naar de vermaningen door den Heere hun in
Zijn Woord gegeven, roeping zijn.
De kinderen eten geven, en met hen eten dat
kunnen ze over het algemeen wel.
Daartoe zijn ze, indien het aan de middelen
ontbreekt, in een oogenblik in staat gesteld.
Alleen van geld toch is hier sprake, maar niet
van beschikbaren tijd of onbekwaamheid.
Als dus de ouders, zoo noodig, aan voedsel,
naar Gods gebod: „Draagt elkanders lasten",
geholpen zijn, dan is het klaar, dan is aan een
verlengstuk van het huisgezin, teneinde de
kinderen te voeden, geen de minste behoefte.
Ik ontzeg daarom aan een ieder het recht, om
van het eene verlengstuk tot het andere te
besluiten, d. i. van het onderwijs door anderen
tot de Kindervoeding door anderen.
In abnormale gevallen, n.l. als men met
dronkaards en verkwisters te doen heeft, mag
en moet men o. i. alleen abnormaal -handelen.
Regel moet zijn, de ouders, zoo noodig, te
helpen om de kinderen te voeden en te kleeden.
Dat is eene roeping die van Godswege tot ons
komt.
Daar komt bij, dat, naar ons algemeen bele
den beginsel, de vader als priester in zijn huis
moet optreden, d. w. z., hij moet de voorbidder
zijn, bij ontstentenis moet de moeder deze plaats
innemen, en dezen plicht vervullen.
De kinderen moeten Gode gewyd worden, ook
door bij het eten te leeren den Heere in alles
te kennen en te erkennendaarenboven moet,
naar een te prijzen gebruik, het gemeenschap
pelijk aanzitten aan den maaltijd verhoogd wor
den door het lezen van Gods Woord. Uit dat
door ons beleden beginsel, dat de vader priester
moet zijn in zijn huis, volgt, dat wanneer
anderen in dezen de roeping der ouders ver
vullen, z\j dat overeenkomstig de roeping der
ouders voor God moeten doen. Weet nu het
bedoelde lid van den gemeenteraad, dat dit bij
gelegenheid van de bedoelde Kindervoeding alzoo
geschiedt? Wordt er gebeden en gedankt in
den naam van onzen Héere Jezus Christus en,
naar 't gebruik, het Woord Gods gelezen Zoo
neen. Dan zijn ook reeds om deze reden de
kinderen, dië men naar Gods Woord wenscht
op te voeden, uitgesloten. Dus dan geeft men
nog meer apart en nog meer geld uit de alge-
meene kas - dan reeds het geval is - voor iets,
waarvan de Bijbelsche, d.i. de ware Christenen,
geen gebruik kunnen en mogen maken. Mag
femand, vooral een mede-belijder en mede-strijder,
dat doen?
Nog meer. Naar ons belijden moet de school
van de ouders uitgaan, en de ouders die dat
begrepen hebben, vereenigen zich en zorgen
daar dan ook voor. Zq kiezen, rechtstreeks
of door hunne besturen, de plaatsvervangers,
de onderwijzers, die zij de gewichtige taak
kunnen en willen toevertrouwen. Zij doen dat,
nog eens, omdat zij weten, dat zij zeiven het
werk niet kunnen verrichten.
Is dat bij de „Kindervoeding" ook zoo Kiezen
zij zei ven en geheel vrijwillig de door hun vol
komen vertrouwde personen, die voor hunne
kinderen den maaltijd aanrichten en daarbij
voorgaan
En zenden zij er vry willig hunne kinderen
heen, of door hongernood gedwongen, die ten
hunnen huize voorkomen of weggenomen moest
worden?
Deze Vragen hier te stellen is genoeg. Het
antwoord is bekend.
Verder. Doet men, door te gaan doen wat
in 't voornemen ligt, geen onrecht aan de ouders
en aan de kleinere en grootere kinderen des
huizes, wijl deze, in de bedoelde gevallen, gewis
toch ook gebrek hebben?
Waarom het eene getal wel, en het andere
niet geholpen? Of is eten alleen voor leeren
noodig Ach, dat averechts helpen, en dat meten
met twee maten moeien, in ieder geval, onze
achtbare heeren van defi Gemeenteraad niet doen.
Door deze averechtsche liefde krenken en ver
lagen zy de ouders, ondermijnen zij de liefde
die kinderen voor hunne ouders moeten hebben
want niet vader en moeder hebben voor hen
gezorgd een machtigen factor, die tot in den
ouderdom nawerkt maar vreemden deden dat.
't Is een eerste of tweede of derde stap
op den weg van de Sociaal-democratie. Het gaat
naar Sparta heen. Het is, onder meer, het gezag
der ouders ondermijnen.
Op dezen weg komt men tot den staat van
het socialisme, 't Is beter half gekeerd, dan
heel gedwaald. Littoqlt.
