Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. 12e Jaargang. VRIJDAG 6 FEBRUARI 1903. Kt. 6. EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFOR MEER DE (KeRKEN in ^Zeeland, J^ooRD-jBRABANT en Limburg. ONDEB REDACTIE TAN »s. J. HULSEB08, De. A. LITT001J, Dr. L. fl. WAGENAAR. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Uitgever: K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. (TER MAALTIJD NOODIGEN.) De Zoon des menschen is gekomen etende en drinkende. De voorlooper Johannes riep tot afzondering, en het tooneel zijner prediking, de woestijn, was daarmede in overeenstemming, ook des Doopers gansche wijze van leven. Jezus treedt op in het gewone dagelijksche leven. Hij predikt in de Synagoge, maar ook in par ticuliere huizen, in de steden, maar ook op den berg of aan het visschersstrand. Hij kent en omvat het leven in al deszelfs openbaringen, en eischt het op voor den Dienst des Vaders, die Hem heeft gezonden. Hü staat bij het krankbed, treedt de huizen van rouw en droef heid binnen, maar Hij laat zich ook noodigen met zijne discipelen te Kana ter bruiloft. En als een overste der farizeën (vers 1) Hem noo- digt, om in zijn huis brood te eten op den Sabbath, dan gaat Hij daarheen. Maar, hoe verkeert Hij daar? Hij leert daar, hoe wij als zijne verlosten, als zyne geloovigen, als zijne discipelen ons brood hebben te eten. Brood te eten, met gasten aan te zitten, hetzij aan het middagmaal of aan het avondmaal, de Heere verbiedt het niet, maar het moet op de rechte wijs geschieden. Jezus breekt den maaltijd af, om een zeker waterzuchtig mensch te genezen. En nadrukkelijk handhaaft de Zoon des menschen den wil des Vaders, dat werken van liefde en barmhartigheid' op den Sabbath niet zijn verboden, maar mogen, ja moeten geschieden. Ook bestraft de Heere den hoogmoed, die ach bij dezen maaltijd en bij dergelijke gele genheden openbaarde. Wanneer gij genood zult zijn, ga henen en zet u in de laatste plaats. En nu eindelijkde noodigingen tot de maal tijden. Wie zag de Heere daar aanzitten Vrien den, broeders, magen, rijke geburen. Het was een maaltijd, waarop weldra een andere zou volgen, en waar de overste, die nu gastheer was, dan als gast zou verschijnen. En zoo ging het rond. Ieder gaf op zijn tijd een feestmaal. Jki inmiddels was het koud en somber en schraal, zoo niet erger, in zoo menige woning der armen. Menschen van goed voorkomen, keurig en naar den smaak gekleed, gezalfden met welriekende stoften bestrooid zaten of lagen aan den overvioedigendisch. En wie bekommerde aich en wie bekommert zich nog om de vermink ten (ach! hoe afzichtelijk) kreupelen, blinden. Niemand, dan Jezus, de Christus, de Zone Gods, en degenen, die Hy verwaardigt in ztfnë leer- s«h««l ie kernen. Ja, de Zoen des Menschen spreekt alzoo van 's Vaders wil aan dezen disch. Hij kent ze, Hij denkt aan hen, aan die armen, die kreupelen, die verminkten, die blinden, Hij noemt ze aan dezen Disch. Het geheele leven moet verandering ondergaan, ook in het verkeeren aan de maaltijden moet een bekeering tot God worden gezien. Neen, uwe maaltijden en gezellige bijeenkomsten mogen niet zijn gelijk aan die der wereld, die de Heere hier zoo eenig juist teekent. Maaltijden en avondjes en broodjes met vrienden, waaraan en waarby men het goede van Gods hand ge niet, zich niet bekommeretde om de armen en treurenden en verlatener,. Heden: hier en de volgende weekdaar, o zoo gezellig en hoe keurig in de kleeding en in de sieraden Zoo vliegen de wintermaanden voorbijMaar wat zal het oordeel van den Heere Jezus zijn Zalig, wie in zijne leerschool verkeert, zalig, wie als zijn verloste Hem gehoorzaamtIs het dö bedoeling dos Hee;^dat wy onze broeders en vrienden niet zouden mogen vra gen? Neen. Maar wij moeten de hongerige spijzen, de naakten kleeden, de armen hel pen, de verminkten, kreupelen en blinden troos ten. Gy moet ze ter maaltijd noodigen. Hoe Daarin laat de Heere u vrij. Het heerlijkst zou zijn, indien gij des Heeren bevel eens let terlijk opvolgdet. Zijt gij hierin vbelemmerd, nu, als dan die gasten, die de Zoon des men schen u opnoemt, als uw gasten, de liefde, de vriendelijkheid, de gulheid van den disch maar op andere wijze mogen smaken. Hulsebos. Den lOen dezer wordt ons volk op Walcheren, voorzoover het tot de Kiezers voor leden van de Tweede Kamer behoort, geroepen, zijne stem uit te brengen, voor een lid der Tweede Kamer. Er is slechts tweeërlei keuzeomreden slechts twee candidaten zijn gesteld, één door de anti revolutionairen en één door de socialisten, Deze keuze is dus niet moeilijk wijl wy lezers van de Zuider-Kerkbode de beginselen der anti revolutionairen beiyden en beleven willen. De beginselen der socialisten staan tegenover de onze. Wel