Vacature-beurien te Gapinge. Boekbeo or deeling. Officiëele Berichten. Onze kerkenorde wijst op dit karakter der tucht in art. 71. De kerkelijke tucht is van geestelijken aard. De burgerlyke overheid stelt Op den voorgrond om de wet te handhaven en het recht ongeschonden te bewaren. De over treders worden gestraft. Dat is naar den wil van God. Maar de kerk is het er om te doen om den zondaar met de kerk en den naaste te verzoenen en de ergernis uit de gemeente weg te nemen. Daarom geeft ook de kerken orde voor elke overtreding geen byzonder art. maar slechts algemeene beginselen voor de tucht, die in elk bijzonder geval door elke plaatselijke kerk moeten worden toegepast. Tucht is geen straf, die door een art. van de wet wordt bepaald. Maar tucht is het koord der liefde, dat om den hals van den zondaar wordt geslagen om hem te trekken uit het moeras der zonde. Tuchtigen komt dan ook van trekken en duidt aan om iets dat scheefge groeid is recht te trekken en iemand die af gedwaald is van het dwaalspoor af te trekken en te brengen op den rechten weg. In nauw verband hiermee staat het doel der kerketucht. Het is niet en mag nooit zyn om den zondaar te verderven, maar altydomhem te behouden. Tucht vloeit voort uit het Va derschap Gods. Een vader zoekt niet het ver derf, maar het welzijn van zyn kind. Hy tuchtigt een iegenlyken zoon dien hij lief heeft. Dit doel der kerketucht wordt in de K. O. in tweeën aangegeven in art. 71Vooreerst om den zondaar met de kerk en den naaste te verzoenen vervolgens om de ergernis uit de gemeente weg te nemen. Calvyn in zijn Insti tutie, boek VI, hoofd. 12 en ook het formulier van den Ban spreken van drieërlei doel: Ten eerste opdat de Naam des Heeren in de kerk van Christus niet worde gelasterd. Ten tweede opdat de geloovigen voor besmetting met de zonde worden bewaard. En ten derde opdat de zondaar tot berouw worde gebracht. Een doel alzoo ten opzichte van God om Zyn Naam niet te onteeren in de gemeenteten opzichte van de gemeente om haar voor besmetting met de zonde te bewaren, en ten opzichte van den zondaar zelf om hem tot boete over zyne zonde te brengen en zoo voor de gemeente te be houden. De uitoefening der tucht is de roeping der kerk. Niet der triumfeerende kerk, want in den hemel is er geen zonde en behoeft er dus ook geen tucht te zyn maar der strijdende kerk. Met haar staan wy midden op het terrein waar de zonde nog werkt. Ware er geen zonde, dan ware er geen straf van de O verheid in den Staat, en geen tucht van Christus in de kerk. De tucht is een getuige tegen de zonde, die er niet moest zijn, maar er toch is. Ze is een getuige van de zonde in de kerk en verkondigt het ons luide, dat wij op aarde nooit een volmaakte kerk zullen vinden. Wij jagen er naar of wij het grijpen mochten De tucht gaat over de zonde en wel in tweeërlei opzicht. Over de zonde in leer en in leven: in belijdenis en in wandel. Onze geloofsbelijdenis art. 2931 en ook onze Cat. in vr. 8285, gaat daarvan uit. En onzeK.O. leert in art. 72 dat de tucht gaat over de zui verheid in de leer en de vromigheid des wan- dels. En dat het onze Vaderen met de tucht over de leer ernst was, blijkt wel uit hun op treden tegen de Remonstranten op de Synode van 1618/19, Evenzoo met de vromigheid des wandels. Want wie zondigt in zijn wandel bewijst dat zijn belijdenis niet echt is geweest. De zuivere belijdenis moet in de vromigheid des wandels .juist uitkomen. 