Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
VRIJDAG 13 MAART 1903.
No. II.
12e Jaargang
^/eEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER ^REFORMEERDE KeRKEN
IN ^EELAND, J^OORD-^RABANT EN J-.IMBURG.
ONDER REDACTIE VAN
Ds. J- HTLSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ,
Dr. L. H. WA GENAAK.
Abonnement per 3 maanden £0.35. Afzonderjfce nos I Uitgever:
3 cent. Advertentiën van 1-5 regels 30 cent, iedere! R LE C0 NTRE
regel meer 5 cent. Famüteberichten van 1-5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent. I MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
Jezus lijden is noodig om voor de uitver
korenen de schuld te betalen en hen te bevryden
van Satans dwinglandij. Maar zij zullen Hem
ook moeten volgen en strijden onder zyne
banier. En owij zijn zoo ongeneigd tot den
heiligen strijd. Maar, zegt de Heere, wie zijn
leven liefheeft, die zal het verliezen, doch 300
wie zijn leven zal verliezen om mijnentwille,
die zal het behouden. En de Heere maakt zyn
volk gewillig en bekwaam tot den stryd. Hij
leert de vingeren zijner knechten ten ooreloge.
En de Zoon des menschen zal komen in de
heerlijkheid zyns Vaders. En Hij zal een iegelijk
vergelden naar zijn doen.
De ontmoeting der beide strijders, de slang
en het zaad der vrouw, heeft plaats op Golgotha.
Zwaar is de strijd. Bang is het lijden onder
den toorn Gods, onder het gewicht der zonden.
Fel zijn de aanvallen en krachtig de aanspraken
van Satan. Maar de groote Strijder, het Lam,
dat geslacht is, overwint en stervende weer
galmt zyn triumfkreet „Het is volbracht". Maar
hoewel overwonnen, heeft Satan nog eenen tijd.
Het is of van het samentreffen op Golgotha de
lijnen der geschiedenis zich weder verbreiden,
de stryders wederom verder van elkander raken
in den loop der eeuwen. Hier, in de Openbaring
lezen wij, hoe de lynen weder dichter bij elkan
der komen, totdat aan het eind der Eeuwen de
strijders elkander weder ontmoeten. En het Lam,
dat geslacht is, overwint en verplettert Satan
onder de voeten zyns Volks. Nu geschiedt er
een groote stem in den hemel, zeggende (als
een krachtige echo op Jezus triumfkreet aan
het kruis„Het is volbracht")„Het is ge
schied" (Hst. 16 17). Lofzangen der Engelen
weerklonken in Bethlehems velden, toen Gods
Zoon in het vleesch verscheen, bij dit laatste
„Het is geschied" barsten wederom de hemel-
sche koren in jubelgezang los.
Soms wordt het verhaal van den strijd en van
de oordeelen Gods in de Openbaring voor eene
wijle afgebroken, zoo ook hier. De zevende
engel heeft gebazuind, nog zullen de engelen
met de zeven üolen (schalen) der gramschap
volgen. Hoofdstuk XII en XIII omvatten in
korte trekken de geschiedenis der Kerk in haar
geheel. Hoofdstuk XIV omvat, wat verder nog
wordt uitgewerkt, kortelijk de vernietiging van
het rijk van den anti-christ. De woorden van
den tekst zijn genomen uit het midden van
dat zooeven vermelde verhaal van de worste
lingen van Gods Kerk. Het Lam staat hier dus
als Strijder en Overwinnaar, volkomen Over
winnaar, van Satan en zijne bondgenooten,
belagers van Gods Naam en Koninkrijk. Onder
het profetisch beeld van beesten, die opkomen
uit de zee (de menschenwereld) worden men-
schelijke krachten voorgesteld, die op politiek
en religieus gebied zich tegen Christus stellende,
zich zullen toeëigenen wat Godes is, en op
't zeerste Gods Kinderen zullen onderdrukken.
Maar reeds is de overwinning voor hen behaald.
Het Lam, dat geslacht ia, is de Overwinnaar.
Groot zal in die dagen de afval zijn
Het zyn degenen, wiei namen niet zijn ge
schreven in het boek nes levens des Lams,
dat geslacht is van de grondlegging der wereld.
Dat zijn de uitverkorene^ naar het voornemen
Gods, die aan den Zoc i zijn "gegeven van
eeuwigheid. Hunne name a zijn in het boek des
levens en daardoor zijn ze van eeuwigheid
aan het Lam verbonden, wiens offer van
eeuwigheid vaststond, maar wien zy ook zullen
volgen in den stryd.
Wie niet zijn geschre en in dat boek des
levens, het zijn de aanbidders van het beest,
van de macht; die zich stelt tegen God en
zijnen Gezalfde. Zij, wier namen zyn geschre
ven in het boek des le /ens des Lams, dat
geslacht is van de grondlegging der wereld,
zy aanbidden niet het Beest, noch zijn Beeld,
zy dragen niet het merkt jeken van het Beest,
maar zyn beelddragers van Christus. Het^ zijn
de heiligen- de goloovigai)/\,Fr zy.rijn diJ els,
vrucht 'hunner "uitverkiezing, zij zijn dit door
het eeuwig welbehagen. En het Lam, dat ge
slacht is, is hun Koning, die hun de overwin
ning geeft.
De Schrift stelt ons alzoo Gods Zoon als den
Middelaar, den Strijder en Overwinnaar voor
zijn volk voor, als verordineerd en voorgekend
van voor den dageraad der Eeuwen, en voorts
in zijne komst, in zijn strijd en overwinning
door zyn sterven en herleven hier op aarde,
eindeiyk zien wy Hem in de verre toekomst,
triomfeerende over Satan, zyn rijk volmakende
en zijn volk volkomen verlossende en tot de
heerlijkheid leidende.
