genoemde Traktaatgenootschap tot op dezen dag. Honderd duizenden traktaten en boelges heeft het in deze jaren het licht doen zien, voor zeer geringen pry's verkocht en om niet verspreid en gegeven, en wel in Noord en Zuid, in Oost en West. Het is ook 25 jaren geleden, dat schrijver dezes, door het bestuur werd aangezocht, om als redacteur van den Gereformeerden Scheur kalender, Filippusop te treden, te schrijven en werkzaam te zijn. Onder opzien tot den Heere want hij had het nooit verzocht aanvaardde hij dien arbeid, nadat Ds. Beu ker er voor had bedankt. De oplaag begon met 3000 exemplaren en klom successievelijk tot eene oplage van 26000 exemplaren. Dat de Heere den arbeid kroonde, blijkt niet alleen uit de steeds klimmende oplagen, maar ook uit hetgeen Filippus vaak hooren mocht, aangaande den zegen, die er op genoten en verkregen werd. De geborene werd Filippus genoemd, om dat de mannen, die onder leiding van Ds. Lindeboom destijds te Utrecht samenkwamen, het Woord des Heeren beluisterd hadden, voor eeuwen tot den Evangelist Filippus gesproken, het woord„En de Geest zeide tot Filippus „Sta op, ga op den weg naar Gaza, welke woest is." En: „Ga toe, en voegu bij dezen wagen. Eerst sprak de Geest, gelijk wy in vers 2b lezen, door een engeldeze zeideSta op, en ga henen tegen het zuiden, op den weg, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is. Filippus gaf ons daarop een navolgens waardig voorbeeld. Wij lezen toch vers 2i „En hij stond op en ging heen." Waar God ons henen zendt, daar is wat te doen. Het luidt: „En zie, een Moorman, een Kamerling, en een machtig heer van Landace, de Koningin der Mooren, die over al haren schat was, welke was gekomen, om aan te bidden te Jeruzalem; en hij keerde wederom en zat op zijnen wagen en las den profeet Er is gezaaid en geoogst. Ebenhaëzer! Tot hiertoe heeft de Heere geholpen en gezegend. Hij zal ons niet be geven en Hij zal ons niet verlaten, indien wij niet vertragen maar in afhankelijkheid van Hem voortgaan met den arbeid. Hem zij voor alles de eere en het lied De Filistijn, de Tyriër, de Mooren, Zijn binnen u, o Godstad, voortgebracht. Van Zion zal het blijde nageslacht, Haast zeggen: „deez' en die is daar (geboren Littooij. Nu sprak de Geest rechtstreeks tot hem, ja Hij sprak in en tot hem: „Ga toe, en voeg u bij dezen wagen." In gehoorzaamheid aan de stem des Ueestes in zyn binnenste ging Filippus, en hij werd aanstonds verrast, want hij hoorde hem, toen hij bij den wagen was gekomen, den profeet Jesaja lezen. O, welk eene verrassing! Hoe goed is het toch Gods stem te hooren en te gehoorzamen. r/ Een Moorman las den profeet JesajaZiou deze zwarte, maar aanzienlijke man, het Evan geliewoord van Jesaja verstaan? Zoo vraagt Filippus niet slechts zichzelven, maar ook hem Verstaat gij ook zoo luidt het hetgeen gij leest?" En hij zeide: „Hoe zoude ik toch kunnen, zoo mij niet iemand onderricht i ihn hij bad Filippus, dat hij zoude opkomen, en by hem zitten." Ziet, God brengt ons tot het arbeidsveld. De menschen, die Christus kocht en die Hij redden wil, brengt Hij tot de middelen en de middelen tot hen. De wagen is hier het zendingsterrein, en Filippus is er heen gezonden, om er de Schrift te verklaren en Christus te prediken. Toen hij den moorman voor Christus ge wonnen en alzoo zijne taak volbracht had, nam de Heere Filippus weg en bracht hem naar een ander arbeidsveld. Als de taak volbracht is, geeft hij ons een ander arbeidsveld of neemt Hij ons tot zich in den hemel op. Dat onbegrijpelijke wegnemen, was mede een middel in de hand des Heeren, om den moorman de verzekering des geloofs te geven en hem alzoo zijnen weg met blijdschap te doen reizen. Daar komt bij, dat zij, die Jezus gevonden hebben, gelukkig zyn, al zyn hun ook de dienaren ontnomen. Met Jezus alleen, dat is zelfs eene heerlijke gedachte. Welnu, gelijk de Evangelist Filippus hoorde, hoorde ook het Gereformeerd Traktaatgenoot schap Filippus, de stem des Heeren Sta op, ga