BIJBLAD,
behoorende bij de ZUIDER KERKBODE
van Vrijdag 20 November 1903.
OFFICIËELE BERICHTEN.
Verslag der Classisvergadering van Middelburg
op Woensdag 12 November.
Ds. Toebes opent de vergadering, laat zingen
psalm 68 17, leest psalm 25 en gaat voor in
den gebede.
De credentialen worden nagezien en in orde
bevonden.
Tot scriba wordt door den voorzitter, ds. Meu-
link, Ds. Toebes aangewezen, terwijl hij zich als
assessor ds. Bouma toevoegt en ds. Wolf als
assessor van den scriba aanwijst.
De acta der vorige vergadering worden gelezen
en na kleine opmerkingen, onder dank aan den
scriba, geapprobeerd.
De vragen naar Art. 41 D. K. O. worden tot
genoegen der vergadering beantwoord.
De vragen naar den stand der ineensmelting
zullen, op voorstel van den voorzitter, gedaan
worden bij de behandeling van een op de agenda
voorkomend consciëntiebezwaar der kerk van
Koudekerke.
Nadat bij monde van ds. Meulink rapport der
commissie voor West-Kapelle is uitgebracht, wordt
op voorstel van ds. Bouma deze commissie diligent
verklaard.
Na der vergadering verzocht te hebben ont
slagen te worden van het consulentschap te West-
Kapelle, komt, na ampele bespreking, ds. Meulink
hierop terug, onder voorwaarde, dat ds. v. d. Hoorn
den arbeid, het huisbezoek betreffende, gedurende
den winter op zich neme.
De commissie inzake het beroepingswerk te
West-Kapelle rapporteert ten genoegen der ver
gadering.
De consulenten van Veere en Gapinge hebben
omtrent deze kerken der vergadering niets te
melden.
Na zijn rapport inzake hulpbehoevende kerken
te hebben uitgebracht, rapporteert ds. Bouma
namens br. kerkvisitatores, naar aanleiding van
wier verslag door de classis een door ds. Koop-
mans gedaan voorstel, luidende„de classis uit
het rapport van H.E[. kerkvisitatoren verstaan
hebbende, dat in de onderscheidene kerken onzer
classe de art. der D. K. O., betreffende de ver
kiezing der kerkeraadsleden, verschillend worden
toegepast, besluit eene commissie te benoemen
tot onderzoek van de in deze kerken gebruikelijke
wijze van kerkeraadsverkiezing, met het oog op
de eventueele herziening der D. K. O. op de
a.s. generale synode," wordt aangenomen.
Bij stemming worden tot leden dezer commissie
gekozen de dienaren des Woords Bouma, Wage
naar en Koopmans en de ouderlingen J. Louwerse
en K. Melis.
Na eenige toelichting door ds. Hulsebos van
de vraag„wanneer zullen weder eens de diaconiën
uit deze classe samenkomen om verschillende
diaconale zaken met elkander te bespreken", her
innert br. Neder veen er aan, dat de kerkeraad
van Serooskerke nog altijd de opdracht heeft,
zulk een conferentie saam te roepen, waarna de
voorzitter in overweging geeft, dat de kerkeraad
van Vlissingen met dien van Serooskerke in
correspondentie trede over deze aangelegenheid.
De vraag van Koudekerke en Grijpskerke
betreffende het houden van bidstonden voor de
zending geeft, na eenige besprekingen, den praeses
aanleiding den afgevaardigden af te vragen, of
er in overeenstemming met den wensch op een
ten vorigen jare gehouden classisvergadering geuit,
den laatsten winter zulke bidstonden gehouden
zijn. Het blijkt, dat slechts enkele kerken vol
deden aan wat door de classis zoo wenschelijk
geoordeeld werd; waarover ds. Ingwersen zijn
leedwezen uitspreekt en dat den voorzitter noopt
er op aan te dringen, dat de kerken dezen winter
bepaalde bidstonden voor de zending zullen houden.
Middagzitting.
Nadat gezongen is psalm 89 8ds. Bouma
voorgegaan is in den gebede; ds. de Jager, die
verhinderd was de morgenzitting bij te wonen,
ter vergadering verschenen ismededeeling is
gedaan, dat de predikanten Littooij en Wageuaar
assisteeren bij de examinatie van den naar Tholen
beroepen candidaat de vergadering met hartelijke
deelneming vernomen heeft, dat de krankheid
van ds. Yeenstra den kerkeraad met zorge ver
vult, komt in behandeling de vraag, door Oost-
Kapelle op de agenda gebracht„de classis spreke
zich uit of het niet wenschelijk is, dat een ker
keraad tot zijn catechisaties niet toelate kinderen
van leden eener genabuurde kerk, tenzij dan,
dat een uitdrukkelijke verklaring kan worden
overgelegd van den kerkeraad onder wiens opzicht
zij staan, dat om bijzondere redenen hierin be
willigd wordt." Na uitvoerige bespreking, waarbij
ds. Visser mededeeling doet van het geval, dat
den kerkeraad er toe bracht dit voorstel ter tafel
te brengen, oordeelt de classis het, naar aanlei
ding van het onderhavige geval, wenschelijk, dat
een kerkeraad tot zijn catechisatie niet toelate
kinderen van leden eener genabuurde kerk, tenzij
in overleg met den kerkeraad, onder wiens opzicht
zij staan.
