9S? VEL ER LEI; Offlciëele Berichten. zijn aard en doel als traktaat-genootschap. Daarom kwam het Bestuur tot het besluit, dat voor het tegenwoordige niet veel anders gedaan kon worden dan aan de aandacht der Kerkeraden het volgende aan te bevelen. Indien iemand tot gevangenisstraf veroor deeld wordt, of in hechtenis gesteld, geve (in dien hij niet zelf kan optreden) de Raad van de kerk, waartoe de betrokkene behoort, daar van kennis aan den Raad van de kerk, waar de veroordeelde of verdachte komt, of gekomen ismet verzoek, hem onder zijn opzicht en verzorging te nemen. De Kerkeraad in plaatsen, waar gevangenis sen of huizen van bewaring zijn, heeft (liefst doorloopend) verlof te vragen, om gedetineer den behoorende tot zijn kerk, te mogen bezoe ken. Maar tevens trachte hij goedkeuring te verkrijgen van den voorzitter van het college van regenten, om traktaatjes enz. uit te reiken bij persoonlijk bezoek, of anders door middel van den cipier. Indien dit verlof verkregen is, worde geschik te lectuur gegeven. Doorgaans zij dit gewone lectuur, waarin de weg des behouds voor een zondaar duidelijk aangewezen is. En slechts in meer bijzondere gevallen worde een geschriftje uitgereikt, bepaald gekozen met het oog op de eigenaardige omstandigheden. Het zal gewenscht zijn, met het vragen van dit verlof tot bezoek en tot verspreiding van lectuur niet te wachten tot het laatste oogen- blik, daar allicht eenige ty d met de behandeling van zulk een aanvraag gemoeid is. Ook is het niet onmogelijk dat zich daarbij bezwaren voordoen. Is zulks het geval, dan is de Voor zitter van het Bestuur van Filippus, Prof. L. Lindeboom te Kampen, gaarne bereid, naar vermogen op vragen om advies te antwoorden. Moge dan ook langs dezen weg het verlo rene en afgedwaalde nog gezocht en gevonden worden, en geleid tot Hem, die gezonden is, „om den armen het Evangelie te verkondigen om te genezen, die gebroken zijn van harte om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheidom te prediken het aangename jaar des Heeren Namens»J^t Bestuur van Filippus" r \Üw H. Franssen. Z^oll^fijiïuni 1903. Predikanten-Conferentie op 3 Juli 1903 in de Geret. Kerk te Goes, Ds. v. d. Hoorn, voorzitter van 't Moderamen der vorige Conferentie opende om half 11 de vergadering. We zongen Ps. 119:9. Hij las ons voor 2 Cor. 4. Toen bad hij met ons en heette allen welkom. Tegenwoordig waren de Zeeuwsche predikanten v. d. Hoorn, Köop- mans, Raman, Van der Veen, Meulink, Bouma. Kerssies, Van Dijk, Geerling, Hoek, Laman, Boeijenga, Visser, Littooij, Koning, Baay, El- fers en ondergeteekende. De predikanten uit Schouwen en 't Over-Jordaansche hadden op Woensdag schier geen reisgelegenheid. Onze gasten waren Ds. Goris van Zevenbergen en proponent De Jager. Auditores waren eenige broeders. Ook kwa men eenige zusters een kijkje nemen. Bij gewone meerderheid van stemmen werden Ds. v. d. Hoorn en Ds. Koopmans op nieuw aangewezen in 't moderamen. Ds. Koopmans leest de notulen van de Con ferentie in 1901 te dezer plaatse gehouden. Ds. Bouma houdt het hem opgedragen refe raat over het begrip geloof in Hebr. XI. Hy besluit mét de volgende stellingen Met recht kan men zeggen, dat Hebr. 11 een eenige plaats is in 't N. T., die eene defi nitie is van 't wezen des geloofs. H Het geloof in God van Hebreen is wel onderscheiden, maar niet in strijd met 't Pau linisch geloof in Christus. III De noodzakelijkheid van 't geloof is niet een gevolg van de zonde, maar rust in de allereerste ordening Gods, ons in de schepping geopenbaard. De eenheid van de beschouwing aangaande het geloof tusschen Paulus' brieven en Hebreeën XI ligt daarin, dat God in beide voorkomt als 't voorwerp, en t verschil, dat God daar overal als Rechter optreedt, die den zondaar recht vaardigt, waar hier als Getuigedie 't aan wezig geloof beloont. Overr deze stellingen werd een levendig en leerrijk debat gevoerd. Onderscheidene broe ders ontkenden met beroep op 't verband, dat Hebr. 11 eene definitie geeft, en verdiepten zich in 't eigenlijk wezen des 'geloofs. Dr. Wagenaar licht nu een 5-tal stellingen toe in zake den doop van Johannes. Dit vijftal luidde als volgt: De Heilige Doop verzegelt zyn' geloovigen ontvanger met name ook, dat hij ontvangen heeft deel aan den H. Geest (als Geest van Christus' lichaam II De doop van Johannes verzegelde zijn' ge loovigen ontvangerdat hij ontvangen zou deel aan den H. Geest (als Geest van Christus' lichaam) Matth. 