Ho« zit dit
De Zeeuw meldde onlangs dat te Serooskerke op
Walcheren een anti-revolutionaire gemeenteraad
isdoch dat 4 zijner leden vreemd gehandeld
hebben.
't Schoolgeld der Openb. school is er zóó on
gelooflijk laag, dat in 1901 van 65 leerlingen
'ontvangen werd... f189.—, d. i.nog geen
3 gulden door elkaar.
Door de 89 leerlingen der Chr. School werd
opgebracht f700. Dat is dus bijna 8 gulden per
Jeerling
Is de openbare school te S. feitelijk een armen
school Zijn daar alle ouders, die van de open
bare school gebruik maken, in staat van onver
mogen om een fatsoenlijk schoolgeld voorhün
kinderen te voldoen
Of meenen 4 onzer anti-revolutionaire broe
ders, dat ook gegoede ouders op de openb. school
hun kinderen ongeveer voor niemendal moeten
kunnen laten gaan
Wij wisten gaarne 't naadje van deze kous
Wagenaar.
Buitengewone Generale Synode.
Verschillende stemmen gaan er op die aan
dringen op een vervroegde, beter gezegd, eene
buitengewone Generale Synode.
Vervroegd, kon er bij door, als na twee jaren,
in plaats van drie, de Generale Synode werd
saamgeroepen. Dan toch zouden de gewone
werkzaamheden op die vergaderingen worden
verrichteen agendum zou worden opgemaakt
met de verschillende voorstellen der Provinciale
Synoden, met de rapporten der deputaten op de
voorgaande Algemeene Synode benoemd, enz.
enz.
Waar hier nu de vraag is naar eene Generale
Synode, is dat bedoeld uitsluitend met het oog
op de quaestie der opleiding; rapporten en
andere voorstellen kunnen zoo maar niet in der
haast gemaakt worden.
Alzoo eene buitengewone Generale Synode
willen sommigen, dat die uitgeschreven worde.
Ons dunkt dat de meerderheid der kerken
daarvoor niet zal zijn te vinden.
Welk is echter het doel, het nut dat men
zich daarvan voorstelt?
Is het om de 15 broederen, die de minder
heid uitmaakten te Arnhem, onderstel dat zij
herkozen werden, de gelegenheid te geven terug
te komen op hun verzet Daar zij nu inzien,
of te ver te zijn gegaan, of te onverzettelijk te
zyn geweest 'in het handhaven van hunne
meening
Dat hadden die Broederen maar eerder moeten
bedenken. V
De gelegenheid tot spreken, tot nadenken,
tot onderling confereeren, tot het wegen der
aangevoerde argumenten, is hen overvloedig
geschonken, gelijk als aan allen.
De Synode heeft allesbehalve vlug gewerkt,
zoodat niemand kan zeggen dat er lichtbeelden
zijn vertoond, zóó gekomen, zóó gegaan
Wij oordeelden dat de minderheid wist wat
zij deed, en ook heeft te aanvaarden de gevol
gen van dien stap.
Nu dient de zaak dan ook te blijven rusten.
Nu moet dan ook uitgevoerd datgene wat de
Synode besloot.
Hoe moet het dan nu met de Theologische
school Wel, daar zijn Curatoren voor die school
benoemd, en die hebben de zorg, en de opdracht,
en de bevoegdheid tot handelen binnen de
perken en de grenzen in den particulieren en
algemeenen lastbrief vermeld.
Daaraan is nu niets anders te doen.
Ons schijnt het zelfs minder passend nu,
buitengewoon, in Synode saam te komen om
over de opleiding een beslissing te nemen.
De volle portee van het Arnhemsche besluit
is nog niet tot allen doorgedrongen, gelijk ook
nog niet eens de acta zijn verschenen die de
letterlijke bewoordingen ons moeten geven.
Natuuriyk, zijn de acta er nog niet. Daar is te
veel arbeid aan verbonden dan dat die nu
reeds in druk zouden kunnen zijn.
De Kerken weten dus feitelijk nog niet precies
waarop het staat; en zouden dan diezelfde
kerken nu geroepen worden om de Generale
Synode te gaan saamstellen over eene zaak,
die nog niet ten volle bekend is?
Vervolgens, en dit vloeit ook uit het voor
gaande voort, er is nog niet de tijd geweest om
eens rustig na te denken over hetgeen te Arn
hem is geschied. De rechte, kalme, duidelijke
blik wordt nog veelal gemist. De boezems hijgen
nog, en de handen trillen nog na, van de in
spanning, die men zich getroost heeft. Eerst
moet er wat rust worden genoten, voordat men
zich opnieuw weer zal aangorden. De indrukken
moeten nog wat bezinken, zullen zy niet troe
bel zijn.