Op verzoek der kerk van Grijpskerke wijst
het moderamen als commissie om een geschil met
eene der zusterkerken over eene attestatie te
onderzoeken en, zoo mogelijk, tot een einde te
brengen aan de dienaren ds. de Jager en dr.
Wagenaar, benevens ouderling de Rijke van
Middelburg.
De vergadering besluit, dat de classis-corres-
pondent ds. Bouma op de e.k. vergadering ver
slag zal uitbrengen omtrent de werkzaamheden
der agenten in de verschillende kerken en de
door hen aangeworven contribuanten voor de
Theol. School, als door Middelburg A wordt
verlangd.
Een verzoek van Gapinge om een commissie
te benoemen met opdracht om na te gaan, of het
niet wenschelijk is, verandering te brengen in de
thans bestaande kerkelijke grens tusschen de kerk
van Veere en de kerk van Gapinge wordt, na
gehouden stemming, ingewilligd. Deze commissie
zal bestaan uit de H.H. dr. Wagenaar, ds. de
Jager en W. Melis.
Na uitvoerige toelichting en bespreking van
het door den kerkeraad van Koudekerke op de
agenda gebrachte consciëntiebezwaar, dat „hij,
vernomen hebbende, hoe het in deze classis met
de zaak der ineensmelting staatin zijn consciën
tie bezwaard over de redenen, waarop die ineen
smelting afstuit, als zijnde: strijdig met het
Woord des Heeren, en als verlagende de eere
van Christus' Kerk, de classis verzoekt, de be
trokkene kerken terug te roepen tot dë gehoor
zaamheid van Gods Woord" neemt de vergadering
met acclamatie eene motie aan van ds. Koopmans
luidendede classis het betreurende, dat de drie
kerken van Middelburg nog geen gevolg hebben
gegeven aan de opwekking der classisvergadering,
gehouden in Mei j.l., de oorzaken hiervan voor
rekening der kerkeraden latende, besluit de op
wekking op genoemde vergadering tot haar gericht
met ernstigen aandrang te herhalen en noodigt
bij dezen de kerk van Middelburg (A, B of C)
uit de afgebroken onderhandelingen weder aan
te knoopen.
Een voorstel van den heer quaestor luidende:
de prov. synode te verzoeken een gedrukt ge
specificeerd verslag van de ontvangsten en uit
gaven voor den prov. omslag, als voor em. pred.,
wed. etc., te voegen bij het agendum der prov.
synode, wordt met gemeen goedvinden aange
nomen.
Tot kerkvisitatoren worden benoemd ds. Bouma
en ds. Koopmans met hun secundi ds. Hulsebos
en dr. Wagenaar.
De actuarius en de quaestor der classis worden
gecontinueerd.
Ouderling de Rijke worde aangewezen tot het
ontvangen der classikale collecten.
Voor de regeling der vacatuurbeurten, voorde
approbatie van beroepingen en voor de hulp
behoevende kerken worden de deputaten gecon
tinueerd, terwijl de regeling van den provincialen
zendingsdag ds. Hulsebos wordt opgedragen.
Als oproepende kerk voor de eerstvolgende
classisvergadering wordt Meliskerke aangewezen.
De kerk van Grijpskerke dringt er op aan,
dat de kerken overwegen, zoo mogelijk in ver-
eeniging met Noord-Brabant een eigen zendings
terrein te bearbeiden en doet toezegging, rakende
deze materie, een of meer voorstellen te zullen
plaatsen op de agenda van de volgende bijeenkomst.
Ds. Boeienga doet der classis mededeeling, dat
het nieuwe kerkgebouw van Arnemuiden den
2den December in gebruik zal worden genomen
en noodigt de kerken uit, zich hierbij te doen
vertegenwoordigen.
Gapinge's afgevaardigden brengen namens
diakenen hunner kerk dank aan die diaconiën,
die hun steun verleenden.
Na afhandeling van eenige zaken in comité,
sluit de voorizitter de vergadering met dankgebed.
F. W. J. Wolf,
Scribae assessor.
Kort verslag van de vergadering der Classis
gehouden te Zevenbergen 11 Nov. 1903.
1. Ds. Voigt opent de vergadering op gebrui
kelijke wijze.
