Dr. Scheurer rapporteert namens de commissie
van praeadvies in zake de zending over Midden-
Java ten Zuidenwelke arbeid daar onder
leiding van de kerk van Utrecht is verricht
geworden.
Achtereenvolgens doet hij mededeelingen
omtrent terrein, arbeiders, arbeid enz., die over
het geheel tot tevredenheid en dank stemmen.
O. a. komt daarbij uit, dat ds. Adriaanse, mis-
sion-predikant te Poerworedjo thans om onge
steldheid in het land is, en na een zeer inspan-
nenden arbeid van enkele jaren hier tot herstel
hoopt te komen en dat nu ds. Zwaan te Djokja
en br. Zuidema te Poerworedjo zooveel mogelijk
diens arbeid waarnemen.
Ook bljjkt nog, dat er goede verwachting is,
dat het eerlang komen zal tot samenwerking
tusschen Utrecht's kerk in de stad en de kerken
in de provinciën Utrecht en Gelderland.
De toestand van de financiën is niet ongunstig,
ofschoon steun aan Utrecht vooreerst misschien
nog wel noodig zal zijn. Het rapport eindigt
met conclusies, o. a. deze:
lo. de handelingen van de 10 deputaten met
betrekking tot de kerk van Utrecht en de
Utrechtsche classe sinds 1899 goed te keuren.
2o. de rekening en verantwoording van de
kerk van Utrecht sinds 1899 eveneens goed te
keuren, terwijl eindelijk nog enkele voorstellen
voor de toekomst werden gedaan.
Bij de bespreking van het rapport werd nog
al uitvoerig gesproken over de belydenis van
de geinstitueerde Javaansche kerken te Selong
en Temonde Ned. Geloofsbelijdenis wordt
daartoe beter geacht dan de 12 artikelen: of
schoon de vorm van confessie op Java met
het oog op het Oostersch bewustzyn en de
dwalingen aldaar op den duur wel wat anders
zal moeten zijn dan hier.
Ook wordt opgemerkt, dat men voorzichtig
zij met het institueeren van kerken op Java
men wachte vooral totdat er broeders zijn, die
voor de kerkelijke diensten eenige gaven hebben
ontvangende „daarvoor noodige kracht moet
aanwezig zijn".
De brs. dr. Scheurer, prof. Rutgers, dr. v.
Goor, prof. Lindeboom, ds. Adriaanse, ds. Fern-
hout en ds. Breukelaar voeren hierover het
woord.
De Synode vereenigde zich aan het einde van
de bespreking, met de beide genoemde conclu
sies, en neemt ook de voorstellen aan van de
praeadviseerende commissie, betrekking heb
bende op de verhouding van de kerken, tot de
kerk van Utrecht in zake financ. steun, die nog
noodig mocht zijn. Daarby wordt ook nog
vastgesteld, dat Utrecht van 1 Oct. 1902 af het
door haar gekozen zendingsterrein al of niet
in samenwerking met andere kerken, geheel
en al voor eigen rekening verzorge.
En eindelijk wordt bepaald dat de deputaten
der Generale Synode voor de zending de vol
gende synode diene van advies over de insti-
tueering van Jav. kerken en al wat daarmee
samenhangt, aan te nemen Confessie, naam
enz., terwijl dan ook, niet dan bij wyze van
uitzondering, tot vóór de volgende Synode tot
institueeren van kerken op Java worden over
gegaan.
Ds. "Van Lummel rapporteert nog namens
commissie van prae advies over een tweetal
bezwaarschriften. De voorgedragen conclusiën
der commissie worden door de Synode aange
nomen, en zullen aan de bezwaarden en aan
de betrokken kerkelijke vergaderingen worden
ter kennis gebracht. Daarna treedt de pauze in.
Dinsdag 19 Aug., des namiddags.
Tiende zitting.
De praeses laat zingen Ps. 100: 1—2.
Alsnu heet de praeses welkom de afgevaar
digden der buitenlandsche kerken, en geeft
allereerst het woord aan ds. J. Noordewier,
van de Chr. Geref. kerk in N. Amerika.
ZËw. brengt de zustergroeten over zijner
Kerk. Deze is opgekomen meest uft die kerken
in Nederland, wier formatie wortelt in de actie
,van 1834. De beweging van 1886 en vv. zag
men in Amerika met dank aan den Heere
evenzoo de vereeniging der kerken in 1892
en met leedwezen zag men, dat niet allen in
Nederland met die vereeniging meegingen.
De Chr. Geref. Kerk in N.-Amerika telt nu
reeds ruim 55000 zielen. Zij groeide dusverre
voorspoedig uit. Zy arbeidt ook in de Zending,
nu reeds met drie leeraren. Zij heeft voorts
een Theol. School te Grand Rapids en tracht
die steeds meer te volmaken. De School heeft
4 docenten voor de theologische vakken. De
leercursus duurt, alles te zamen, acht jaren.
