Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
Ue Jaargang.
VRIJDAG 2 JAM ART 1903.
No. 1.
^EEKBLAD GEWIJD AAN DE JjELANGEN DER jaEREFORMEERDE KeRKEN
IN ^EELAND, JJ'OORD-BRABANT EN J^IMBURG.
ONDER REDACTIE TAN
Ds. J. HULSEBOS, I s. A. LITTCOIJ,
Dr. L. H. WAÜENAAB.
Abonnement per 3 maanden f 0.85. Afzonderiyke nos.
S eent. Advertentiên van 1—5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
U i t g e v r
K. LE C01TRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve mes
tijdig, uiterlijk Vrydagraorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
Aan den Oudejaarsavond vermenigvuldigen
zich de gedachten, de Nieuwjaarsmorgén ont-
okt vele en velerlei vragen aangaande de on
zekere, voor ons in nevelen gehulde, toekomst.
Maar, gelijk de Heere bij het ernstig peinzen
en terneder zitten zijns volks aan den avond
van Oude jaar met zijne vertroostingen hunne
ziele wil verkwikken, zoo is er voor hen ook
licht on den morgen van het
Nieuwe jaar, ja indien, en dit mag immers
worden verwacht, eene bede als die van den
psalmist uit hunne ziele oprijst.
Men is gewoon elkander zegen wenschen, te
geven of toe te zenden op Nieuwjaarsdag, men
ontvangt ze van anderen, men geeft ze aan
anderen. Hier is nu eene bede, een zegenwensch
voor zich zeiven. Dit is niet allen geoorloofd,
"maar hoogst gewenscht, maar onmisbaarAch,
hoeveel wordt er onnadenkend gewenscht, hoe
ras zijn de ontvangen wenschen vergeten, hoe
noodig is het, tot zich zei ven in te keeren,
eigen nooden en behoeften te kennen, en ze
voor den Heere geloovig en ootmoedig neer te
leggen
Dit geschiedt in onzen tekst, waarin zelfs
tot driemaal het woordeke ik voorkomt. En
bij de rechte bede voor ons zeiven zal toch
ook de naaste niet worden vergeten. Zie het
maar, hoe de psalmist verlangt zich te ver
blijden met de blijdschap van 's Heeren volk,
met de blijdschap, die al den volke. wezen zal,
dus met dat volk zelve, en zich te beroemen
met 's Heeren erfdeel. Bij deze bede is het
geluk van land en volk niet vergeten, bij deze
bede worden de tijdelijke nooden en belangen
van ©ns en onze geliefden niet miskend, maar
zij bepaalt zich vooral tot het eene noodige,
tot hetgene de Heere zijn volk heeft toegezegd.
Wat in dit wisselvallig leven obs zal overkomen,
is verborgen, het is al in 's Heeren hand. Maar
éën ding weten wij, dat de Heere de beloften
zijner genade in Christus aan zijne kinderen
zal bevestigen en ze zal vervullen. Deze bede,
als zij de onze mag zijn op den Nieuwjaarsdag,
volgt den regel, eenmaal door den Koning der
kerk gegeven»Zoekt eerst het Koninkrijk der
hemelen en zijne gerechtigheid en alle deze
dingen zullen u worden toegeworpen."
Gedenkt mijner! welk een innige aanhef des
gebeds. Zoo bad ook de moordenaar aan het
kruis. Zie mij, eenling te midden van dat
groote menschendom, my onwaardige en el
lendige aan. Het geloof, want dat spreekt hier,
gebruikt veel vrijmoedigheid. Maar het wil
•ok niet anders geholpen worden dan in dien
weg, dien God zelf in zijn souverein welbehagen
heeft verkoren. Gedenk mijner, o Heere! naar
het welbehagen tot uw volk. Het geloof schrijft
geen wetten aan den Heere voor, maar pleit
op 's Heeren beloften aan den ymen zondaar.
Bezoek mij met uw heil. Ontferm u over mij,
buig u genadiglijk tot mij arme, tot mij, schul
dig en zondig Adamskind, neder met uw heil.
Verkwik mi) met de vergeving der zonden
door toerekening der gerechtigheid van onzen
in Bethlehem geboren Kor ing, vernieuw mijn
hart door Uwen goeden Geest.
En dat alles met dit doel(En ziehier nu
een recht, godverheerlijkend doel) Opdat ik aan
sehouwe het goede uwer uitverkorenen.
Hij wenscht het goede te aanschouwen, bij
ervaring te kennen en ook in zijne medege-
loovigen te zien, dat don uitverkorenen is
toegezegd, den vrede, die alle verstand te boven
gaat, en die hier wordt aanschouwd en gekend
door Woord en Geest, en eenmaal in alle heer
lijkheid gegoten wordt in de eeuwigheid, die
op dezen vergankelij kelt) ken tijd is volgende.
Hij begeert, dat de Heen geprezen wordt door
hun wandel.
Opd/ti ik mij nechp'i'k ai: de bli/idschap uws
volks. Onder den ouden aag was kerk en natie,
één. De psalmist heeft hier ook het oog op
een gezegend volksbestaan voor Israël. Maar
het is vooral de geestelijke wasdom van Gods
volk, dien hy zoekt, als hij bidt, dat hem de
Heere gedenke. Opdat ik mij beroeme met uw
erfdeel. Israël was het erfdeel Gods. In vollen
zin is dit het geestelijk Israël. Daar woont de
Heere, daar wordt zijn heil gezien en genoten.
Zij er zoo veel gebeds bij den aanvang des
jaars. De verhooring zal niet uitblijven
Geef, dat mijn oog het goede aanschouw enz.
