OFFICIE ELE BERICHTEN.
Het Eeregericht.
Grijpskerke verklaart de classe bij de bestaande
grensregeling zich onbevoegd een beslissing te doen.
19. Een kerk, wier diaconie in geldelijke onge
legenheid dreigt te komen, wordt geraden zich
tot meergegoede diaconieën te wenden.
20. Roepende kerk voor de volgende, den 2n
Woensdag in Nov. te houden elasse is St. Laurens.
De wenk wordt gegeven tijdig de oproeping te
doen. Woensdag blijft dag van vergaderen.
21. Art. 43 K. O. behoeft niet te worden
toegepast.
22. Bij de omvraag ontvangt een kerk advies
in zake een broeder, voor wien opneming in een
gesticht noodzakelijk blijkt.
23. Na lezing der korte notulen wordt de ver
gadering met dankgebed gesloten.
OoSTKAPELLE, 10 Aug. 1903.
M. F. VISSER,
h. t. adj.-scriba.
Beroepen: te Aalten B Ds. J. J. Berends te
Maaslandte Stiens Cand. K. van Dijk te Oude
water Ds. J. E. Vonkenberg te Barendrecht;
te Ooster-Nijkerk ds. W. Weemer, te Cubaard
te Bunschoten A ds. J. Koppe te Ierseke; te
Bedum A ds. N. Y. van Goor, te Halfweg; te
Voorst ds. D. Oberman te Wommels.
Aangenomen: naar Vroomshoop door ds. H.
Bulder te Spijk A; naar Nijkerk op de Veluwe
door ds. J. G. Kunst te Schipluidennaar Delft
(voor den Zendingsdienst te Wonosobo, Ned.-
Indië) door ds. L. Netelenbos te, Hijlaard.
Ds. N. P. Littooy hoopt 30 Aug. afscheid te
nemen van zijne gemeente te Krimpen aan de
Lek en 6 Sept. te Axel zijn. intrede te doen.
Ds. A. Dekkers hoopt Zondag 23 Augustus
afscheid te prediken te Veere en den volgenden
Zondag intrede te doen te Anna Jacoba Polder.
Ds. J. J. Steinhart hoopt 30 Augustus afscheid
te nemen van de kerk te Wijhe en 6 September
zijn intrede te doen te Schoonhoven B.
Zondag herdacht ds. M. van Minnen te Utrecht,
den dag, dat hij voor 30 jaar het predikambt
aldaar aanvaardde.
Door de Classis Zwolle is tot de Bediening
des Woord in de Geref. Kerken toegelaten J. D.
Wielenga, cand. aan de Theol. School.
Zondag 23 Aug. a.s. zal het nieuwe Kerk-
gebouw der Gèref. Gemeente te Heinkenszand
in de namiddaggodsdienstoefening in gebruik
worden genomen.
Te Munnekezijl is de nieuw gestichte Chr.
School ingewijd. De heer H. Nienhuis van Sneek
werd als hoofd der school ingeleid door ds. Diemer,
die daarna een toespraak hield tot ouders en
kinderen.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te Kolijnsplaat
zal een orgel doen plaatsen in het kerkgebouw.
De levering van het orgel is opgedragen aan den
heer Jacs. Staal Pz., orgelhandelaar te Kapslle.
De Geref. Kerk van Hollum op Ameland ver
blijd zich weer in 't bezit van een eigen Dienaar
des Woords na een 15 jarige vacature. Ds. C. v.
Mourik werd Zondag bevestigd door ds. A. Ver
burg met eene leerr. naar Jesaja 42 4.
Ds. v. Mourik verbond zich aan de gemeente
met een predicatie naar aanleiding van Ps. 121.
Te Apeldoorn wepd 5 Aug. de gewone alge-
meene vergadering van de Geref. Zondagsschoolv.
Jachin gehouden. Een 30 tal afgevaardigden
van afd. en corporatiën waren opgekomen.
Uit het verslag vad dén secr. bleek dat eene
afdeeling was opgegeven en een 3-tal nieuwe
werden opgericht.
Het orgaan der vereeniging „De Zondagsschool"
telt 400 abonné's.
Aan 34 behoeftige Zondagsscholen werden 800
Kerstboekjes verzonden. Deze moeten telken jare
voor 1 Dec. aangevraagd worden bij den heer
P. Koster te Appelscha.
De ontvangsten en uitgaven bedroegen pl. m.
f 1300. Daaronder was een bedrag van f 268,
verdeeld aan 19 behoeftige Zondagsscholen.
