In de sierlijke, een paar duizend menschen bergende zaal van dit gebouw waren we op Hemelvaartsdag samen met de Calvinistische Jongelingschap van Nederland.'tWas er heerlijk, opwekkend volparterre, loges, galerijen, alles bezetVan het tooneel, dat voor podium diende een prachtig gezicht. Den voorzitter, Ds. Vonkenberg, heb ik be wonderd. Zijn openingswoord pakte, zijn leiding was meesterlijk. Alleen de wisseling der spre kers in de middagvergadering vond ik onge lukkig. Doch of die op voorstel van den praeses geschiedde, dat weet ik niet. In de morgen vergadering kwamen teere pun tjes aan de orde. 't Eere-presidium van minister Kuyper op de feest-vergadering van 't Chr. J.-Verbond. De circulaire, door ons hoofdbestuur toegezonden aan enkele predikanten, voor welke men blijkbaar een kleine waarschuwing noodig achtte. Een aanvulling van art. 8 van de overeen komst ter samenwerking met het Ned. Algemeen Christelijk Verbond, enz. De voorzitter stelde hierbij op den voorgrond, dat de tegenstelling niet kerkelijk isniet Hervormd öf Gerefor meerd. Wij hebben tal van Hervormde leden en ze zijn ons welkom. Doch de tegenstelling tusschen de twee verbonden is Calvinistisch of Methodistisch. Daar gaat 't om. En als van onze bekendste sprekers optreden voor 't Alg. J.-V. of jongelingen van Geref. levensopvatting lid worden van een zijner afdeelingen, dan steunen ze daardoor 't Methodisme, dat welbewust tegen 't Calvinistisch beginsel en streven van ons Gereformeerd Jongel.-Bond positie kiest. Dit is 't standpunt van 't Bestuur. De cntiek van Ds. Winckel in Hollands Kerkblad is hier om niet geheel rechtmatig. En de poging van Z. in de Bazuin om aan de vergadering een motie van afkeuring te ontlokken, wist de voorzitter om te zetten in een met geestdrift aangenomen motie van goedkeuring en ver trouwen. De nademiddag-vergadering hoorde eerst een vriendelijk woord van den afgevaardigde van den Militairen Bondtoen de heer J an de Riemer, onderwijzer te Amsterdam, die te breed sprak over 't Calvinisme en met te veel citaten toelichtte zijn reeks stellingen over ons Bondsbeginsel. Overigens is de heer de Riemer een welsprekend debater en bracht hij zijn taak kranig teneinde, hoewel de vergadering woelig begon te worden. Nu kreeg de heer Talma het woord. Deze was blijkbaar ontstemd. Hij betaalde de scherpe critiek van den heer de R. op 't Algem. Chr. Verbond en zijn streven met de constateering van 't feit, dat er in dat verbond toch wel iets goeds moest zyn, als dit bestuur tot voorlich ting dezer vergadering had uitgenoodigd eon zijner leden, want ik ben, sprak de heer T. lid van 'tNed. Jongelings-Verbond op alge meen Christelijken grondslag Voorts sprak Ds. T. over maatschappelyke kracht. Doch hij kwam ditmaal niet in zyn oratorische kracht, 't Gelukte hem niet zijn gehoor te pakken en mee te sleepen in een soms subliemen gedachtengang, zooals ik t meermalen van dezen oorspronkelijken redenaar gehoord heb. Na hem trad Mr. Sybrandi op. Coulant, vlug oreerend, over ja eigenlijk over 't onder werp, dat ik gekozen had,overSolidariteit.Hij verhaalde van de solidariteit bij de Romeinen en gaf verder mooie opmerkingen. Aan 't slot verraste Ds. Gideon Boekenoogen de vergadering op een zeer humoristische toe spraak, voorgedragen met machtig comisch werkende stemverheffing aan 't einde van eiken volzin. 't Was wel een ridenter dicere veritatem jam mer dat de geestige spreker aan 'tslot wat plat werd. Om half 7 was de Wilhelmina-kerk eivol. Toen mocht ik spreken over mijn aangekondigd onderwerpSolidariteit. Op verzoek geef ik er enkele gedachten uit. Ik noemde de solidariteit een woord in den laatsten tyd op aller tong dat, maar eens gehoord, gekend wordt, en ook onverstaan voelt men, wat het zegt. Dat komt daar van daan, dat 'tiets vertolkt, dat leeft in aller hart, en dat er sterk in leeft in dezen tijd. Door de eeuwen loopt een wisseling van ge tijden. Nu treedt op den voorgrond de vrye, persoonlijkheiddan weer 't bewustzijn der saamhoorigheid. In een bedeeling als deze laatste leven wij. Vandaar Kerkelijk besef. Vandaar de sociale beweging. Daarom trillen •en snaren in aller hart, als er een beroep ge- 'daan wordt op solidariteit. En 't