De gevonden Ring. Vorz(;J(erdlieid. 'ïi'. 13e Jaargang. VRIJDAG 1 JANUARI 1904. No. 1. ^Zeeland, JNIoord-P^abant en j^iMBUi^G. Or. L. H. WAGKNAAR, K. LE COIINTRE y/EEKBLAD GEWIJD AAN DE j^ELANGEN DER pEREFORMEERDE J^EF^KEN IN Want. de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hjj zal ons behouden. Jesaja 33:22. ONDER REDACTIE VAN met medewerking van onderscheidene Predikanten. Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE Instaan Br.indofferen en Slachtoffe en, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22 Abonnement per 3 maanden f0.35. Afzonderlijke nos. 8 cent. Advertentiën van 1-5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: MIDDELBURG. Berichten, Advert.entiöD enz,, gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. BIJ DE WISSELING DES JAARS. Leer ons alzoo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen. Ps. 90 12. Uren, dagen, maanden, jaren Vliegen als een schaduw heen die toon vindt weerklank in ieder gemoed, dat nog niet te eenemale verdierlijkt is of verstokt, als de ernstige Oudejaarsavond daalt, en u roept om tot uzelven te komen; en de ver gankelijkheid van uw leven T.e verstaan. Wellicht is het uw laatste oudejaarsavond, oude van dagen, die uw bril hebt afgewischt om deze meditatie eens met aandacht te lezen. Gij moogt wel tot uzelven zeggengfen avond beleef ik hoogstwaarschijnlijk niet meer. En wel vragen: en wat dan? Maarook gij, die nog in den zomer des levens zi.it, besef welk een belangrijke schrede ge weer naderdet aan mag ik zeggeL: het huis van uwen Vader? En zelfs gij, jeugdigen, beseft welk een aan zienlijk deel van uw leven reeds voorbij is! En stellen we ons allen de vraag: wie zijn wij geweest voor God? Waarlijk, het zijn wel de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn gewor den, het is omdat Zijne barmhartigheden geen einde hebben. Zoo ooit, dan voelt nu de consciëntie het recht van den eisch der wijsheid, dat de bede opklimt„Leer ons alzoo onze dagen tellen, dat wij een wijs harte bekomen". Psalm 90 spreekt de machtige tegenstelling uit tusschen de eeuwigheid Gods en de broos heid van een mensch, dat in den toorn Gods vergaat. Deze vergankelijkheid nu moet leiden tot het rechte tellen onzer dagen. De mensch leeft 70 of 80 jaar. Wat is dat kort. Als ge twintig winters telt, is reeds een vierde deel weg. Trek de slaap van uw dagen af en al de verbeuzelde uren. O, wat is het leven kort. Eene ware geschiedenis, door Isabella Sannders. Uit het Engelsch vertaald. (Slot). Het was Kerstmis en zooals gewoonlijk, bracht Arthur Hoare den avond bij zijn vriendendoor; zij hadden gepraat over allerlei eigenaardige on dervindingen. Juist had hij zijn overjas aange trokken en stond klaar om afscheid te nemen, toen hij op eenmaal zei „O ja, ik heb nog iets dat ik vergat jelui te vertellen. Toen ik buitenslands was raakte ik een ring met een kostbaren diamant kwijt. Een paar maanden claarna zag ik werkelijk dien ring aan de hand van iemand, die in een omnibas zat. Schrik maar niet, juffrouw MarthaIk heb dien rran gevolgd, want ik wilde hem natuurlijk niet Leefdet ge jaren in (ie zonde, ai mij, welk een vreeselijk stuk leven is dan verspild, ja, erger dan verspild! Beween het voor God. Bekeer u. En zyt ge tot God bekeerd - och, verspil geen dagen meer! Ook geen uren! 't Zij u genoeg den vorigen tijd te hebben doorgebracht in de zonde. O, waak op tot den ernst des levens, en leer alzoo uwe dagen tellen, dat gij wijs wordt van hart. Hoe vele dagen kwijnt 't leven in allerlei moeite en verdriet. Vaak onder de schaduw des doods. Hoe onzeker is het leven. 