Ps. 106 3.
„Afscheidswoord""zoo luidt het opschrift van
het artikel, waarin Dr. Bavinck de Redactie
van de Bazuin de verledene week heeft neer
gelegd.
Dit zal ieder, ook de Curatoren der Theol.
School, verrast hebben^. Dezen worden in dat
afscheidswoord in een ongunstiger licht gesteld
als zij m. i. hebben verdiend. Dr. Bavinck weet,
omreden ZH.G. er bij was, dat de prof. Linde
boom en Noordtzij de redactie hebben opgeëischt
voor één van de Hoogleeraren der Theol. School,
en dat slechts twee der Curatoren daarvoor
gesproken hebben, terwijl de andere Curatoren,
in ieder geval de groote meerderheid, dus het
Curatorium, besloot, daarop niet in te gaan.
Doch toen beweerd werd, dat dit naar een
^synodaal voorschrift moest, kwam het Cura-
'torim, dewyl het aan die voorschriften gebonden
s, en daarnaar moet en wil handelen, tot het
besluit, om te wachten, tot de eerstvolgende
Curatoren-vergadering, teneinde gelegenheid te
hebben tot onderzoekomreden dat voorschrift
niet in het bewustzyn leefde, en Ds. Gispen,
in Amsterdam woonachtig, jaren aaneen Be
Bazuin heeft geredigeerd.
Dit een en ander geschiedde in publieke zit
ting, en eenmaal was er dan ook een hospi-
teerende broeder by. Dr. Bavinck sprak van
bedanken niet, toen Z.H.G. erbij tegenwoordig
was, en de Curatoren, die ook al hierover een
minder aangenamen stryd te stryden hadden,
wilden gaarne iets kalmer dagen afwachten;
en zie nu komt Het afscheidswoord, daar op
eenmaal, althans voor mij, in Be Bazuin.
Ach, wat is de zenuwachtige gejaagdheid
en prikkelbaarheid groot in deze, onze droeve
dagen.
Waarom nu niet gewacht, totdat deze zaak
een ordelijk en geregeld verloop kon krijgen
Het jaar, dat vervlogen is, is droef tot het einde
Moge God ons, om Zijns Naams willein het
jaar, dat wij hopen in te treden, eenheid, vrede
en ruste geven
Bid om den vrede van Jeruzalem Wel moeten
zij varen, die U beminnen.
Littooij.
VELERLEI.
Herdenking.
Op den Oudejaarsavond van 1902 zijn de
sombere herinneringen aan alle zijden vele.
Hoe drukt weer by 't herdenken onze ziele
de smadelijke overgave onzer Boeien aan den
overweldiger, het uitwisschen en dat na zoo
veel bloed en tranen - van de onafhankelijkheid
der beide Republiekeneen ondergang, on
eindig smartelijker, dan waar een Martinique
door vulcanische verwoestingen werd vernield.
Hier slechts smart. Daar smart en smaad. Smaad
ook door ontrouw en afval. O, hoe goed deed
'tons, de trouwe helden te groeten, die den
bitterenkamphebben volgehouden tot 't einde toe.
1902 was voorts een jaar van voortgaande
economische worsteling. De werkstakingen ver
menigvuldigden zich. In ons land te Enschedé
met in stille gelatenheid gedragen leed
ook tot het „bitter eind".
Op kerkeiyk gebied ook veel verdrietelijk,
machteloos in elkaar omslaan. Onbegrijpelijke
kortzichtigheid. Booze passie. Krenking van
't broederhart. Aanranding van de broedereere.
Hier geforceerde, elders halve maatregelen. Het
einde een verzwakte Theol. School gehandhaafd
en aan de Vrye Universiteit wel de bekwaamste
mannen saamgebracht, maar niet zonder bij
velen te wekken felle haat en daarom zonder
algemeene blijdschap.
De Christelijke Regeering werkte, ondanks
't droef afsterven van den minister van koloniën
zonder ongevallen door, doch zonder dat ze in
dit haar eerste jaar reeds iets van groote be-
teekenis kon tot stand brengen, dat levendige
vreugde wekte.
Toch was in sparende ontferming de Heere
ons goed. De dood ging al nam hij een
blijde hope mee het Loo voorbij. Pest en
cholera bleven verre. Oproer noch oorlog teisterde.
Nam de Heere enkele onzer mannen van betee-
kenis hier denken we in 't byzonder aan prof.
Wielenga en dr. van Goor van ons weg,
velen liet en bekrachtigde de Heere.
Onze Zuider Kerkbode ging haar gangetje.
Eenheid in kerkelijk streven scheen na de Unie
van Utrecht haar kracht te zullen worden, doch
't keerde. Ze beveelt zich in de belangstelling
aan der Zeeuwsche en Brabantsche broederen.
Stelle de Heere haar ten zegen. W.
Prof. Biestervelds oratie.
Met zeer groot genoegen en volkomen in
stemming lazen we de inaugureele oratie van
Prof. Biesterveld, die ons door den schryver
werd vereerd.
Want de HEERE is o*ïe Rechter,
de HEERE is-oase Wetgever, de
HBERE is onze KoningHij zal one
behovden.
Jesaja 33 22.
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als
aan het gehoorzamen van de stem desHee^T i ft/7
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slach<P
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22
(HET NIEUWE JAAR.)
Gedenk mijner, o Heere, naar bet wel
behagen (tot) uw volk, bezoek inij met
*w heil
Opdat ik aansehouwe het goede uwer
uitverkorenen; opdat ik mij verblijde met
de blijdsehap uws. volksopdat ik mij
beroem e met uw erfdeel.
Psalm 106 45.
Hulsebos.
0