Het doen van Belijdenis. 13e Jaargang. VRIJDAG 8 JANUARI 1904. No. 2. jVEEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER jaE REFORM EER DE JCeF^KEN JNIoORD-j3ï^ABANT EN J_^IMBUï^G. IN ^Zeeland, Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hjj zal ons behouden. Jesaja 33:22. ONDER REDACTIE VAN Dr. L. H. WAG EN AAR, met medewerking van onderscheidene Predikanten. Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtoffe'en, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15 22 Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LË COMRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentiën enz,, gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. BIJ DE INTREDE VAN 1904. Dat de broederlijke liefde blijve. Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend en gelen geherbergd. Gedenk der gevangenen, alsof gij mede gevangen waart; en dergenen, die kwalijk gehandeld worden, alsof gy ook zeiven in het lichaam kwalijk gehandeld waart. Het huwelijk is eerbaar onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordeelen. Uw wandel zij zonder geldzuchtigheid; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij heett gezegdIk zal u niet be geven, en Ik zal u niet verlaten. Zoodat wij vrijmoediglijk durven zeggen De Heere is mij een Helper, en ik zal niet vreezen, wat mij een niensch zal doen. Gedenkt uwer voorgangeren, die u het woord Gods gesproken hebben en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandelii g. Jezus Christus is gisteren en heden de zelfde en in der eeuwigheid. Wordt niet omgevoe*d met verschoidene en vreemde leeringen: want het is goed, dat het hart gesterkt worde door genade, niet door spijzen, door welke geene nuttig heid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben. Hebr. 131 - 9. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwig heid. Oude jaren zinken weg in 't verleên, nieuwe jaren komen; alles op aarde wisselt, wankelt, verdwijnt, maar van eeuwigheid tot in eeuwig heid is Jehova God, en ook Jezus Christusfis gisteren en heden dezelfde en in der eeuwig heid. Dat geloofsbesef sterkt het hart om goedsmoeds voort te reizen en in te slaan de nieuwe bane, de onbekende toekomst, die dit nieuwe jaar ontsluit. Op een aardrijk, om onzer zonden wil ver vloekt, met een schuldig verleden en een hart in den boezem, waarin altoos opwerkt slijk en modder, God beleedigend, Gods lankmoedigheid hoonendmet het zwaard des doods boven ons, dat elk oogenblik kan vallen en den levens draad afsnijden van uw en uwer dierbaren hoofd, moeten we verder worstelen, Laat ons hierbij troosten, dat Jezus Christus gisteren en heden en in der eeuwigheid dezelfde is. Met geruchten van oorlogen, die in spanning houden Europa en Azië, oorlogen, die als de opgehoopte brandstof vlam vat, alle harten zullen doen bezwijken van vrees en ontzetting; met het verdriet en de onrust over kerkelijke spanningen die, als ze tot uitbarsting komen, Gods Naam zoo vreeselijk zullen smaden en de teere broederharten zoo bang zullen ver scheuren met de zorg in vele gezinnen voor de dage- lijksche nooddruft en de kommer voor een ouderdom in armoe, zou menigeen zuchtend zeggen: och, Heeie, ik word zoo moede; 'k zou in 't stijgen nederzjjgen welnu de Heeie geeft een krachtige vertroosting in zijn heerlijk woord: Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid Uw Vader in Christus, die uw steun was en troost, blijft Dezelfde! Heeft Hij u niet trouwe- lijk geleid tot op dit oogenblik? Houdt Hij niet nog u het hoofd boven water of om ringt u zelfs met vroolijke gezangen van bevrijding en doet u zeggen: Heere, ik ben geringer dan al Uw weldadigheid en trouw? Lieve lezer, 't zij in neerlaag of in glorie, Jems, vast door 't geloove omhelsd, is Zalig maker en blijft 'ttot in alle eeuwigheid! Hjj blijft dezelfde. Hij. Niet slechts Zijn leer. Hij zelf. In Zijn bedienen van 't Midde laarsambt. Dezelfde van de grondlegging der aarde. Altoos datzelfde Woord, dat in de duis ternis scheen. Dezelfde gis ter en.,'Neen Hij is niet van gisteren, :.oon^ wij zijn! Zijn van gisteren is van eeuwigheid. Hij die zeideeer Abraham was ben Ik en den dooper voorafging, Hij was het Woord, bij God en zelf God, door hetwelk de wereld gemaakt is. Hij sprak tot de Aartsvaders en door de profeten. Dit Woord