De onhoudbaarheid der bezwaren. Behartigenswaard De Bewaarschool. Te Zeist. Een teekenend besluit. noemt „ontdekking aan zonde en schuld", maar evenzeer in de ombuiging van den wil ten goede. Want, zoo belijdt onze Kerk, Dordtsche Leer regels, Hoofdstuk III en IV, art. 11 „In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden, en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt, die boos was, goed wordt, die niet wilde, nu metterdaad wildie wederspannig was, gehoorzaam wordt Hij beweegt en sterkt dien wil alzoo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen." Wel degelijk mogen wij dankbaar erkennen, dat ook in onze goede werken een getuigenis Gods tot ons spreekt. God zelf heeft immers deze goede werken voorbereid, opdat wij in dezelve zouden wandelen? (Ef. 2 10). Zeker is het waar, dat wij allen zullen be treuren de onvolkomenheid onzer goede werken. Ja, een kind van God zal er om treuren dat hij zoo weinig goede werken doet. Moest niet dit de grondtoon onzer ziele zijn „Wat zal ik den Heere vergelden, voor al Zijne weldaden aan Mij bewezen?" Maar daarom hebben wij dan ook met ernst te protesteeren, dat de grenslijn tussehen het eifdeel des Heeren en de wereld zoo is verflauwd ,,'t Zeeuwscbe volk" - zei eens een onzer predikan ten „gaat trouw naar de kerk, maar ook trouw n.iar de kermis Inderdaad 't 7de gebod, de kermis, de herberg, zijn ook dit niet in menige Gerefor meerde Kerk woorden van treurige vermaardheid En natuurlijk we zullen hen, die aan zulke zonden schuldig staan, nog wel vermanen. Maar toch doet dit groote schade. Groote schade, omdat het wordt gedragen in geduld. De strijd wordt niet ernstig er tegen aangebonden. En daarin ligt de fout. Omdat deze zonden zoo menigvuldig zijn, leven wij zoo weinig onderden indruk van de heiligheid des Heeren. Trouwens, wij kennen in Zeeland wel ambts dragers, die zelf met hunne gezinnen niet vrij uitgaan. En weer anderen, die ganschelijk niet gelooven, dat hunne gemeente moet beschouwd worden als een openbaring van Christus' lichaam. Dat is een bedroeven van den Heiligen Geest. Laten wij mogen toezien op onszelven en op elkander. Biddende onze zonden bestrijden. Maar dan ook staande houden: als het waarlijk (al is het nog met veel gebrek) onze keuze is met de wereld te breken, Jezus te willen dienen, als we er iets van verstaan „een vermaak te hebben in de Wet Gods naar den inwendigen rnensch", dan is dit zeker een werk van den Heiligen Geest, dan is dit een getuigenis van God Zelf, dan is dit een bewijs, dat wij der genade van Christus deelachtig zijn. Axel. R. v. d. Kamp. Onze nog vrij jeugdige broeder, ds. A. M. Dier- manse, die wegens zwakheid des lichaams niet meer preeken kan, maakt een uitnemend gebruik van het hem door God gelaten vermogen om te denken, te voelen en te schrijven. En de Heere bepaalt zijn gedachten bij het droeve feit, dat nog op vele plaatsen de Gereformeerden kerkelijk gescheiden voortleven. Dit drukt onzen broeder, en vlugschrift na vlugschrift zendt hij in het licht, om allen te overtuigen, dat ineensmelting eisch des Heeren is. Indertijd kondigden we aan, de brochure, waarin hij rekenschap geeft van zijne principi- eele „Bezwaren tegen het beding". Dit jaar verscheen „De Ineensmelting", een woord voor de eenheid der Kerk, Riënts Balt, Den Haag, I en II. In dit tweede deel, dat de uitgever me dezer dagen toezond, geeft de vaardige schrijver een kritiek op de vijf argumenten, die telkens tegen de plaatselijke ineensmelting worden aangevoerd. Ze zijn het argument van de leer, van de historie, van de groote Kerken, van de School en het Beding, en van de onrust en het wantrouwen. Ds. Diermanse toont de onhoudbaarheid dezer- redeneeringen helder aan. Ernstig, aangrijpend ernstig is zijn toon. „Indien wij ons afgezonderd hielden van degenen met wie wij ten opzichte van do erkentenis der waarheid, door Gods hand zijn saamgebracht, dan zouden wij inderdaad een karikatuur gaan maken van het eigenlijk kerkelijke leven. Wij zouden dan niet openbaren het lichaam of de Kerk van Christus, maar de verdeeldheid, het niet éenzijn, het niet-samenhangen der leden van Christus, het niet elkander behoeven Gij openbaart dan nog al onder kerkelijken schijn niet de