Bijv., als wij een eed hebben afgelegd, om mee te stelen, of, om het leven te besteden, waar wij dat niet kunnen naar Zijn wil en Woord. De Heere zegt: „Heeft hij gezworen tot Zyne schade, evenwel verandert hij niet." Doch hun bestrijden van den bedoelden Minister heeft in het algemeen genomen een uitgangspunt dat valsch en daarom gansch onbillijk is. De heeren toch maken geen onderscheid, dat doen zij ten minste niet uitkomen voor hunne lezers, dat hetgeen Dr. Kuyper als leider der anti revolutionairen krachtens zyne en hunne be ginselen moest begeeren, en hetgeen hij als Minister in dit coalatie-Ministerie en by de Volksvertegenwoordiging, om maar niet te spreken van den raad der Kroon, gedaan kan krijgen. Week aan week citeeren de heeren hetgeen Dr. K. als leider van de party begeerde (en over het geheel genomen gewisselijk nog be geert) en plaatsen daar dan tegenover hetgeen nu door het Ministerie of door hem als Minister voorgesteld wordt. Dewijl het nu voor de hand ligt, dat deze Minister niet alles doen kan en gedaan kan krijgen wat hy wil en wy met hem willen, is er een breed veld voor critiekvoor critiek, waarin men doet uitkomen, dat ZEx. weleer, m. a. w. als leider, veelmeer begeerde, dan thans verwezenlijkt wordt. Doch de verwezen lijking daarvan eischen is het onmogelijke van ZEx. te vragen. Dat is dan ook het valsche uitgangspunt, het onbiliyke van en bij de re dacteuren van „De Christen Democraat". Want, al is het, dat zij zeiven wel weten dat dit niet kan, en met enkele woorden soms doen uit komen dat zij dat weten, geven zij desalniet temin den indruk aan de lezers, dat Dr. Kuyper, als Minister conservatief is geworden. Wat nu is dat anders dan te beweren, dat ZEx. meer in onze richting kan doen,dan hij doet? Zij laten het licht niet vallen op de coalitie enz. maar zoo goed als alleen op hetgeen weleer beleden en nu slechts voorgesteld en gedaan wordt. Toch zouden zy zeiven, trots hetgeen zij nu willen, niet anders en wellicht nog minder goed, kunnen doen, dan hetgeen thans geschiedt. Als de Minister Kuyper alles wil hebben, wat deze heeren verlangen en hij zelf ook wel zou willen, gewis, dan kan ZEx. wel heengaan. Zou dat profytelijker zijn? Het veel besproken woord van den Minister, het woord Oude plunjeis door mij van meetaf anders verstaan, dan door deze en vele andere heeren. 'k Meende en meen nog, dat de Minister met deze woorden zeggen wilde, zonder nog van de oppositie der heeren Staalman en de Vries te weten, dat men niet doen moest, wat deze heeren telkens doen, nam. ZEx. herinneren aan hetgeen hij vroeger schreef en sprak, wijl hij zeer goed wist, dat dit alles door hem, ondanks zich zeiven, niet in wetsontwerpen zou aangeboden kunnen worden. Dus niet, dat onze Minister er door zeggen wilde, dat hij de oude plunje overboord wierp en voor versleten hield. Littooij. P.S. Het wetsontwerp waarbij onder meer straf bedreigd wordt, op contract- en eedbreuk, in 's lands ambtelijken dienst, is aangenomen met 81 tegen 14 stemmen. Mochten nu de arbeid, de rust en den vrede wederkeeren en de toepassing der straffen nimmer noodig zyn L. De heer P. Adriaanse, hoofd der Chr. School te Den Helder, is, na een korte, hevige onge steldheid, op 42-jarigen leeftyd, overleden. Voor zijne geliefde vrouw en kinderen, voor zijne oude moeder en verdere betrekkingen en ook voor de School, waaraan hij jaren werkzaam was en die hij tot^ grooten bloei zag komen, is dit een groot verlies. Hier in Middelburg genoot de overledene vriend en broeder zyne opleiding, en sinds hij hoofd der School was, arbeidde hij te Den Helder. De Heere heele de wonden door dit treffend verlies geslagen en zie voorts in gunste op de zynen neerLittooij. VELERLEI, Zeeuwsch Verbond. Nogmaals dringen wij er bij onzeZeeuwsche Jongelingen zeer dringend op aan om met man en macht op te komen op den Zeeuwschen Verbondsdag, die we op a. s. Paasch-Maandag te dezer stede hopen te houden en wel in de Hofpleinkerk, omdat er in de Gasthuiskerk en de Noorderkerk des morgens preek is, doch de Hofpleinkerk dan leeg staat. Er zijn belang- ryke werkzaamheden aan de orde. Ook wil Mr. Dieleman