Spreker eindigt met de uiting van hartelijke
wenschen en gebeden.
Vervolgens spreekt Ds. Henry Beets, ook pred.
n Noord-Amerika.
een schrijven van
ieuw, waarin deze
er het feit, dat de
ïad overgeplant in
zij klein in begin,
Amerika, die eerst
root doel. Zij acht
eere der Geref. be
uden, en dat niet
ienis, maar ook in
hieraan vooral be-
odisme en evolutio-
e Chr. Geref. Kerk
i, die Amerika over-
bij eene Chr.
ZEerw. brengt ii
Ds. Michaëlis u
zijne vreugde i
Heere de Gerei
de Nieuwe We
toch een groot
De Chr. Gen
klein was, hee
het hare eerste
lijdenis aldaar
enkel uit liefde
de overtuiging,
hoefte heeft teg
nisme. Voorts
tegen de vele g
stroomen en in beslag nemen. Verschillende
van deze orden werden door spreker genoemd
en in hun karakteristieke benamingen getee-
kend.; bv. de orde van de vrouwelijke Makkabeen.
Ook wil de Chr. Geref. kerk den Amerikanen
oog en hart zoeken te geven voor een leven
uit vaste beginselen - een leven, dat in Amerika
weinig wordt gekend. Mede wil zij bevorderen
de oud-Hollandsche degelijkheid onder het volk
van Amerika, tegenover veel oppervlakkigheid.
Nog wil zij voortplanten de gedachte dat het
christenvolk een roeping heeft ook op staat
kundig gebied opdat 'het christelijk leven door-
werke op alle terrein.
Er 'is echter ook een keerzijde. Tegenover
echt-Hollandsche verkleefdheid aan theoreti-
seeren en delibereeren wil spreker aanprijzen
het Amerikaansche doen tegenover de Holl.
langzaamheid de Amerikaansche activiteit en
voortvarendheid; tegenover het Oud-Holland-
sche liefhebberen in allerlei preciese formulee
ring het echt Amerikaansche handelen en
eindelijk ook aanprijzen Amerikaansche activi
teit in de zending.
Spreker zou wenschen een saamkomen en
saam werken van alle Geref. Kerken der wereld,
om met gelijken rechte te beraadslagen en te
besluiten aangaande kerkelijke en maatschappe
lijke belangen die allen gemeenschappelijk zijn.
Hij eindigt met de vraag om de blijvende
sympathie der Nederlandsche voor de Ameri
kaansche kerken.
De Praeses geeft vervolgens het woord aan
Ds. L. Stroeven, van de Geref. kerk in de
Graafschap Bentheim en Oost-Friesland.
Spreker vangt aan met de belijdenis in her
innering te brengen van de eenheid der Chr.
kerk onder volkenf-sn met name van de eenheid
der kerken in Oost-Friesland met de kerken in
Nederland, worstelend in een lang verleden.
Eén is het leven dezer kerken met die in
Nederland ook in deze eeuw. Tusschen beider
weg van reformatie is wel verschil. Ging in
Nederland de actie meer uit van dienaren des
Woords, in Oost-Friesland en Bentheim ging zij
meer uit van de leden. Spreker geeft een kort
overzicht van de geschiedenis, die in deze refor
matie werd doorleefd een overzicht, waarin
onderscheidene bij ons bekende en geliefde
namen werden vermeld: met grooten nadruk
werd ds. J. Bavinck genoemd.
In de opleiding van dienaren des Woords
werd het volmaakte nog niet bereikt, en over
den weg waarin meerdere volmaking moet
worden gezocht, is ook in de Graafschap het
laatste woord nog niet gesprokentoch wilde
men de opleiding verbeteren.
Spreker doet voorts nog enkele mededeelingen
uit het heden. Van groote dingen kan hij niet
gewagen. Doch gelukkig evenmin ten kwade
als ten goede.
Met haïtelyken dank voor het verleende woord
en met aanbeveling van de kerken, namens
welke hy spreekt, hopende dat de Synode ook
broeders naar hen af vaardige, eindigt hij zijne
toespraak.
Alsnu krijgt pastor H. Roeter van Breslau,
mede namens de Evangelische Christelijke kerk
van Görlitz, in Silezie, het woord.
Hij spreekt de vergadering in het Duitsch toe.
Het doet hem groot genoegen dat hy niet
voor het eerst hier in Nederland isook vroeger
was hij hier eens geweest, namel. in Zwolle.
Omgekeerd wor erinnerd hoe dr.
C. v. Gelderen, n Sc'aoonebeek in
Drenthe, meer dai em was geweest
en in Breslau had
Hij geeft voorti ficht van de ge
schiedenis der ker s welke hij hier
is. Er zjjn thans i en één statiou.