Kerk, maar de boosheid van uw hart, dat van nature van scheuringen houdt en van een niet-zoeken en niet behoeven van den broe der. Maar de eenheid van dat leven, dat gij met hem in Christus hebt, openbaart ge dan niet. Dat is een kerkelijk leven en eigenlijk geen ker kelijk leven. Want het kerkelijk leven is: het éenzijn met den broeder in Christus, naar buiten beleefd en geopenbaard." Deze woorden treffen en beschuldigen zwaar. Doch recht. Over het argument, dat de broeders uit de doleantie in '87 zondiglijk tegenkerken gesteld hebben, en de bestaande chr. geref. hebben weggecijferd en nevens de bestaande nieuwe kerken van dezelfde belijdenis gesticnt redeneert ds. Diermanse aldus „Wij meenen, dat men door zoo te spreken de broeders, die toetraden met de Synodale Hiërarchie, onbillijk beoordeelt. „Hun formeeren van kerken nevens de onze (ds. D. is uit de scheiding) was geenszins een willekeurige daadmaar vloeide hieruit voort, dat de positie, die zij tegenover de Hervormde Kerk innamen, was die van doleantie, terwijl de positie, waarin wij tegenover de Hervormde Kerk stonden, was die van afscheiding. De broeders uit de Doleantie, die in deze dingen nu eenmaal anders dachten en zagen dan met het uitgangspunt en de methode der Afscheiding overeen kwam, konden hier niet overheen gaan. En het maakte hun het dadelijk zich aansluiten bij de reeds bestaande Gereformeerde Kerken onmogelijk Wij bevelen de lezing dezer brochures I en II dringend aan. Mocht ze ook in deze stad vele A-vrienden, B-broeders en C christenen eens recht tot verootmoediging brengen en het gebed ver levendigen om wegneming der banden, wat o. i. het best zou gaan in twee tempo's, eerst her- eeniging van de reeds geheel in 't gelijk gegroeide kerken A en B, en dan van de historisch zeer sterk verschillende gemeenten uit de doleantie en de separatie. Wagenaar. Wij vermeldden onlangs het testament van den heer Ameshoff. De F r. K. deed zulks ook met onderstaande opmerkingen Het blijkt wel, dat wijlen de heer Walkart Ameshoff behoorde tot de rijk met aardsche goederen gezegenden; anders hadden nooit zulke groote legaten vermaakt kunnen worden. Als wij hier dan ook boven schrijven „tot voorbeeld", dan is de 'bedoeling natuurlijk niet, dat allen het zoo moeten doen. Maar wel wordt er vaak volkomen terecht over geklaagd, dat menig broeder en zuster, die kinderloos afstierf, het Koninkrijk Gods ganschelijk niet of zeer schaarsch in zijn testament bedacht had, en alles naliet aan zeer verre familie. En dat nu is niet goed voor den Heere. Daar moet voortdurend tegen gewaarschuwd worden, in woord, in geschrift, in prediking. Rome geeft, wat dat aangaat, aan menig protestant een beschamend voorbeeld. Maar daarom doet het ons hart zoo goed, als we bemerken mogen, hoe de Heere in Zijne genade voortdurend nog broeders en zusters verwekt, die toonen bij het maken van hun tes tament de zaak des Heeren niet te vergeten. Dit uittreksel uit het testament van wijlen den heer Walkart Ameshoff wilden wij eens onder de oogen onzer lezers brengen, opdat zij er hun voordeel mede doen zouden. Hebben de ouders kinderen, dan zegt Gods Woord in 2 Cor. 12 14, „de kinderen moeten niet schatten vergaderen voor de ouders, maar de ouders voor de kindere n". En heerlijk is het als de ouders de zorg voor de zaak des Heeren aan hunne kinderen kunnen overlaten, wanneer zij bespeuren dat hun zaad lust heeft in de wegen des Heeren, en ook het hart der kinderen gewillig is tot ruime offeranden. Maar als de kinderen breken met het ver bond, en het geld der ouders in de wereld gaan doorbrengen, dan hebben ook die ouders zeer stellig een dure roeping, om voor de zaak des Heeren testamentair te beschikken, wat ze weten, dat door hun kinderen helaas niet zal 'geofferd worden. Maar zijn er geene kinderen, dan is er eene bijzondere roeping, om kerk en school en armen te gedenken. Paulus schrijft in 2 Cor. 9 2 „de ijver van u begonnen, heeft er velen verwekt." Moge het ook zoo zijn, dat het testament van wijlen den heer Walkart Ameshoff velen verwekke, om ook alzoo te doen. En dan natuur lijk een iegelijk naar zijn vermogen; naardat hij welvaren van den Heere verkregen heeft. Deze opmerkingen zijn der behartiging zeer zeker