wordt dat niet altijd, overal en door ieder van hen onverholen uitgesproken maar, dat het zoo is, erkende meer dan één hunner woordvoerders en het komt in hetgeen zij spreken en schry ven, zoo goed als bij allen, telkens en telkens uit. Het licht dat in hen is, is óf scheppiügsgave, waarbij de Schepper vergeten wordt, of zoogenaamd licht, in de Schrift duisternis genoemd. Wij, anti-revolutionairen, die God en Christus belijden, op elk terrein van het leven, wij wor den door hen geacht, in de duisternis te wan delen. In eene circulaire ter aanbeveling van hun candidaat schrijven zij dan ook„Allen, die het licht liefhebben boven de duisternis, be- hooren in deze verkiezing hunne stem uit te brengen ophun candidaat, den heer Bergmeier. Wy hooren het dus, dat „allen, die het licht liefhebbenhem stemmen moeten. Dat licht nu wilnoch God noch particu lieren eigendom noch meester, als verkregen wordt, wat men begeert. De socialisten spreken, als onze grootste weder- partyders, vergeet dat niet, naar het vleesch,d. i., naar het zondige, wereldlievende hart des men schen. Natuuriyk wordt daarby ook wel op toestanden gewezen, waaromtrent verbetering gewenscht is. Zij wijzen byv. op de behoefte aan arbeidswetten, die door Dr. Kuyper vóór 25 jaren, toen men er hem om uitlachte, reeds zijn aanbevolen. Organisatie van den arbeid is noodig, maar organisatie van arbeiders leidt tot krachtsoverschryding en stagnatie. Het doet, gelijk de verledene week op een oogenblik het publieke leven stilstaan en veroorzaakt daar door enorme schade. Een liberaal blad, Het Vaderlandschryft over de staking van 't spoor wegpersoneel „Er is in dit veelomvattend verschil van de zijde der arbeiders geen schaduw van recht. Tegenover dergeiyke botsingen, koren op den molen der sociaal democraten, rust op de Over heid de taak de rechtsorde te handhaven". In dienzelfden geest spraken ook D^jStandgardm De Nederlander. Om menschen die, let daar wel op, in particu lieren dienst waren, namelyk by de firma Muller en Co., staakten op eenmaal zij, die inpublieken dienst waren, wij bedoelen het spoorwegper soneel. Op een Koopvaardyschip, als men zich verbonden heeft, mag dat niet, ten opzichte nu van hen, die in publieken dienst zjjn, moest dat evenmin mogen. Het geheele publieke leven in de macht te stellen van eenige soci alistische volksmenners, zeker, dat behoort voor komen te wordeD, hetzy op deze, hetzy op gene wijze, 't Is nu gebleken, dat, wanneer alle goedgezinden, m. a. w. zij, die van orde, regel en tucht houden, zich tegenover de socialisten niet vereenigen dezen hun weldra de wet stellen en over hen den baas spelen zullen. De geest, die van hen uitgaat, is die der revolutie. Brengt de uwen er niet mee in aanrakingwant wat naar 't vleesch is, gaat er lichtelijk in. Maar waar zy spreken van het „verkorten van den arbeidsduur", vooral in den zomer hier op het land van Walcheren, begint daar liever uit u zeiven en onder elkander mee. Het zal anders langs socialistischen weg, zooals ik u durf te profiteeren worden afgeperst. Gelooft toch, dat schrijver dezes, nu hij eene voor sommigen pijnlijke waarheid zegt - velen zitten aan een paar uurtjes vast uw vriend is. Gij profiteert van de beginselen, die wij, Gode zij dank, hier met onze arbeiders belijden. Meer dan ik zeggen kan, zou het mij leed doen, als onze beginselen ten slotte mee het gelach moesten betalen. In vele streken en steden is dat, geloof ik, helaas reeds het geval. Niemand krijge dat, naar ik hoop, voor zyne rekening. Dat mede voor zyne rekening te krygen is ontzettend. Laten wij toch allen doen wat ons mogelijk is, om den geest uit den afgrond, die opkomt en rondwaart, verre van ons en ons volk te houden. Kiest, mede als middel daartoe, op a. s. Dinsdag den man van ons beginsel en die met ons belydt. Littoou. VELERLEI, Een fijn boek. Enka, de geestryke auteur van de beeldig® Want de HEEBE ie onze BechteT, de HEEBE ie onze Wetgever, de HEEBE ie onze KoningHij zal one behoeden. Jesaja 33 22. Doch Samuel zeideHeeft de HEEBE inet aan Brandofl'eren en Slachtofierec^lfl aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22 En bij zeide ook tot den gene, die hem genood had Wanneer gy een middagmaal of avondmaal zult houden, zoo roept niet uwe vrienden, noch uwe broeders, noch uwe magen, noch (u w e) rijke geburen opdat ook deze u niet te eeniger tijd we- dernooden, en u vergelding geschiedde. Maar, wanneer gij eenen maaltijd zult houden, zoo nood armen, verminkten, kreupelen, blinden; En gij zult zalig zijn, omdat zij niet heb ben om u te vergelden, want bet zal u vergolden worden in de opstanding der rechtvaardigen. Lckas 14 12, 13 en 14.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1903 | | pagina 1