op den weg naar Gazawelke woest is. N eder- land was door het liberalisme en modernisme, helaas, als tot een woestenij gemaakt, en de Heere wilde er zijne ontferming' en de won deren zijner liefde nog openbaren en verheer- Velen waren hier en zijn, helaas, nog gods- diensteloozer dan de Moorman geworden. Bij anderen sluimerden er nog goede gedachten en begeerten, maar de kennis was verloren, vooral van de Gereformeerde leer. Gods Ceest, die ons tot den arbeid riep, heeft ook ons als Traktaatgenootschap, een zendingsveld ge wezen en gegeven, en nog niet van dat Zen dingsveld weggenomen. Vrienden Denkt aan de reis naar Goes, Woensdag 27 Mei. Littooij. VELERLEI, Een goed getuigenis. fSlot.J Nog een andere ontmoeting roerde mij diep. Links in den hoek van een der ziekenzalen zag ik achter een scherm, om hem aan het oog der andere lijders te ontrekken, een zwaar ge wonde man iiggen. Een vallende rotsteen had hem een deel van het hoofd verbrijzeld en akelig verminkt; het was pijnlijk om te zien. Men was juist bezig zijn wonden te verplegen en hem van bloed te reinigen; en een stap verder gaande, zag ik daar half verscholen achter het scherm, voor een tobbe vol bebloede doeken met een eveneens bebloede spons in de hand een jong Nederlandsch meisje staan, dat manmoedig haar zenuwen beheerschte om van dezen bruinen lijder de smarte te vermin deren. Dat edele meisje had in eigen land hoogen rang, eer en aanzien prijs gegeven, om hier de dorstigen te laven, de kranken te ge nezen, de wonden te heelen, trouw aan het Evangelie dat zy belydt Welk een liefde sprak er uit haar woorden „in den beginne vermoeit het de zenuwen, dat dagelijksch aanschouwen van steeds hernieuwd lijden; men deelt de smarten op het ziekbed geleden, en men is bedroefd, wanneer de dood iemand wegneemt, dien men dag en nacht ver pleegde, wiens vertrouwen men won, en die ons dan moet verlaten. Want men raakt ge hecht aan dit kinderlyke volk, en zou gaarne willen toonen, dat in Christus geen verschil in ras, geen onderscheid in stand isdat be schaving of ontwikkeling geen beletsel zijn om hen als menschen en broeders te behan delen." Geen hooghartig neerzien op den zoon van een ander rashier spraken daden en woorden van liefde en van gehechtheid aan dat eeuwenlang vertrapte en verachte volk. Geen wonder dat die beide „Zusters", de dames Kuyper en Rutgers, de harten en het vertrou wen der Javanen hadden gewonnen, want wat ik van de eene zeide, is ook in alle opzichten op de andere van toepassing. Ook ?ij had het woord .verstaan: „neem uw kruis op en volg Mij." En in vreemde landen, ver van vrien den en magen, gingen die beide vrouwen haar jeugdig leven slijten aan het smartbed der 'kranken, om woorden van troost en hoop te spreken tot de stervenden. Zij leerden de schoone, doch zoo moeilijke taal van het volk, aan welks welzijn zij met blijden moed en op gewektheid zooveel ten offer brachten. Welke heerlijke gaven zijn er toch in een vrouwenhart verborgenwelk een voorrecht mag het heeten, om in onze eeuw, vol mate rialisme en egoïsme, menschen te leeren kennen, wier geluk het is zich te geven aan anderen, en dezen, zoo mogelyk, te brengen tot het ge loof, dat hun zelf kracht, heil en vrede schenkt. Op zulke aanhangers mag het Christendom trotseh zijn; denzulken onthouden zelfs niet- geloovers den tol van hun eerbied niet". Zoo schrijft de heer Van Kol over tPetro- nella-hospitaal en de uitgezonden broeders en zusters. Dit getuigenis deed ons denken aan des Hei- lands zeggenLaat alzóo uw licht schijnen voor de menschen, dat ze uw goede werken mogen zien en uwen Vader die in de hemelen is, verheerlijken. W. De Ned. Bond van Jong el. Ver. op geref. grondslag hield Donderdag (Hemelvaartsdag) te Dordrecht in „Kunstmin" haar 15de Bondsdag. De morgenverg. werd met een schoone rede door den Voorzitter Ds. J. E. Vonkenberg geopend, waarna de verschillende punten van de Agenda werden afgehandeld. O. a. werden de afgetreden Bestuursleden