Hierover D. V. nog kortelijk in een volgend
nummer. Hülsebos.
Teekenen der tijden.
IV.
Wat hem wederhoudt, weet gij, zegt de Apos
tel aan de Thessalonicensen. Gewis, dat heeft
hij hen persoonlijk gezegd en uiteengezet, want
medegedeeld heeft hij in zijn brief niet, wat
I hem wederhield. Wat wederhield hem en wat
was oorzaak dat zijn toekomst zooveel later
kwam Mij dunkt, dat, zooals gezegd is, eerst
het Evangelie allerwege verkondigd en vele
discipelen voor Christus gewonnen moesten
worden en ook en daarna de afval komen en
uit die renegaten, die schier altijd de ergste
zijn, zou dan de mensch der zonde voortkomen.
Als gij in den kring der revolutionaire afval
ligen zijt, dan kunt gij vaak opmerken, dat ze
„wederhouden" worden, om zich nog niet ge
heel te openbaren in hun vijandschap tegen
den Christus der Schriftentegen de belijders
van Hem en tegen de machten door God op
aarde gegeven.
Dat zich inhouden en zich als neutraal tegen
over den godsdienst voordoen, geschiedt, van
hun kant bezien, louter uit berekening. Hun
voormannen hebben dat meer dan eens erkend.
Er komen dan ook nu reeds in den strijd onzer
dagen oogenblikken, waarin gij in het oog ziet
en uit den mond hoort, dat zy over allen en
alles zouden willen heerschen. Gewis, zij wor
den nog weerhouden. Maar wie weerhoudt hem
Niet een bepaald persoon uit de menschen
want dat wederhouden is niet een werk dat
aanvangt en afloopt in den leeftijd van een
mensch, maar een werk, dat aanving in de
dagen van Johannes en Paulus en voortduurt
tot de dagen, die aan de komst van Christus
voorafgaan.
Zooals voor de hand ligt, is het dus dê Heere
Hij dus, zonder wiens wil de mensch der zonde
zich roeren noch bewegen kan, ja wiens raad.
hij ondanks zichzelven dienen moet. Maar.
God voert Zijn raad ook over den mensch der
zonde, door menschen uit. Op de woorden:
Die hem nu wederhoudtteekenen onze rand-
teekenaren aan
„Dat is, Zijne openbaring, of openlijke op
komst, alsnog verhindert en tegenhoudt. Hier
door wordt door sommigen verstaan de zuivere
prediking van het Evangelie, en de oprechtig-
heid der leeraars in de gemeente Gods, die
zeegang .rij in. Christus' Eerh -zijn béhor Ion,
zulke geestelijke heerschappij-zucht en dwaling
hebben wederstaan en tegengehouden. Doch
door meest alle oude leeraars en van onzen tijd
wordt hierdoor verstaan het opperste gezag en
aanzien der oude keizers in het Romeinsche
ryk, die door hunne wereldlijke macht de op
komende geestelijke macht van den anti christ
over de Christenheid heeft wederhouden, totdat
hun keizerlijk gezag door de Saracenen en
Mohammedanen in het oosten, en door onder
scheidene barbaarsche volken in het westen,
zeer is gebroken en onder den voet gebracht
bij welke gelegenheid deze geestelijke aange
matigde macht in het Christendom is doorge
broken, en hare heerschappy zelfs over keizers,
koningen, vorsten en volkeren openlijk heeft
bevestigd, hetwelk omtrent zes honderd jaren
na de geboorte van Christus geschied, gelijk
door velen uit de geschiedenis van dien tyd
bewezen is. Wie nu deze anti-christ is, die deze
macht in het Christendom vele honderden jaren
zich heeft aangematigd, wordt klaarlijk aan
gewezen in Openb. 13,17 en 18."
Opmerkelyk, dat reeds Paulus tegenover de
afvalligen in en van zijn tijd zich heeft moeten
beroepen, ja met goed gevolg beroepen heeft,
op den keizer van Rome, dus op de wereldlyke
macht. Het diepe rechtsgevoel in en de vele
rechtmatige wetten van het Romeinsche rijk,
waren dikwyis oorzaak dat booze machten be
dwongen en christenen beveiligd werden. Nu
zijn er in den loop der eeuwen zeker ook tijden
gêweesr, dat de Heere den anti-christ weerhield,
door de Kerk, die in getrouwheid aan haar
God waakte en kracht ontwikkelde. De Kerken
oefenen nog wel invloed ten goede uitmaar
niet genoeg, om den wassenden stroom van
ongeloof, revolutie en geweld te keeren.
De godsdienstlooze vrijzinnigen hebben met
de Middelburgsche Courant vaak smalend ge
zegd, dat de Kerk al haar kracht en invloed
verspeeld heeft. Van de gemoderniseerde schijn-
kerk is dat waardeze heeft wel invloed ten
kwade, maar geer. invloed ten goede uitgeoefend.
Doch van de Kerk, die leeft uit en naar het
Woord Gods kan dat met recht en reden niet
worden gezegd. De mannen, die in hun vaan
del schreven en ijverden Voor God, Nederland
en Koningen die hun arbeid bekroond heb-
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behonden.
Jesaja 3o 22.
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als
aan het gehoorzamen van de stem des Hoe
ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22
(STRIJD EN OVERWINNING.)
Het Lam, dat geslacht is van de grond-
legging der wereld.
II.