ons vergasten op een actueel referaat en Ds. Dekkers op een bezielend slot woord. Men komeW. Een inlichting. Met erkentelijkheid ontvingen we van een lezer van de Zuider-Kerkbode de inlichting, dat het smartelijk verlies, door Groen van Prin- sterer in 1827 geleden, dat was van zyn geliefde moeder. De inzender verwijst hierbij naar 't werkje Mr. G. Groen van Prinsterer door P. Oranje, uitgegeven door A. D. Littooij. W. Synodale subsidie. Een belangstellende Kerk vraagt naar de subsidie der Generale Synode tot het tractement van Ds. Huysing. Een gemeente, die een echte Zendingskerk onder een R C. bevolking zou kunnen zijn, kan een pastorie aanbieden benevens eenig tractement. Nu vraagt ze, of de Synode dit aanvult tot f1200 ook als het minder is dan f600. Ons antwoord luidt ontkennend. De Kerk, desnoods gesteund door Ciasse en Provincie, moet pastorie en minstens f 600 tractement aanbieden, dan vult de Synode tot f1200 aan. Hieruit spreekt o. a. de groote waardeering onzer Gereformeerde Kerken voor den Zendings- arbeid harer Dienaren. W. Een vriendelijk verzoek. Het Hoofdbestuur der Ger. Zondagsschool- vereeniging „Jachin" noodigt leden, afdeelingen en verdere belangstellenden dringend uit, het Officieel Orgaan „De Zondagsschool" waarvan nu het tweede nummer verschenen is, door inteekening te steunen. Wij durven vrijmoedig algemeene deelneming vragen, wijl het een zeer noodige zaak geldt, die van groote nuttigheid wezen kan en slechts een zeer kleine uitgave vordert. De prijs, 40 ct. per jaargang, voor een drie maandelij ksch Tydschrift van 12 groote pagi na's, in 2 kolommen gedrukt, kan zelfs voor arme Zondagsscholen geen bezwaar opleveren. Het tydschrift werd door de Pers met groote ingenomenheid begroet, gunstig gerecenseerd en hartelijk aanbevolen. Ds. J. H. Donner SU schreef in het „Chris telijk Weekblad voor Leiden en Omstreken" het volgende „Ik heb, toen ik No. 1 van „Jachin's Zon dagsschoolontving, niet bedenkelijk gevraagd „Alweer een nieuw blad", maar het integendeel van harte welkom geheeten, en verwacht, dat niet weinigen in ons land hiermede instemmen, want al worden wij in de laatste jaren ook met een vloed van bladen en tijdschriften overstort, aan een blad of tijdschrift ter be spreking van de belangen der Gereformeerde Zondagsschool, ontbrak het ons nog, en het is meer dan tijd, dat er in voorzien wordt". Nu zulk een tijdschrift naar den wensch en volgens het besluit der jongste Algemeene Vergadering er is, hopen wij zeer, dat het krachtig gesteund worden zal. Het zou te betreuren zyn, zoo deze uitgave, die naar het oordeel van vele bevoegde mannen hoog noodig is, door gebrek aan belangstelling moest wor den gestaakt. Daardoor zou een uitnemend middel, om de Zondagsschool in betere sporen te leiden, verloren gaan. Ongeveer een honderd abonnenten lieten zich inschrijven. Doch zal het blad niet een kwij nend bestaan hebben, dan moet dit cijfer zeker tot 500 klimmen. Vriendelijk verzoeken wij hun, die een no. ter kennismaking ontvingen, de inliggende briefkaart met opgave van naam en adres en gefrankeerd met een postzegel van 1 ct., aan den uitgever te willen toezenden. Wie geen no. ontving en er toch een begeert, vrage het aan by de firma Gezelle Meerburg te Heusden. Men steune deze uitgave niet al leen door zelf er op in te teekenen, maar ook door bij vrienden en kennissen abonné's te winnen. Een goed vriend, die de zaak een warm hart toedraagt, deelde ons mede, dat hy in een gezelligen kring op één avond 12 abonné's had geworven. Een goed voorbeeld Moge het by velen navolging vinden. Daar door zal een goede zaak krachtig worden be vorderd. Uit naam van Jachin's Hoofdbestuur, J. N. Lindeboom, Praeses. 