waardig. Wagenaar. Op 30 Sept. j.l. had de tweede jaarvergadering plaats der vereeniging, die te Middelburg de nieuwe Bewaar- en Voorbereidingsschool heeft gesticht, 't Uitgebracht verslag mocht gewagen van groote weldaden. Een keurig ingericht nieuw gebouw werd verkregen. De kinderen stroomen toe van zeer verschillende zijden. Over 't onder wijs is maar één roep De Gemeenteraad schonk een jaarlij ksche subsidie van f500. Uit de rekening van den penningmeester, die liep tot 30 Juni, bleek o. a., dat de schoolgelden hadden bedragen f 345.en de salarissen van 't hoofd, 2 helpsters en een werkvrouw allen te zamen f 438.De contributies en giften dekten ruim de huur van de school en de woning van het hoofd, a f 225. Ofschoon de uiterste zuinig heid beoefend was, bedroeg 't tekort op de exploi tatie toch nog f163.Thans werd een nieuwe begrooting, slaande op de nieuwe verhoudingen, aangeboden en goedgekeurd, waarbij ook een brei- en handwerkschoolin de avonduren te hou den, werd opgenomen, die voortaan voor rekening van de vereeniging gehouden moet worden door 't hoofd der School en een gediplomeerde juffrouw. De hope is, dat deze school een rijke bron van inkomsten worden zal voor de vereeniging. De vergadering besloot met algemeene stemmen om met het ingaan der toegezegde subsidie het salaris van 't hoofd der School te verhoogen. Ter ver vanging van de H.H. Baan en Vertregt, niet her kiesbaar, werden gekozen de H.H. P. J. H. van Roo en J. J. Henderikse, beiden vaders van schoolgaande kinderen. Op de vergadering waren alle drie Geref. predikanten tegenwoordig. Dat in hun samenwerking groote kracht schuilt, heeft opnieuw de stichting dezer school bewezen W. De afgevaardigde ter 3e algem. vergadering van de Vereeniging tot Christelijke verzorging van Zenuwlijders in Nederland, die op 23 Sept. j.l. werd gehouden in het Sanatorium te Zeist, deelt ons mee, dat hij met enkele andere heeren-afge- vaardigden na eenig zoeken en dolen het Sana torium vond en in de keurig ingerichte eetzaal met 't Bestuur en afgevaardigden uit alle streken van ons land vergaderde. De penningmeester, de heer C. graaf van Limburg Stirum, lichtte de aanvrage om machti ging voor een nieuwe lening van f 250.00J toe. Men heeft nog heel wat noodig ter voltooiing en aanvulling van allerlei bijgebouwen, o. a. om er de patiënten, die dit noodig hebben, te laten werken, en voor 't stichten van een paar nieuwe pavilloens. 't Is 't gemakkelijkst en goedkoopst nu de voorgestelde ronde som te vragen, die waar schijnlijk zeer geleidelijk zal worden volteekend. De vergadering keurde 't goed. Aan de oprichting van een ondersteuningsfonds voor hulpbehoevende patiënten uit de contributiën kon nog niet worden gedacht. De laagste prijs is één gulden per dag, waar niets bij komt. Dit kan eerst voorsommigen lagergesteld worden, alsde eerste klas vol is, die 9 a 10 gulden per dag betaalt. Doch de eerste eerste-klas patiënt moet nog komen Nu werd een commissie benoemd om een volgende vergadering met een wèl voorbereid voorstel omtrent een suppletiefonds te dienen. Vergoeding van reiskosten van afgevaardigden zal ook voortaan niet worden gegeven. De heeren bekeken nu 't gebouw en den tuin. Alles even keurig en doelmatig, 't Is een lust om 't te zien. Maar wèl hem, die er niet behoeft te zijn. W. De meeste wegen, die loopen door Walcheren's tuin, staan onder het beheer van het Bestuur van Walcheren's polder. Dit Polderbestuur nu heeft een merkwaardig besluit genomen. Het heft nog altoos tol van de rijtuigen enz. die gebruik maken van de wegen. In hoeverre deze belasting billijk en doelmatig is, blijve buiten de beoordeeling van dit kerkelijk blad. Doch met dit tolheffen was ook de dag des Heeren gemoeid. Vele menschen kwamen in de verzoeking om tolgaarder te worden, hoewel ze wisten, dat ze dan inplaats van op te gaan met de gemeente, moesten zitten uitkijken of er ook een rijtuig voorbijkwam, en er dan handig bij wezen,om de gestelde belasting te innen. Onze Kerken werden zelfs genoodzaakt des wegen aan sommige leden het H. Avondmaal te ontzeggen. Doch nu heeft het Polderbestuur besloten (met 12 tegen 10 stemmen) om bij de a s. verpachting

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1903 | | pagina 2