Veel had hy ge< a eigen kerkelijk
gebouw te krijge irk (een Mark is
60 cent) was d eigen gemeente
3aamgebrachthe 3 had hy op eene
collecte-reis in Set mverzameld. Het
was het oprecht at het kerkelijke
leven zich mocht Hun voornemen
was het, by de Waarheid te blyven door Gods
genade „steeds doorgaan" moest de leuze zijn.
Wij kunnen immers „niets beters doen dan
den Heere te gehoorzamen". Terwijl de warme
toespraak besloten wordt met de hartelijkste
wenschen voor de kerken in Nederland.
Van de aangeboden gelegenheid om den spre
kers uit het buitenland een vraag te doen,
wordt allereerst gebruik gemaakt door Ouderl.
Kamstra. Hij vraagt eigenlijk niets, doch merkt
op, waar ons was voorgehouden, dat wij nog
meer zouden kunnen doen, dat Amerika het
land van de dollar, hier het land van de gulden is.
Ds. Westerhuis vraagt of er ook kerkelyk
verband bestaat tusschen de Kerken in Oost-
Friesland en Bentheim en die in Silezië. Geant
woord wordt, dat er wel confessioneele verwant
schap bestaat; indertijd werd een candidaat
uit Kampen te Görlitz beroepenformeel ge
regeld verband is er echter niet.
Op verzoek van den Praeses spreekt Ds.van
Schelven, een der Deputaten voor de corres
pondentie met de buitenlandsche kerken een
woord ter beantwoording der verschillende
sprekers.
De beteekenis der correspondentie met de
buitenlandsche kerken ligt zegt spreker
niet maar in een ure als deze, maar veelmeer
in het hier-zijn der buitenl. broeders, om uit
drukking te geven aan de eenheid van Christus'
kerk over de gansche wereld. Daarbij komt
een verwantschap met de broederen in Amerika
ook in het bloed. Zy willen ons ook in Amerika
zien, maar zij worden naar Holland getrokken
met dubbelen drang.
Spreker reflecteert voorts op onderscheidene
teekeningen, door de buitenlandsche broederen
gegeven van gunstige en min-gunstige trekken
van het Hollandsche karakter. De strijd elders
en hier is wel verschillend, maar toch in den
grond dezelfde, ook hier al meer een worsteling
tegen de evolutieleer. Spreker maant aan tot
voortzetting van den strijd en mag ook de
broederen bemoedigen met de ervaringen, op
eigen vaderlandschen bodem opgedaan. Neen,
de strijd voor de Geref. beginselen is niet te
vergeefs! „A tout prix voorwaarts," heeft een
der sprekers gezegd. Spreker wil dat woord
herhalen en allen, van hier en van elders,
toeroepen a tout prix voorwaartsWij hebben
het bevel van onzen koning, en zijns is de
zake, waarvoor wij ons aangorden. Bewaar
Uwe eigenaardige nationaliteit, maar bovenal
Uwe eer als kerken van onzen Heere Jezus
Christus.
De Praeses betuigt aan Ds. van Schelven
den dank der Synode voor zyn woord en sluit
heel deze handeling met dankbetuigingen aan
allen.
De Praeses stelt nu weder de zaken der
zending aan de orde en wel met name het
rapport in zake de reorganisatie der Keuche-
niusschool te Poerworedjo, bij monde van Ds.
W. Breukelaar. Op het concept voor deze reor
ganisatie, door de deputaten tot de zending
aangeboden, worden door de commissie van
praeadvies enkele wyzigingenvoorge steld, waar
van mededeeling wordt gedaan.
De Praeses brengt het rapport in discussie.
Het wordt met de voorgestelde wijzigingen
aangenomen.
Prof. Biesterveld rapporteert namens de com
missie van prae-advies over Soemba en de
deelname van dit arbeidsveld door de prov.
Groningen, Drenthe en Overysel. Ook dit rap
port wordt zonder discussie aangenomen en de
broeders ds. H. Dijkstra, ds. T. Bos en ds. A.
M. Donner als deputaten voor Soemba namens
de Synode van 1899 worden gedechargeerd.
Dr. van Goor rapporteert daarna over een
bezwaarschrift van br. B. in zake den doop
van een kind.
De conclusie van het rapport is, de censuur
op te heffen, den doop van het kind te doen
plaats hebben en 3 deputaten aan te wijzen,
om met den Kerkeraad te spreken. De con
clusie wordt aangenomen
Prof. Biesterveld, ds. J. van Andel, en br.
J. van Golverdingen worden tot deputaten be
noemd.
Ds. van Lummel rapporteert eveneens over
een bezwaarschrift van br. U. te R. Ook de
conclusie van dit rapport wordt aangenomen.
Evenzoo eene conclusie van een rapport, door
br. Vermeulen uitgebracht, om bij de meubi
leering enz., voor de Generale Synode de noo
dige zuinigheid en soberheid te betrachten. Men
zal zuinig en sober zyn.
Over wyziging in den omslag over de pro
vinciën, waarin wyziging werd gewenscht en
waarover ds. Vermeulen ook rapporteert, zal
later worden beslist.