4 April 1903. P. ORANJE, Secretaris. Belijdenis des geloofs. Wat nu de belijdenisse des geloofs aangaat, de gemeente legt eiken Zondag, als ze 't wel verstaat, in 't openbaar belijdenis haars geloofe af, wanneer de twaalf artikelen in de samen komsten worden voorgelezen ook moet eiken dag onzes levens aan ons duidelijk en merk baar zijn, waar ons leven geworteld ligt. Maar hier wordt nu gehandeld van de openbare be lijdenis dergenen, die tot des Heeren H. Avond maal begeeren toegelaten te worden. Die make men niet los van 't H. Avondmaal. Daartegen wake men. De belijdenis des geloofs los makende van 't H. Avondmaal, stelt men iets nieuws in, dat de Gereformeerde Kerken nooit gekend hebbendoch neen, ze hebben 't wel gekend, want onder de Synodale organi satie, ja ook reeds veel vroeger, doordien de wereld met volle scharen iD de Kerke was gestroomd, is dit euvel opgekomen, dat men belijdenis afnam in den zin van een zeker onderzoek naar de historische kennis der waar heid en van uiteriyke toestemming. En nu weten wij zeer wel, dat wellicht bij velen, wat hun persoon betreft, ook in 't vervolg het „doen van belijdenis" wel eens op zijn best niet meer kan zyn dan de openbaring van een historisch gelooveover de harten kan de Kerke dan ook niet oordeelen. Maar de Kerke zette toch nimmer op deze onwaarheid haar zegel, maar onderwijze, rusteloos, in dit stuk, dat onze openbare belijdenis is: het openlijk, midden in de wereld, tot vertroosting van Gods Kerke, tot eere Zijns Naams en tot vrede der eigene ziel, uitspreken van de oprechte keuze, om, zich als een arm en ellendig zondaar op den God en den Middelaar des verbonds ver latende, door zijne genade in eene nieuwe ge hoorzaamheid, naar zijne bevelen te leven. Het geloove, als hier dus sprake is van bely- denis des geloofs, mag in geen anderen zin genomen worden, dan waarin Zondag YII Hei- delb. Catechismus het beschrijft't omvat ken nis, toestemming en vertrouwenal blijft het vanzelf spreken, dat een geloove, 'twelk nog maar een spruitje is, al is 't niet uitgegroeid in stengels en bladeren, ook geloove is. Deze beteekenis van de belijdenisse des ge loofs verzwakke men niet. Deden de kerken dit, 't zou met andere woorden gezegd zyn „gij zult belijdenis des geloofs doen, maar't behoeft volstrekt geen belydenis des geloofs te zijn." Lees hierover Appelius, De Hervormde Leer, pag. 192 en 193. W. Teelinck. Hemelsche Openinge, pag. 75a, 84. De openbare belijdenis des geloofs is dus noodig, opdat, zooveel mogelijk, de kerken des Heeren waken, dat de tafel des Heeren niet ontheiligd worde. Naar 't inwendige des harten kerkelijk niet kunnende noch mogende oor deelen, oordeelt de Kerke hierbij naar belijdenis (hierbij de kennisse ingesloten) en wandel, opdat (zooveel in der Kerke vermogen is) er niet een onwaardig eten en drinken geschiede. De kin- derkens alzoo te onderzoeken, is uit den aard der zaak niet mogelijk. Voor den doop geldt ook niet, wat bij 't Avondmaal vermeld staat „de mensch beproeve zichzelven en ete alzoo Derhalve geschiedt de doop der kinderkens eenvoudig en alleenlijk op grond van de ver- bondsbelofte. Dit nauw verband van belijdenis des geloofs en Avondmaal des Heeren vindt ge overal in de oorkonden onzer Gereformeerde Kerken uit komende. Dit is al voor u beslist, als ge maar even het „Kort begrip" aanziet. Daar staat boven Kort begrip der Christelijke religie voor die zich willen begeven tot des Heeren H. Avond maal. En aan 't einde leest gij„Als degenen, die zich tot de gemeente begeven willen, deze hoofdstukken in den grond bekend en beleden hebben, zoo vraagt men hun, of zij ook ergens in, aangaande de leere, eenigen twijfel hebben opdat men hdn moge genoeg doen. Indien iemand onder hen zegtja, zoekt men hem uit de Schrifture te voldoenen is 't dat zy allen gerust zijn, zoo vraagt men of zij ook voorge nomen hebben, door Gods genade bij deze leere te blijven, en de wereld te verzaken, en een nieuw christelijk leven te leiden. Ten einde vraagt men ook, of zij zij zich aan de christe lijke tucht willen ontwerpen. Hetwelk gedaan hebbende, men hen vermaant tot vrede, liefde en eendrachtigheid met alle menschen en tot vredemaking indien iemand van hen met zynen. naaste iets uitstaande heeft." Daar hebben we dus klaarhet directe ver band van de belijdenis des geloofs met het H. Avondmaal. De vragen zijn uiterst eenvoudig en kort (gewis zeer wijsniettemin is 't klaar, dat genade in de ziele verondersteld wordt, door welke zoodanige vragen worden beantwoord.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1903 | | pagina 2