De heer Mulder van Zierikzee handelde over
„Het Socialisme en de Zondagsschool" en ds.
Tazelaar over „de Zondagsschool en het moderne
Heidendom". Over beide werd gediscusieerd.
INGEZONDEN STUKKEN.
Aan de Redactie van „Zeeuwsch Kerkblad"
breng ik mijn vriendelijken dank voor de opname
van mijn stuk, en vooral ook voor haar antwoord.
Ik voor mij heb geen bezwaar dit den lezers
der „Zuider-Kerkbode" mede te deelen, maar ik
heb hierover niet te beslissen.
Maar is dit nog noodig? De zaak is immers
duidelijk. De Redactie van „Zeeuwsch Kerkblad"
is het in hoofdzaak geheel met mij eens.
Eerst deelt zij mede waarom zij ons stuk
overneemt. Vervolgens geeft zij mij een vrien
delijke onderwijzing hoe ik mij als „scriba" heb
te gedragen. Daarna krijg ik de broederlijke
raadgeving, om toch nooit veel op mijne aantee-
keningen te vertrouwen. Eindelijk beduidt ze mij
dat mijn oordeel voorbarig, en dies onrechtvaar
dig is. En ten slotte wordt nog eens de nadruk
gelegd op 't feit, dat ik, ondanks alles, plaats
nam op het scheepje van den heer le Cointre
Dit alles is uitermate leerrijk; volgens som
migen om mij, volgens anderen om de Redactie
van „Zeeuwsch Kerkblad" te leeren kennen.
Maar aan de zaak zelve verandert dit niets.
De Redactie geeft nogmaals rekenschap van
haar optreden, en wel op deze wijze
a. Wij moesten optreden naar onze innige
overtuiging.
b. De Synode heeft niet gezegdals de heer
Le Cointre onzen voorslag verwerpt, moet alles
maar blijven, zooals het is.
c. Twee redacteuren wilden sinds jaren niet
alles laten zooals het was, en ook de Deputaten
wilden dat niet.
En heeft nu de Synode, want daarom ging
het, besloten of verlangd, dat de Brs. Bouma,
Hulsebos, Littooij zouden optreden met een nieuw
blad tegenover de „Zuider-Kerkbode"?
De Redactie van „Zeeuwsch Kerkblad" waar
schuwt ons op de besluiten der Synode te letten
niet op wat enkele broeders zeggen, maar op wat
de Synode daarna besluit, komt het aan.
Zeer juist. En heeft nu de Synode een besluit
genomen, dat haar optreden rechtvaardigt?
Zij zelve antwoordt
Het is waar, de Synode heeft niet voorzien in
het gevaldat zou intredenwanneer de heer Le
Cointre haren voorslag verwierp.
Na deze openhartige bekentenis van de Redactie
van „Zeeuwsch Kerkblad" kunnen we onzerzijds
het debat sluiten. Wij zijn zeer dankbaar voor
dit onverwachte antwoord.
Axel. R. van de Kamp.
Mijnheer de Redacteur
Vergun mij naar aanleiding van het zeer be
langrijk artikel van den heer Dommisse te
Vlissingen: ',„Het eerste Avondmaal te Vlissingen"
het volgende te mogen opmerken
Aan den voet van dit stukje wordt in een
noot o.m. vermeld: „Gelein Jansz de Hoorne,
bijgenaamd Mr. Leest, omdat hij met schoen
maken het brood verdiende, teneinde de gemeente
niet lastig te vallen. Hij was een der reformato
ren van de Kerken van Middelburg en Vlissingen".
Hier worden twee personen met elkander
verward. De bijnaam Mr. Leest werd niet
gegeven aan Gelein Jansz d'Hoorne, maar wel
aan den Veerschen hervormer Obry, die om zijn
handwerk met dien spotnaam genoemd werd.
Zie „Marcus Sententien van den hertog van
Alva" blz. 233.
De meening dat Gelein Jansz d'Hoorne schoen
maker van beroep was, berust op een vergissing,
gelijk duidelijk blijkt uit de verantwoording van
baljuw Rollema aan Antonis de Muelenaere en
Jean Auxtruijes, raadsheeren van Mechelen, die
in de maanden September en October 1567 van
wege de landvoogdes naar Middelburg gezonden
werden om een onderzoek in te stellen naar
hetgeen in 1566 eh '67 alhier was voorgevallen.