2. Op zijn verzoek zien ds. A. J. Mulder en
Oud. Maris de cr^dentiebrieven na, die evenals
de later ingekomene van Moerdijk en Willemstad
in orde worden bevonden.
3. Tegenwoordig zijn de D.D. Van Dam
van 's Gravendeel en Hagen van Ridderkerk als
deputaten van de Classe Dordrecht.
4. Als Moderamen wordt aangenomends.
Voigt, Praeses; ds. Mulder, Assessords. Goris,
Scriba.
5. Ds. Zwiers leest de Acta der vorige Class,
verg die onveranderd worden goedgekeurd.
6. Wordt voorgelezen een Missive van de Cl.
Dordt, inhoudend verzoek tot samenwerking in
den arbeid der Heidenzending, ds. van Dam
licht het verzoek toede Cl. Dordt zocht samen
werking met andere Classes en heeft nog de
hulpe van de Cl. Klundert van noode. Terwijl
over deze zaak gesproken wordt, komen Deputaten
Prov. ad examina binnen n.l. de D.D. Goedbloed
van Haeringen en J. M. Mulder. De Praeses
verwelkomt ze.
7. Het rapport der Deputaten ad examina
wordt voorgelezen, aleer het peremptoir examen
van dr. de Moor een aanvang neemt. Deze wenschte
gebruik te maken van Art. 9 van de „Overeen
komst tusschen de Vereeniging voor H. O. op
Geref. grondslag en de voorloopige Synode van
Ned. Ger. Kerken, rakende het verband tusschen
gemelde kerken en de Theol. fac. aan de V. U,"
eene overeenkomst door de Geref. Kerken in
1892 gecontinueerd, zoodat hij als Doctor van
het eigenlijk gezegd wetenschappelijk onderzoek
vrijgesteld en alleen zou worden onderzocht met
betrekking tot het donum concionandi, de zuiver
heid der leer en de practische bekwaamheid.
8. Dr. de Moor, door den Praeses verwelkomd,
treedt voor de Classis en Deputaten op en houdt
een gedeelte van zijne predicatie over Ps. 87.
Ds. Zwiers onderzoekt naar de zuiverheid der
leer. De morgenvergadering wordt daarop door
Prov. Dep, ds. Goedbloed met dankzegging
gesloten.
9. De middagvergadering, geopend met gebed
door ds. v. Haeringen als Prov. Dep., zet het
onderzoek voort. Ds. Goris examineert Kerkrecht
ds. A. J. Mulder Poimeniek, Catechetiek en
kennis van den inhoud der H. Schriftds. Voigt
Homiletiek. Met het zeer gunstig advies der
Prov. Deputaten vereenigt zich later ook de
geheele Classe, zoodat dr. de Moor met alle vrij
moedigheid wordt toegelaten tot den dienst des
Woords in de Geref. Kerken in Nederland.
10. De verschillende rapporten worden voor
gelezen.
11. Alle deputatiën worden gecontinueerd; de
Kerken Zevenbergen en Breda voor deze drie
maanden aangewezen als Depp. Class, voor
tusschentijdsche approbatiëen en losmakingen.
12. De bespreking van de Missive van de Cl.
Dordt wordt voortgezet. Besloten wordt op dit
verzoek niet in te gaan zonder advies van de
Prov. Synode van N. Br.
13. Missive van de Cl. Leiden inzake het
ontslag van ds. Kaptein, inhoudend twee vragen
1°. welke zijn de groote en gewichtige redenen
2° is hij tot een anderen staat des levens over
gegaan. De Praeses leest daarop een concept
antwoord voor, dat aangenomen wordt en o. a.
ook deze woorden van het desbetreffend Classicaal
besluit inhoudt, welke naar aanleiding van de
vele vragen worden geplubiceerd„Zullende
„alzoo aan genoemden heer Kaptein niet meer
„geoorloofd zijn buiten consent en autoriteit der
„Synode of Classe het Woord en de Sacramenten
„te bedienen in eene der Geref. Kerken in Ne
derland."
14. Missive van de Classe Tiel, inhoudend
kennisgeving van de losmaking van ds. van
Giffen van de kerk van Aalst. De Classis Klundert
maakt voorloopig haar bezwaar openbaar tegen
de tegenwoordige wijze van losmaking.
15. De Quaester, ds. Zwiers, zal de vacature
beurten regelen en deelt mede, dat gehouden
moeten worden in deze drie maanden: „de Coll.
voor de Theol. School, 2e Coll. voor Inwendige
Zending en de coll. voor Hulpbeh. KK. in de
Classe.
16. Bij de rondvraag naar Art. 41 vragen
enkele kerken advies.
17. Een voorstel van de kerk van Raamsdonk
om een register aan te leggen van al zulke geno
men en nog te nemen besluiten, waarmede als
bepalingen van orde moet worden rekening
gehouden, wordt aangenomen, en Praeses en Scriba