3: 11. III De doop van Johannes verzegelde Jezus, dat hij in datzelfde levensmoment de.n H. Geest ontving en wel in al z^ne volheid. Op het Pinksterfeest ging hun, die geloovig den doop van Johannes hadden ontvangen, doordat Christus toen zijn Geest overstortte in zyn Galileesehen discipelenkring, de als toe komstig verzegelde weldaad in vervulling. Hand. 1 4. y Sedert op den Pinksterdag de H. Geest over- gestort is, verzegelt de H. Doop zijn geloovigen bezitter, dat hij als door den doop ingelijfde in het lichaam van Christus deel heeft aan den uitgestorten H. Gèest. 1 Cor. 1213Titus 3:5. Ook deze inleiding werd door een levendige discussie gevolgd, waaraan bijna alle predi kanten deelnamen. Hierop werd in de consistoriekamer een eenvoudige, degelijke gemeenschappelijke maal tijd gehoudèn. Om kwart voor vieren treedt als secundus van Ds. Donner Ds. Koopmans op met een proeve van herziening van eenige artikelen der Kerkenorde. Als voor herziening aangewezen gaf spreker in de eerste plaats artt, 4, 5, 22, 51, 52, 54 en 55 en in de tweede plaats 21, 41, 44 en 50. Nadat de hierop volgende besprekingen ten einde waren gebracht, vergastte Ds. Laman ons op een lezing over het Essenisme in zeer verzorgden styl, tintelend van humor en geest Nog volgden sier ernstig-broederlijke be sprekingen over ofiïierscheidene pastorale levens vragen t. o. v. van 't bestier der zielen. Zeer aangenaam waren wij saam. Ten slotte werd beslote.n, om voor de vol gende conferentie, een dag vóór de Synode, een viertal Referaten te houden door de pre dikanten Laman, Wagenaar, Koppe en Hoek, over nader te formuleeren onderwerpen en in verband I met de Apocalyptiek, II met de Egyptologie en Assyriologie, III met het Paulinische begrip vleeschals ik me wel her inner en IV Ds. Smytegeldt en zijn invloed in Zeeland. Wel een gevarieerd menu En een w e 1 g e- kozen dag! Zij ze dubbel talrijk en even aangenaam als deze. Wagen aar. Parochies noodig! Het verslag van het pleidooi van een onzer eigene Gereformeerde advocaten voor den moor denaar zijner lieve vrome vrouw, liet het Ne- derlandsche publiek een blik werpen in ons kerkelijk leven in de groote steden wat ons de vraag ontlokte: „Zijn deze dingen alzoo?" Van bevriende zijde ontvingen we een be vestigend antwoord, doch met' de vraag of ons bezwaar tegen 't candideeren van dezen humeu- rigen man, die in twist leefde met zijn broeder en deswege nooit aan 't avondmaal kwam" tot dienaar der barmhartigheid in Christus' Kerk wel geheel gegrond heeten mag. Immers de heer B. heeft tot voor enkele maanden behoord tot die leden der Kerk, die geacht worden haar sieraad te zyn. Mannen, nauw in belijdenis en wandel, had den „veel met hem op, ondanks zyn moeilijk humeur en driftigen aard. Doch deze broeder is op 't dwaalspoor ge raakt door eene satanische verzoeking. Hy meende beloften te hebben, verzekerd te zyn van een gelukkigen einduitslag van den Z. Africaanschen oorlog. En ziet, toen de roemlooze overgave plaats gevonden had, Wy kunnen onze Jongelingsvereenigingen aanraden in den a. s. winter Ds. Laman uit te noodigen om deze keurige lezing te houden voor leden en genoodigden. verloor hij al zijn geloof. Toen kwam de vreeselijke twijfel: „daar is geen God!" En dit greep hem zóo aan, dat hij „onverschillig" de kerk verzuimde, ja bracht hem 