'tMoet zoo zijn, dat we uit zijn vromen wandel kunnen zien of iemand een zuivere belijdenis heeft afgelegd. Leer en leven, belijdenis en wandel, theorie en praktijk moeten gelyken tred met elkander houden. Wordt vervolgd.) Aangenomen naar Murmerwoude door F. Algera Cand. naar Dussen door Ds. G. J. D. Aalders. te Nieuw Dordrecht. Bedankt voor Duurswoude door F. Algera, voor Anna Jacoba Polder door J. Koppe te Yerseke, voor Bedum door Ds. N. J. Linde boom te Bolnes. Door onwillekeurig verzuim werd van de Classis Axel geene opgave ontvangen voor de Prov. Synode. Op verzoek plaatsen wij nu nog het volgende in de Z. Kerkbode a. Afgevaardigden zijn: PrimiSecundi Ds. R. v. d. Kamp. Ds. J. Tholen. Ds. J. v. d. Berg. Ds. K. Veen. Oudl. Oudl. B. de Die. Oudl. P. de Putter. Oudl. H, v. Wyck. Oudl. C. Leunis. b. de classis Axel vraagt voor ondersteu ning inzake Emeriti, etcf 575. Namens den kerkeraad der Geref. kerk te Goes, R. J. v. d. Veen, Praeses. C. Oranje Lzn., Scriba. 26 Juli 1903 Ds. H. Menlink. 23 Augustus Ds. F. W. J. Wolff. 27 September Ds. 6. F. Kerkhof. De Geref. Kerk van Sprang N.Br. is door onvoorziene omstandigheden in zeer groote moeilijkheden geraakt. Toen de gemeente alhier tot openbaring kwam, telde ze ruim 425 leden zij ging oogenschynlyk een schoone toekomst tegemoet. Er bestond destijds dan ook niet het minste bezwaar om tot den bouw eener kerk en pas torie en tot de beroeping van een bedienaar des Woords over te gaan. De uitbetaling van tractement, van rente enz. had dan ook aanvankelijk geregeld plaats. Wat echter destyds niet te denken was, is thans geschied. Onze gemeente bestaat uit sluitend uit schoenmakers (van wie het „niet vele ryken, niet vele edelen" in byzonderen zin geldt) en door de drukkende malaisein het schoenmakersvak ontstaan, is het ledental door vertrek naar elders met pl. m. 200 ver minderd. En nog'houdt het wegtrekken niet op. Een en ander heeft voor ons de treurige gevolgen, dat onze inkomsten met enkele hon derden verminderd zijn. Deze toestand is op den duur onhoudbaar. Hier komt nog by, dat tegen 1 Nov. a. s. de hypotheek ten laste van de Geref. Kerk, groot f2700 ad 4 pCt. is opgezegd. Aan een nieuwe hypotheek valt niet te denken, wijl er geen voldoende borgstelling kan gegeven worden. Ten einde raad hebben we ons tot de classis 's Bosch gewend om van haar advies te ont vangen in deze voor ons zoo donkere zaak. De classis gaf ons den raad een rentelooze geldleening van f3000 aan te gaan, verdeeld in aandeelen van f22,50, nominale waarde f25, met zooveel mogelyfc jaarlijksche aflossing, terwijl wy door bemiddeling der classis voor- loopig jaarlyksf 100 ontvangen uit de kas voor hulpbehoevende kerken. Aangemoedigd door het voorstel der classis, geven wij langs dezen weg gevolg aan haar advies en roepen de hulp in van U, meer met aardsche goederen gezegende broeders en zusters. Steunt ons in onze droeve en moeielijke om standigheden door een of meer aandeelen te nemen, opdat onze gemeente voor finantieelen ondergang bewaard blijve. Voor een oogenblik hebben de vijanden al gejuicht: „hun kerkgebouw wordt publiek verkocht Geliefde broeders en zusters, laat med^ door uwe hulpe dat dreigend gevaar worden afge wend. Neige de Heere daartoe uwe harten, en verblijdt ons door het nemen van een of meer aandeelen of door het toezenden van uwe gaven, die we dankbaar zullen aanvaarden. De kerkeraad der Geref. Kerk te Sprang, Ds. J. Visser, Praeses. F. M. de Jong, Scriba. De classis 's Hertogenbosch met den toestand der kerk van Sprang volkomen bekend, beveelt bovengenoemd verzoek van harte aan. Namens de vergadering, gehouden op 22 April 1903, Ds. H. J. Binnema, Praeses. Ds. A. Brummelkamp, Scriba. VERGADERING van de classis 's-Hertogen- boseh, op 22 April 1903. Na opening door Ds. J. Visser, nemen in het moderamen zitting, Ds. H. J. Binnema, praeses, Ds. A. Brummelkamp, scriba, Ds. J. Visser, assessor. Van de classis Harderwijk is een mededeeling ingekomen, dat Ds. A. v. d. Zanden de gemeen schap met de Gereformeerde Kerken heeft verbroken. Ds. Jansen van 's Gravenmoer houdt een schoon referaat over de tucht in de