Dit onderzoek is in 1873 door dr. J. van Vloten
naar het oorspronkelijk handschrift uitgegeven
onder den titel „Onderzoek van 's Konings wege
ingesteld .omtrent de Middelburgsche beroerten
van 1566 en 1567, naar 't oorspronkelijk hand
schrift uitgegeven door dr. J. van Vloten".
In deze verantwoording nu wordt Gislein
d'Hoorne genoemd een schrijnwerker van
Brugge (t. a. p. blz. 3).
Dr. van Vloten teekent dan ook in een noot
aan„Gislein of Gelein d' Hoorne, reeds sedert
1559 als predikant onder 't kruis werkzaam, in
1567 naar Norwich uitgeweken en na de verove
ring der stad in 1574 teruggekeerd. Door de
toegevoegde aanduiding van zijn oorspronkelijk
ambacht, wordt nu voor goed een einde gemaakt
aan de door Boxhorn in zwang gebrachte over
levering, dat hij ook een schoenmaker zou geweest
zijn. Zij sproot waarschijnlijk uit de onwillekeu
rige verwarring met zijn bovengenoemden ambts
broeder voort."
Reeds Nagtglas vermoedde deze vergissing,
want hij schreef omtrent d' Hoorne in „De alge-
meene Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te
Middelburg" betreffende haar eersten predikant
„Sommigen meenen, dat hij van beroep schoen
maker zou zijn geweest, doch hiertegen zijn
gewichtige bedenkingen in te brengen".
Met dankzegging voor de gelegenheid mij gege
ven op deze onjuistheid de aandacht te vestigen,
Uw dw. dr.,
Middelburg, 31 Juli '03. Chr. Hondius.
VERANTWOORDING VAN LIEFDEGAVEN.
Vlissingen B. In dank ontvangenvoor de
Zending (Heidenpenning) van C. en P. de V.
52 halve centen. Nagift: Unie-collecte f 0.50.
Namens den Kerkeraad
P. G. LAERNOES, Scriba.
VACATURE-BEURTEN.
G a p i n g e.
25 October ds. TOEBES.
22 November dr. WAGENAAR.
20 December ds. BOUMA.
Yecre.
13 September ds. VAN DEN HOORN.
18 October ds. VEENSTRA.
15 November ds. LITTOOIJ.
13 December ds. DE JAGER.
CORRESPON DENTIE.
Uit plaatsgebrek moeten onderscheidene stuk
ken overstaan. In 't volgend nummer hopen we
als Feuilleton te geven „Een aandoenlijke
brief van een ter dood veroordeelde." Red.
De redactie van Zeeuwsch Kerkblad sehreef de
vorige week o. m. „met beide handen het voor
stel van dhr. le Cointre om een eeregericht
te hebben aangegrepen. Daartoe zijn we nog be
reid. Helaas 't is of het voorstel is ingetrokken,
want sinds wij het aanvaardden, hooren wij er
niets meer van."
fctjjjNu berichtte ik ieder oogenblik daartoe bereid
te zijn, en verzocht tevens te mogen vernemen
wie door haar werd aangewezen om deel uit te
maken van het gericht.
De Redactie beantwoordde dit met de mede-
deeling dat „zij had afgesproken mij te vragen
naar de wijze en opgave van één of meer personen."
Jammer dat de heeren mij dit niet vroeger
gemeld hebben, dan was de quaestie reeds van.
de baan geweest.
Ik heb dan nu bericht dat ik meen dit gericht
uit drie personen moet bestaan, n.l. van elk der
partijen een, die zich dan een derde toevoegen.
En voorts dat ik over de volgende zaken van
dat eeregericht een uitspraak vraag.
le Het eigendomsrecht van den Uitgever.
2e Over het Contract.
3e Over machtsmisbruik en misbruik van ver
trouwen.
4e Over aanbieding van Synode-Contract met
medewerking van Ds. Littooij.
5e Over weigering inzage adminis'ratie.
6e Over het recht en de noodzakelijkheid om
van drukker te veranderen.
7e Over het beroep op Dr. Kuyper c. s.
8e Over de oprichtings-Circulaire.
9e Over de voorstelling van het Synode-besluit
door Ds. Bouma in „de Zeeuw" van Mei 1901.
10 Over het „Zeeuw bericht".
K. LE COINTRE.