensopenbaring op schier elk
gebied. Den Haag was het middelpunt van
Europa's diplomatie.
Doch nauw was in 1713 het pleit voor Espana's
successie beslecht, of de wufte Franschman durfde
onzen gezant op schamperen toon toevoegen
Wij zullen bij u, over u, doch zonder u onder
handelen.
Hoe luttel was Neerland's invloed in het ren
teniers- en pruikentijdperk, toen men zich alleen
met rijk worden en het najagen van allerlei
genot tevreden stelde, terwijl de veerkracht en
heldenmoed der vaderen, steeds vooraan in den
strijd om recht en gewetensvrijheid in Europa,
teloor gingen. Men rekende eenvoudig met ons
land niet meer, en daarom, laat die korte herin
nering ook u een baken in zee zijn.
Hoe krachtiger onze afd. zich openbaart, wat
Dit is een krasse, ver-gaande beschuldiging,
welker waarheid wij beslist ontkennen.
Wij Gereformeerde predikanten hebben allen
herhaaldelijk door onderteekening en plechtige
openlijke verklaring onze instemming met de 3
formulieren van eenigheid betoond, enkelen onzer
behoudens 't bekende gravamen tegen één enkele
zinsnee in art. 36 der geloofsbelijdenis.
Onze geachte collega ds. de Visser durft nu
echter openlijk schrijven:
„Zeker zijn er onder onze Gereformeerde
collega's, die 't lang niet eens zijn met de geloofs
belijdenis, catechismus en artikelen tegen de
Remonstranten."
Deze grievende beschuldiging roept om bewijs.
Bewijs of intrekking met amende honorable.
Wagenaar.
In Hongarije is plotseling een algemeene spoor
wegstaking uitgebroken. Alles staat stil. Treinen
vol vee staan midden in 't veld de versmachtende
beesten loeien en kreunen, en treinen vol beder
felijke voedingsmiddelen gaan verloren. Doch de
regeering treedt krachtig op. Ze nam reeds duizend
stakers, die hun eed braken, gevangen en zendt
geniesoldaten om 't verkeer te heropenen.
- Gelukkig het land, welks regeerder geen kind is.
W.
Door ons pree ken te Westkapelle is zeer bekend
geworden broeder De Kam, bij wien de sprekers
en hunne koetsiers een vriendelijk tehuis vinden.
Deze broeder heeft een groote ramp getroffen.
Een kat, die vergiftigd was, had zich verstopt
in het hooi: ze schijnt daar rattenkruid kwijt
geworden te zijn. De paarden hebben van 't ge
hakte hooi gegeten en drie paarden zijn ver
giftigd geworden en hem afgestorven.
Dit is een ramp erger een slag
Westkapels plaatsgenooten toonen Ds. Aal-
ders de Hervormde predikant, voorop hun
medelijden. Ik denk, menig in Westkapelle
belangstellend lezer dezer regelen, heeft er behoefte
aan om dit ook te doen. W.
Door Gods goedheid schijnt de oorlog, die de
einden der aarde in vlam zet, beperkt te blijven
- tot Rus en Japanner.
't Was tot dusver een zeeoorlog, die ver achter
blijft bij wat in onze vaderlandsche zeeoorlogen
met Spanjool en Brit werd aanschouwd.
Doch een aangrijpende gebeurtenis vond thans
plaats.
Het reusachtig admiraalschip met een dapperen
aanpakkenden vlootvoogd aan boord, werd uit de
haven gelokt, doch terwijl 't den vijand slag bood,
sloop een kleine Japansche mijnen-strooier naar
den ingang van de haven en legde er een helsche
machine.
't Admiraalschip moest, toen een vijandelijke
overmacht kwam opzetten, terugkeerendaar raakt
alleen mogelijk is, als de vereenigingen met moed,
lust, liefde en ijver arbeiden en de ringen aan
hun doel beantwoorden, hoe meer er met ons
zal gerekend worden
Ik heb mij de moeite getroost alle jaarversla
gen van den Nat. Bond over de laatste 10 a
12 jaren na te slaan en slechts éénmaal werd
Zeeland tot een navolgenswaardig voorbeeld ge
steld het was op den Bondsdag in 1894, waar
de Bondssecretaris mededeelde, dat het aantal
abonnés op ons Bondsorgaan percentsgewijs van
de leden gerekend, in Zeeland het grootst was.
In de overige verslagen werd er nog één keer
op gewezen, dat de Bondsidée in Zeeland er zeer
langzaam inkomt, en dat de vereenigingen op
Walcheren het best overeenkomstig de bedoeling
van den Bond werken. Overigens niets alsgeen
verslag ontvangen. Terwijl Friesland, Groningen,
Holland, Gelderland dikwijls afzonderlijk bespro
ken worden, zwijgt de Secretaris per manent over
Zeeland, wat toch zeker niet uit gebrek aan
liefde voor onze provincie voortkomt, waar hij nu
reeds 12>4 jaar in zijn Vlissingsche gade Zeeland
kan liefhebben.
Moge dit weldra veranderen en Zeeland een
waardige plaats naast hare zusteren innemen.
Jaloersch ben ik, als ik in ons Bondsorgaan
de humoristische stukjes van den Frieschen Gideon
lees, die met zijn arendsblik heel Friesland overziet
en die zoo uitnemend schijnt te verstaan, hoe een
ringorganisatie het best aan haar doel beantwoordt.