'tWóidt snellijk afgesneden. Ieder uur zijn we in perikel O, God," leer ons dan alzoo onze dagen tellen, da^we een wijs hart bekomen. .v.. Vraagt ge, hoe dat JteVten moet geschieden? Leer eiken dag w-r deeren. Laat 't diep doordringen in uw dat er zoo weinige zijn! Leer eiken dag ontvangen uit Gods hand. God geeft hem u. En ge zijt er verantwoor ding voor schuldig aan God! Leer eiken dag wijden. Uw leven moet toegewijd worden aan den Heere. En om 's Heeren wil aan de broederschap. Ook aan den naaste. Leer eiken dag beschouwen als uw mogelijken sterfdag. De eeuwigheid wenkt ieder uur. Stel niets uit, dat nu kan geschieden. Besef diep,- elke dag kan de laatste zijn- Zulk tellen der dagen kweekt een wijs hart. Geen wijs hoofd alleen, Ook dat. Maar meer, een wijs hart. Een wijs hart, dat is een gemoedsbestaan ver van schijn en zelfbedrog. Een wijs hart is een ernstig hart, een oot moedig hart, een teeder hart, een biddend hart, een hart, dat den Heere vreest. Immers de vreeze Gods is 't begin der wijsheid. Een wijs hart is een bereid hart. Bereid voor den dood. Een wijs hart leeft voor God en sterft met God. Een wijs hart is over 't weinige of vele, uit het oog verliezen. Maar toen ik daar in die omnibus zat, was ik niet alleen onder de bekoring van mijn eigen edelgesteente aan de hand van een vreemde, maar tegelijkertijd ook onder de macht van een paar lieve oogen en zonder dat ik het meikte verdween de man met den ring. Toen ik er mijn advocaat over sprak, merkte ik, dat hij dien ring van een jonge dame voor 50 pond sterling had gekocht, maar hij bood me aan dien van hem terug te koopen. En nu, m'n vriend Carey gevoel ik er behoefte aan om dien ring aan de jonge dame, die hem vond, terug te geven. Heb ik daartoe permissie van u? Maar Martha is weg. Ik moet haar volgen. Ik zal Hij vond haar in de keuken. „Bekijk dien ring eens, juffrouw Martha en vertel me eens of je hem wel eens eerder gezien gezien Hebt." tZóó erg beefde ze dat ze den ring haast niet kon vasthouden, dat God toevertrouwde, getrouw. Daarvoor zal 't beörven de vreugde des Heeren. Zwaarbeproefde broeder en zuster, houd moed. 't Zal Diet eeuwig worstelen blijven. Straks komt de rust. De kroon! Doorleef slechts de eeuwigheid in den tijd, en uw leven zij 'tonder smart wordt rijk, rijk in God. Verootmoedigt u als het anders ware. Een bot hart. Een zot hart. O, lezer terwijl gij in 't middernachtelijk uur den erust des levens gevoelt, verhard uw harte niet, laat u leiden in 't schuldbesef voor Jezus' voeten en Hij, die alle dingen nieuw maakt, zal ook uw hart vernieuwen, tot een geheiligd, straks Ook tot een wys harte. Amen. Wagenaar. God geeft ons Zijn getuigenis door Zijn Woord, en bevestigt dit door de Sacramenten. Woord en Sacrament zijn de middelen der genade. Wel is waar, dat men onder middelen der genade soms ook verstaat al wat wij op onzen levensweg ontmoeten: en in zooverre zijn voor spoed of tegenspoed, ziekte of gezondheid, een gesprek, en wat dies meer zij, wel eens het „middel" geweest om iemand tot geloof en be keering te brengen. Toch is het duidelijk, dat dit geen middel der genade in eigenlijken zin kan heeten. Dit blijkt terstond, wanneer wij deze vraag doen: Zou ooit voorspoed of tegenspoed, ziekte of gezondheid, een gesprek, of ook eenig ander middel, ons tot geloof en bekeering kunnen leiden, als wij het Woord Gods niet hadden Immers neen. Dit alles kan onder Gods zegen wel dienen om ons terug te leiden tot het Woord, en door het Woord tot Christus, en door Christus tot God, maar het kan nooit dienen om ons zonder het Woord tot Christus te brengen. In al zulke gevallen is het juist door de kennis van het Woord, dat we tot Christus worden gebracht. In eigenlijken zin zijn er dus maar twee „Is het dezelfde?" „Is er geen verschil?" „Deze is iets kleiner, geloof ik." „Kijk eens even of je in dien ring ook een inschrift kunt lezen." Martha deed het. „Kun je 't lezen?" „Ja." „Hardop, asjeblieft." „Dat kan ik niet." „Staat er niet„totdat de dood ons scheidt "jaa." „Martha", sprak hij zacht, „ik zou willen dat gij dien ring tot zoolang behieldt. Ik heb den Heere gebeden u mij tot vrouw te geven. Zal die bede vervuld worden? Wilt ge, Martha? Kun je me liefhebben? Ha! ik zie het ja, dan is de ring bij je waar hij wezen moet. Dat God ons samen zegene!"

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1904 | | pagina 1