sterkst is de «eeuw gelegd in het jonge hart. Nu teekende ik de solidariteit in haar wezen als saamhoorigheid van mensch en mensch onder gezamenlijke verantwoordelijk heid, die roept om eenzelfde houding en daad in haar grond als gegrond in de schepping der menschheid als een levensgeheel; in haar veelvuldigheid als saamhangend met de natuurlijke levenskringen van gezin, Kerk en Volk, der maatschappelijke standen en de histo rische geworden groepen; in haar taak als geroepen tot bestrijding van zonde en ellende en tot volmaking der menschenlijke samenleving; eindelijk in haar prediking tot ons Verhond en tot de Calvinistische Jongelingschap. I. De naam solidariteit noemt, 't Woord komt af van solidus gedegen, massief, óns woord solide en hangt saam met solidare vgl. ons soldeer en. Volgens sommigen is solidariteit 't resultaat van een wilsactie; gevolg er van dat onderscheidene personen zich solidair ver klaren. Volgens anderen noemt S. een relatie, die bestaat, en behoort te worden erkend. In de natuurkunde noemt men solidariteit den wederzij dschen band tusschen twee of meer din gen, die van elkaar afhankelijk zijn, b.v. in een volzin als dezede gebleken solidariteit tusschen beweging en warmte heeft doën be sluiten tot beider intenditeit. Het Recht kent solidaire borgtocht. Die is resultaat van wilsactie. In de natuurkunde echter noemt 't woord S. een verhouding. In overdrachtelijken zin is ze een verhouding van saamhoorigheid met gezamenlijke verant woordelijkheid. In de dierenwereld mag ze praeformatiën hebben, onder de Engelen en duivelen door som migen worden aangewezen, wij houden ons aan 't woord van Vivetla solidarité n'existe point ailleurs que dans Vespèce humaine. Er is geen solidariteit tusschen kudde en herder, tusschen mensch en God. Christus maakte zich solidair door zijn vleeschwoording. En hij teekende die verhouding in het Woord tot Petrus: geef den stater tot voldoening van de tempelschatting voor Mij en u. II. De groote wet der solidariteit in 't men- schelyjk geslacht is gegrond in de schepping en komt uit in 't werkverbond. Gevoeld moet wor den de eischen van verantwoordelijkheidbij persoonlijke ook de nationale en sociale schuld. III. De veelvuldigheid der solidariteit hangt saam met de natuurlijke levenskringen. De gezin ^-solidariteit sprak uit Juda's woord tot Jozef; de v olie ^solidariteit uit Saul's eerste optreden, deKerkelyke solidariteit werd ge voeld in 't keizerlijk Rome, toen zijn aristocra ten slaven tegen slaven zagen strijden, anders zoo sterk solidair. Het besef van de solidariteit van de stan den brak uit in de Fransche Revolutie en draagt de arbeidersbeweging onzer dagen. Ook in de historisch geworden groepen als onze J. V. komt de solidariteit tot haar recht. IV. De taak der solidariteit is rijk en groot, doch soms moeilijk te bepalen. Wat bindt sterker: maatschappelijke positie of Christen dom De eisch der solidariteit is om de zonde het onrecht en zijn ellendige gevolgen te be strijden met of desnoods tegen uwe broeders of makkers. Gods recht zult ge liefhebben hoven al. Beoordeeld moet in elk gegeven geval, waar het recht is. Voorts ligt o. i. de oplossing in den socialen strijd der klassen in de organisatie van het vak, waarbij het gezag des patroons en de rechten en vrijheden der werklieden ge waarborgd worden door een samenwerking, die zweemt naar een constitutioneele regeering. Ten slotte riep ik ernstig op tot solidariteits- besef in ons vereenigingsleven. Eén Bond, rijkgeschakeerd, doch vast aangeslotengroepen van makkers elkanders ledenen wees ik op de zedelijke solidariteit in 't menschelijk leven, waardoor elke zonde van een Gereformeerd jon geling een macht ter geestelijk-zedelijke ver woesting wordt voor ongeloovigen of zwakken, daarentegen elk optreden in de kracht van Christus overwinningen behaalt,velen ten goede, en den Vader in de hemelen ter verheerlijking. Sluite op den zeer ruimen en soliden grond slag der Geref. beginselen zich heel Neerlands Calvinistische Jongelingschap aaneen in hoog en heilig gevoelen van solidariteit. Pinkster-Maandag. Hebben alle Gereformeerde Kerkeraden ernst gemaakt met de Zendingssamenkomsten op Pinkster-Maandag Zijn in al