werd vleesch en trad op, de leeraar in Israël. En door de zending van Zijn Geest, en de bediening van zijn evangelie staat en getuigt Hij, heden, morgen, tot den jongsten dag. Hij is Dezelfde. Dies is Zijn evangelie het zelfde. Eén schijnend licht, opgaande en lich tende tot den vollen middag toe. Een diamant al rijker geslepen tot steeds hooger fonkeling een brillant van het zuiverste water en het heerlijkste vuur! Hij is Dezelfde; in de trouwe toeëigening tot de volmaaktheid toe van al wat Hij verwierf voor Zijn kerk, voor Gods wereldbroeder en zuster in verband met die kerk en die wereld ook voor u! En daarom moet ook in wezen gelijk blijven, hoe ook in oefening zich verrijkend, het chris telijk leven. Zoo zij 't ook dit jaar. Vócr alle dingen: dat de broederlijk- liefde blyve. Zii is een christelijke hoofde deugd. Een cardinale deugd. Ze zit in 't hartje van de godsvrucht. En ze is altoos in ge vaar. In onze dagen zeerDoch ze b 1 ij v e. Nooit moet haar nijd of twist verkloeken. Te slim af zijn Ze kome ook uit in de herbergzaamheid. In de gastvrijheid. In 't gul verkeer. Abraham herbergde onbewust engelen Gods! Nog brengt een vreemde broeder soms een zegen mede, waardoor hij een goede engel wordt voor uw huis of hart. In Paulus' dagen moest de bioederlijke liefde zich sterk uiten jegens de gevangenen om Christus' wil. Ze moest hen in alles ver zorgen. Op gevaar af van verdacht te worden en ook gegrepen en gedood. Ook al kostte het veel geld. Deze broederlijke liefde, groot in offervaardigheid, moest het tegenovergestelde toonen van de hoofdzonden der toenmalige we reld ontuchtige liefde en geldliefde. Genegen heid tot vuil genot en vuil gewin. Een rein huwelijksleven moest de eere der gemeente wezen, en de wandel zonder geldzucht, zonder liefde tot het geld de wereld veroor- deelen en beschamen. Christenen zouden te vreden zijn met 't dagelijksch brood en zich voor de toekomst toebetrouwen aan Hem, die gezegd heeft: Ik zal u niet begeven noch verlaten. Broeders en zusters, zoo moet't blijven ook onder onsHebt liëf met een rein hart, draagt elkanders lasten, weest niet geldlievend, be trouwt op den Heere. Jezus Christus is giste ren en heden en tot in eeuwigheid Dezelfde! Gedenkt uw voorgangeren. De schrijver be doelt de apostelen, die hun leer met den mar teldood hebben verzegeld. Hun geloof moet 't uwe Tiijn leven in aller hart! Wacht u voor afwijkende leeringen. Voor de spijze, die de wereld biedt. Die spijs is nutteloos of gif! 't Is de eere onzer Kerk dat wij positie genomen hebben tegenover de wereld. Buiten de legerplaats. Rondom Jezus' kruis. Zoo zij 'took in uw persoonlijk leven. Midden in de wereld, en toch niet van haar, maar haar geest bestrijdende, terugdringende, overwin nende Ook door onvermoeide getuigenis. Offert door Christus Gode de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden. Vergeet ook weldadigheid en mededeelzaamheid niet. Aan zoodanige offeranden heeft God een welbehagen Zijt uwen voorgangeren gehoorzaam. Draagt hen in biddende liefde. En, zeer waarde lezers, bid ook voor ons, onzen arbeid gedenkende, opdat hetgeen wij on onze medewerkers wekelijks aan u schrij ven, geheiligd zij en diene tot handhaving der eeuwige waarheid, tot stichting der Kerken, tot ware ontdekking, bestiering, aanvuring en verzekering; alles en altoos in den geest, waarin we dit nieuwjaarsartikel schreven, in biddende, broederlijke liefde. Wagenaar. Zuster der gemeente. Dominee, ik zou wel willen, dat mijn dochter dit voorjaar aangenomen werd. Ze heeft hare jaren. Er valt niets op haar te zeggen. Ze heeft altoos trouw in de vraag gegaan en, dat zal u zelf erkennen, steeds goed geleerd. Doch, ziet u, 't is een ge woon wereldsch kind. Er ligt niets in. Heelemaal niets. En daarom is dit nu mijn verzoek aan u, dat u haar wel toelaat tot 't doen van openbare belijdenis, maar haar niet verplicht om aan 't Avondwaal te komen. Want als ongeloovige en onbekeerde is daar haar plaats niet. Ik weet wel, het is tegenwoordig in onze kerken de mode om 't doen van belijdenis en 't Avondmaal heel nauw met elkaar te verbinden, maar daar ben ik 't niet mee eens. Is 't nog niet erg genoeg, dat die kinderen j a moeten zeggen op vragen,

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1904 | | pagina 1