De benoeming en het aanvaarden der be
noeming door de professoren Bavinck en Biester-
veld heeft nog al wat stof opgejaagd, en ont
roering verwekt. Ook daarover moet de rust
weer wat hersteld zijn, zal men met vrucht in
Synode kunnen bijeenkomen.
Welke voorstellen zal men ter buitengewone
Synode behandelen zijn er die of moeten de
kerkeraden, classes, Provinciale Synode die op
eigen gelegenheid gaan opmaken Zal dat niet
eene jammerlijke verwarring geven?
Zal het voorstel Bos, het voorstel Bavinck-
Rutgers, het Concept-contract, het oude vporstel
Bavinck, alle reeds afgestemd, afgekeurd, van de
baan geschovenweer opnieuw worden opgevat
en ingediend
Vergete niemand, dat de kerken alsdan komen
te staan, tegenover al zulke voorstellen, als
tegenover geheel nieuwe met algeheele vrijheid
om daarmede te handelen naar welgevallen
door niets gebondenin niets verplicht het
vroeger ingenomen standpunt te aanvaarden
of te handhaven.
De tegenstanders van vroeger kunnen nu
worden voorstanders en omgekeerdgelijk het
met ons, b.v. ten opzichte van het concept
contract wel zou kunnen zijn.
Of moet de buitengewone Synode uitsluitend
dienen om een terugweg te openen voor de
minderheid? Moet die buitengewone Synode
hun Canossa zyn? Niet gaarne zouden wij
daartoe medewerken. De eere der Broederen
verbiedt dat wel eenigszins.
Maar wat dan als men inziet op eene ver
keerde lijn te zijn gekomen, moet men dan
niet terugstoomen om weer op de goede lijn
te komen? Moeten de middelen dan niet aan
gegrepen worden om te geraken tot het ge-
wenschte doel
Zeer zeker, maar dan moet het blijken dat
en doel en middelen en punt van uitgang in
derdaad goed zijn en dat kunnen wij in dezen
nog niet inzien of toestemmen.
Maar is de toestand die er nu is, dan goed
Och, laat de dingen maar eens voortwerken
wie weet hoe alles nog medevalt. Er is op het
oogenblik nog geen peil te trekken. Niemand
weet of het eb of vloed is. Wij staan voor eene
kentering der getijden. Afwachten, stil verbei
den, totdat met klaarheid gezien wordt, wat
de Heere wil.
Niet met „Schadenfreude" in het hart, leed
vermaak over de onaangenaamheid die er is;
niet om, wien ook, op kwajongensmanier, als
de ruit kapot is, als na te roependat is jouw
schuld Maar toch om te zeggen, ieder moet
zijne eigene verantwoordelykheid dragen, zon
der dat daarom of daardoor de broederliefde
wordt gebluscht.
Door spoed en haast maken, wat allicht in
overijling kan overslaan, kan veel bedorven
wordendoor bedaarde bedachtzaamheid kan
nog veel worden gewonnen.
Allereerst verkoeling der hitte, ontstaan door
de benoeming der professoren Bavinck en
Biesterveld aan de Vrije Universiteitwelke
benoeming zij aannamen en die natuurlijk niet
weer dadelijk te niet doen.
Vervolgens, dieper indenken in de Casusposi
tie, in den tegenwoordigen stand der quaestie.
Ten slotte eene redelijke en gewenschte op
lossing van het verschil, zonder dat iemand in
zijne meening of opvatting geweld zou worden
aangedaan.
En al is het niet het voornaamste, zulk eene
buitengewone Generale Synode kost een hoop
o-eld. Overgenomen Geld. Kb.
De gelijkenis van br. Elsliout.
'kHad nog beloofd om de gelijkenis over te
vertellen, waarop de oude broeder Elshout de
Synode van Arnhem vergastte.
„Daar waren eens twee aardappelvelden. Ze
grensden. Slechts een sloot was tusschenbeiden.
Op het eene wrocht een weduwe met hare kin
deren, op het andere een weduwnaar met zijn
kroost. En beide arbeidden ze met ijver en op
gewektheid.
Buurtschap gaf kennis. Kennis vriendschap.
Vriendschap genegenheid. Onze weduwnaar
sprak eerst vriendelijk over de sloot. Toen kwam
hij over de sloot. Om kort te gaan, de beide
oudjes trouwden en vormden met hun kinderen
één arbeidzaam gezin.
't Ging goed. Doch de kinderen van den man
en van de vrouw bleven ieder arbeiden op het
eigen aardappelveld. In vriendschap, zeker. Er
kwam een plank over de sloot. Doch de twee
ërlei arbeid bleef. En ach! als men's middags
aardappels at van vaders akker, dan vonden
moeders kinderen die maar zoo zooen gebeurde
't dat moeders potaten op tafel kwamen, dan
trokken vaders voorkinderen den neus er voor
op, hoe ook moeders kroost er op pochte. En