Geref. Kerken, en in 't bijzonder over de apostolische daad beschreven in 1 Cor. 5 35. Een opgewekte discussie volgde op dit leer rijke betoog. De Kerk van Sprang die in finantieel moei lijkheid is gekomen, vraagt een aanbeveling van de classis, by een circulaire, welke door de Kerk zal worden rondgezonden. Hieraan wordt volgaarne gevolg gegeven, terwijl de vergade ring de hartelijke wensch uitspreekt, dat de pogingen door Sprang in het werk gesteld, met gunstigen uitslag mogen worden bekroond. Bij de rondvraag naar art. 41 D. K. O. worden enkele vragen van sommige Kerken behandeld. De afgevaardigden van Veen deelen mede dat de predikant die hun kerk met die van Aalst bediende door de classis Tiel is losgemaakt, daarom verzoeken zjj een consulent en vacatuur- beurt. Met leedwezen verneemt de vergadering de mededeeling van de droeve dagen door Veen's Kerk doorleefd. Aan hun wenschen zal ge volg worden gegeven. Naar de Prov. Synode op 17 Juni te Almkerk te houden, worden afgevaardigd primi, Dienaren des Woords, J. van Haeringen, J. M. Mulder, J. Visser, secundi, D. des W., H. J. Binnema, A. Brummelkamp, J. Jansen primi-ouderlingH. Schreuders te Veen, G. Branderhorst Johz. te Genderen, H. Both te Bezoijen; secundi-ouderling: C. vanWynente 's Hertogenbosch, G. Kuipers te Heusden. Voorstellen ter Prov. Syn. a. de Classis zal weer als te voren steun aanvragen voor de vacaturendienst te HelmondHeïenaveen; b. verzoek dat Ds. Binnema toegestaan worde den dienst te Helmond te vervullen gelyk tot nu toe. Tot consulent voor Veen wordt benoemd Ds. van Haeringen. De vacature-dienst worden geregeld. Helmond, zal worden gediend door 's Hertogenbosch en Vrijhoeve-Kapelle. Heïenaveen door Sprang, Veen door 's Gravenmoer. Roepende Kerk voor de volgende vergadering is Sprang. A. Brummelkamp, Scriba. Verantwoording van Liefdegaven. Vlissingen B. In dank ontvangen voor de Vrije Universiteit f3,50, voor de Zendingskas f2, voor de Zending (Heidenpenning) van C. B. 17 halve centen en een vreemd muntstukje, van J, C. 20 halve centen. De opbrengst der Stuiversvereen. op 17 April bedroeg f 21,90. Namens den Kerkeraad P. G. Laernoes, Scriba. VEREENIGINGEN. Het ijverig en voortvarend Hoofdbestuur van de Gereformeerde Vereeniging voor Drank bestrijding komt ons ook eens weer aan het bestaan en den arbeid harer Vereenigingher- inneren door toezending van haar Correspon dentie-orgaan. No. 7. Met veel belangstelling namen wy ken nis van den inhoud van dit nummer. Het grootste gedeelte er van wordt ingenomen door den afdruk van eene lezing, op de tweede jaarvergadering der Vereeniging (30 Juli 1902) te Utrecht gehouden. Deze rede vestigt eerst de aandacht op het beginsel van solidariteit der schuld. Als menschen hebben wij allen deel aan de schuld van het menschdom. Dr. Kuyper zegt ergens: „Gij hebt te maken ook met de zonde van uwe vrouw en kinderen ook met de zonde van uw stad of dorpook met de zonde van uw volk of vaderland; ook met de zonde der menschheid." Hierna wordt de zonde van het alcoholisme in haar aard en werking en in haar verwoes tende kracht, alsmede in hare uitbreiding en algemeenheid geschetst en ons aller mede-ver antwoordelijkheid aan die zonde van onze naaste of verdere omgevingin het licht gestelt. Voorts heet het: „De belijdenis nu van de solidariteit der schuld moet er ons toe brengen, elke onnoodige daad, elk waar of denkbeeldig genot na te laten, hetwelk aan de instandhou ding van het kwaad bevorderlijk kan zijn. De lezing en herlezing van dit ernstig stuk is voor den Christen, den Gereformeerde, alles zins van belang. Men vrage het Corresponden tieblad, (onder franco toezending van 10 ct.) aan by den UitgeverB. Slingenberg te Boo- geveen. Hulskbos.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1903 | | pagina 3