onze Kerken de Dienaren des Woords vry gesteld van optreden, opdat ze kunnen zijn, waar ze naar den wensch der Synode ditmaal behooren te wezen, om er saam te beraadslagen over de hooge belangen van onzen kerkelijken Zendingsarbeid Maken zich tal van ouderlingen en diakenen en ook onze christelijke onderwijzers gereed om deze Conferentie bij te wonen Die 't eenigs- zins kan doen, kome en werke meê tot't wel- slagen dezer proefneming. Wij herinneren nogmaals dat na 't Openings woord van Ds. Hulsebos, het eerste Referaat gegeven wordt ter inleiding om een samen- spreking over den arbeid onzer Kerken op Java en Soemba. Of deze laatste behoort door gezet te worden? Ook daarover mag wel eens ernstig worden gediscussieerd. En hoe de eerste 'tbest haar doel bereikt, de kerstening van dit hart van Java kan stof voor overweging bieden. De morgen-samenkomst duurt van tienen tot half een. De nademiddag-zitting begint om half 3. Dan treedt Ds. Baaij op met zijn Referaat over het werk, wat de in de Kerk uitgestorte Heilige Geest doet in de Zending,, als ik het goed begrepen heb. Des avonds om zes uur hebben wij geen Referaatmaar een Rede en wel van Ds. Donner. De Standaard vertelt, dat optreden zal Ds. Donner uit Amersfoort. Doch ik heb begrepen onze eigene Zeeuwsche Ds. Donner van Nieuwdorp. Nu, hem zal't zeker aan een talrijk aandachtig gehoor niet ontbreken. Die in de pauze geen vriendenhuis heeft, kan uitnemend terecht in de Melksalon op de Markt, en als er broeders en zusters zijn, die in de pauze niet gaan dineeren en dus wel een half uur over hebben, dan kan ik hen aanbe velen om eens te gaan bekijken de vergader zalen van de Staten van Zeeland. Fijne bouw kunst, prachtige schilderijen en keurige gobelins kunnen ze daar bewonderen. Men belle aan bij die antieke deur der Provinciale Griffie in de Abdij. W. Pinkster-collecte. Immers wordt in alle kerken in Zeeland ook dit jaar de Pinkster-collecte gehouden? De Heere geeft ons aanvankelijk voor ons Zendingswerk een goeden naam, zelfs bij dege nen die buiten zijn. De Geest stiet zeer gewenschte arbeiders en arbeidsters in den wijngaard uit. Zij er dies een offer van groote toewijding en blijden dank. Een gulle, rijke Pinkster collecte. W. De kerkelijke tucht. De tucht is voor de kerk van Christus van groot belang. Zij is een der belangrijkste onderwerpen uit heel de kerkregeering. Vooral omdat zij voor de zuiverheid der kerk waakt. Naar de bedoeling der classis, die mij opdroeg over de beteekenis van den Christe lijken Ban of de Excommunicatie te referee- ren, zou ik alleen over de laatste acte d. i. over de Excommunicatie behooren te spreken. Toch is het moeilijk om dit eene punt uit het ver band der tucht uit te lichten en op zichzelf te nemen. Daarom spreken wij eerst over het beginsel; daarna over het verloop der tucht; om ten slotte bij de beteekenis van den Ban wat breeder stil te staan. Het geheel is slechts een kort bestek. I. Het beginsel der tucht ligt in het Vader schap Gods. Niet in God als Rechter, die de zonde veroordeelt en straft, maar in God als Vader, die zijne kinderen opvoedt en hen by de hand tot de zaligheid leidt. De tucht is dos niet juridisch, rechterlijk van aardzy is geen daad van recht en wet. Onze kerkenorde is geen wetboek van strafrecht, dat voor elk bij zonder geval van overtreding in een artikel de straf voorschrijft. Bij de burgerlijke wet moet dat wel, want daar staat op den voor grond om de zonde te straffen. Maar in een kerkenorde kan dat niet, want het is haar te doen om den zondaar te behouden en zy zoekt hem door de tucht van den dwaalweg af te trekken. De tucht is paedagogisch van aard. Ze is een geneesmiddel. Ze bedoelt op te voeden, te genezen. Wel is het geneesmiddel vaak scherp. Een geneesheer moet soms tot chiru- chische maatregelen den toevlucht nemen, een arm of been amputeeren, maar het dient toch tot genezing. De tucht is paedagogisch van h aar eersten oorsprong af en blijft het tot haar laatste acte toe. Zelfs de afsnyding is nog een maatregel om iemand te behouden. Dit referaat is gehouden op de vergad&- rin g der elassis 's Hertogenbosch, 22 April IJL

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1903 | | pagina 2