Ds. Vonkenberg en dhr. J. B. v. Oversteeg herkozen. De verhouding tot het Néd. Jongel. erb. besproken en toegelicht en punt 8 van de „Samenwerking" eenigzins gewijzigd aange nomen. Voorts werd met algefneene stemmen een motie aangenomen waarin het Bestuur dank werdt gezegd voor haar optreden in ver band met de verspreiding van de bekende circulaire, die vooraf was voorgelezen en toe gelicht. De volgende vergadering zal D. V. te Zwolle gehouden worden in 1904. Telegrammen werden verzonden aan H. M. de Koningin, Minister Kuyper en hetNederl. Jongel. Verbond. In de namiddagverg. voerden het woord de vertegenwoordiger van den Ned. Milit. Bond de heer de Riemer met een referaat over „onze Bondsidee." Den HoogEd. Gestrenge Heer A. S. lalma over maatschappelijke kracht en Mr. Sybrandy over sociale schuld en sociale roeping, waar mede de Agenda was afgehandeld en waarna de vergadering gesloten werd. Des avonds om 61/2 uur was de prachtige Wilhelmina Kerk geheel gevuld met een aan dachtige schare om Dr. Wagenaar te hooren spreken over solidariteit. Hiermede was de 15e Bondsdag in opgewekte stemming gevierd. Moge het vele goede zaad gestrooid rijke vruchten voortbrengen. Zegene den verhoogden Middelaar den arbeid onzer geref. Jongel. Ver. rijkelijk en ga er kracht van hen uit voor huisgezin en kerk? voor land en volk. De groote zaal van Kunstmin was vooral des middags eivol. Het aantal bezoekers be droeg ongeveer 3000 personen. Beroepen te Kampen Ds. M. Schuurman te Alfen a.d. Rijn; te Zeist Dr. J. Hania Pz. teSteen- wyk. Bedankt voor Baarland door Ds. N. P. Lit- tooy te Krimpen a.d. Lek. Officiëele Berichten. KORT VERSLAG der Classicale vergadering, gehouden den 13en Mei 1903 in de Hof- pleinkerk te Middelburg. Namens de oproepende Kerk van Grijpskerke, opent Ds. Koopmans de vergadering. Hij laat zingen Ps. 6814, leest Ps. 90, en gaat voor in gebed. De credentiebrieven worden door de BB. Houterman en de Kam onderzocht. Alle Kerken zyn behoorlijk vertegenwoor digd enkele hebben instructiën. Het Moderamen wordt aldus saamgesteld: Ds. Koopmans, Praeses, Ds. Visser Scriba, DD. Bouma en Ingwersen Assessoren. De Praeses wenscht geluk, Ds. Visser met zijn beroeping door Zaamslag B, en zijne vrij moedigheid te bedanken; voorts Ds. de Jager, die zijn zilveren-, en Ds. Veenstra, die zijn 40-jarig ambstfeest mocht vieren. Beide jubi larissen betuigen hiervoor in gevoelvolle be woordingen hun dank. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Bij de vragen naar Art. 41 D. K. O. wenschen 2 Kerken de voorlichting der classis. Ds Meulink rapporteert namens de com missie voorWestkapelle. Er is veel stof tot blijd schap. De Kerken in de classis houden zich goed elke beloofde steun. Ook verrast ons een afge vaardigde van Westkapelle's Kerk met de mededeeling, hoe de jonge, arme gemeente, warme offervaardigheid toont, waar haar het uitzicht gegeven wordt op het bezit van een eigen leeraar. Toch is er, alles samengenomen, niet genoeg. Hoe zal de benoodigde som ad f 600 vol worden Aangenomen wordt een voorstel, om te trachten, het °nog ontbrekende bijeen te brengen uit andere gemeenten, buiten de classis. Niemand vindt er bezwaar in, dat nu in Westkapelle met het beroepingswerk een aan vang wordt gemaakt. Om den Kerkeraad daar vanÖadvies in dezen te dienen, worden benoemd de 3 predikanten van Middelburg. Ieder is verrukt over den loop der zaken in Westkapelle. Na de pauze klinkt het heerlijkWant God de Heer, zoo goed, zoo mildDs. Veenstra bidt met ons. Het agendum wordt verder afgehandeld. Een ingekomen schrijven van de classis Axel, om onze classis te danken voor bewezen hnlp, wordt voor kennisgeving aangenomen. Br. J. Louwerse geeft verslag van de gelden voor hulpbeh. Kerken. De inkomsten bedragen f 353,381/2 en de uitgaven f 405,91% Helaas dus een beduidend te kort. De BB. Ditmars en Pluimers zien de boeken na, en vinden alles accoord.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1903 | | pagina 2