'tzij met of zonder samenwerking van andere ver zoekingen zoover, dat hij vrouw, dochter en huis ontliep en naar America reisde. Dan,per om megaande boot keerde hij terug. Nu zocht hij zijn troost in den drank. Hij werd geheel een speelbal van Satan, 't Leven voor zijne gade werd nu hard en bang. Doch zy sterkte zich in haren God. Op den laatsten Zondagmorgen van haar leven waren man en vrouw saam ter kerk. De leeraar preekte over de lichte verdrukking, die zeer haast voorbygaat. Eene vriendin, die naast zuster Bieseman zat, vond, dat dit een recht troostwoord was voor haar. Zij antwoordde toestemmend en zei ge laten te zijn om Gods raad uit te dienen. Een uur later had het moordend schot van den waanzinnigen man de lieve,' zachte vrouw plot seling de heerlijkheid binnengebracht. Aangezien deze vrouw in liefde alles zooveel mogelijk had bedekt gehouden, was er nooit iets uitgelekt. Herhaalde malen had de ijverige en trouwe wijkleeraar Ds. de G. F. dit gezin bezocht en eerst in den laatsten tijd iets ge merkt. Toen pas was ook uitgekomen, dat hij nimmer ten avondmaal kwam. Opgevallen was dit vroeger nooit. Hier zit nu toch 't nadeel van H massale in 't kerkelijk leven. Zelfs de ijver van een broeder Ds. de G. F. kon hier geen voldoende kennis bekomen. Een der ambtsdragers uit een „voor stad-gemeente" schreef me dan ook naar aan leiding van mijn ernstig woord dat hij beaam de dat somtyds personen, blijkbaar om aan het nauwlettend opzicht te ontsnappen, die gemeenten verlaten en overgaan naar Am sterdam. En daarom blyft de parochie, wier leden elkander kennen en op elkander kunnen acht slaan ter opscherping der liefde en der goede werken, opdat er door samenwerking van 't ambt aller geloovigen en 't speciale ambt de zegen van de kerkelijke tuchtoefening genoten worde het ideaal Ik erken, er was onder de twaalven een Judas. Daarom kunnen ook onder Gerefor meerde ambtsdragers onverlaten sluipen. Wol ven in schapevacht. En ook dit blijft een oorzaak van schaamte voor ons allen en een reden tot verootmoediging voor God. Doch dat in onze Mater Salem tot diaken gecandideerd, gekozen en beroepen is gewor den, een man van boos humeur en oploopend- heid, die in twist leefde met zijn broeder en daarom nooit aan 't Avondmaal kwam dat blyft toch wel een blijk van 't gebrekkige van ons kerkelijk leven, dat ons verootmoedige voor den Heere, en ernstig naar een betere inrich ting doe staan. Dit is natuurlyk geen critiek op de wakker heid of den ijver van mijne medeopzieners-, want reeds in een stad als Middelburg worstelen wij met bange onmacht, om 't opzicht werke lijk voldoende te doen zijn, doch een woord, dat lokt tot wegwerping van alle licht in sluipende zelfgenoegzaamheid, tot gezamenlijke verootmoediging en tot doorzetting van den arbeid ter reformatie. Wagbnaar. Jaardag Vrije Universiteit. De bekende jaarvergadering zal D. V. dit jaar gehouden worden te Dordrecht in „Kunstmin" 2 Juli wel was Groningen aan de beurt, maar wijl aldaar op dienzelden tijd eene Tentoonstelling is, zijn alle groote lokaliteiten en hotels door de bezoekers dier Expositie in beslag genomen. Aan Prof. dr. H. H. Kuyper is de leiding der vergaderingen opgedragen, 's Middags hoopt Prof. Bavinck een onderwerp in te leiden en daarna gelegenheid tot debat te geven en aan den vooravond zal de Bidstond plaats hebben, die geleid zal worden door ds. H. Hoekstra van Arnhem. KORT VERSLAG van de Zeeuwsche Predi kanten-Conferentie te Goes, op Woensdag den 3 Juni 1903. 1. De Voorzitter der vorige Conferentie, Ds. v. d. Hoorn opent, laat zingen Ps. 1199, leest n. Kor. 4, gaat voor in den gebede, verwelkomt de opgekomen Broederen en wenscht hem een leerryk en aangenaam samenzyn toe. 2. Tot leden van het moderamen worden met meerderheid van stemmen gekozenDs. v. d. Hoorn en Koopmans.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1903 | | pagina 2