Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. lie Jaargang. VRIJDAG 2 MEI 1902. No. 18. y/EEKBLAD GEWIJD AAN DE |">ELANGEN DER JjEREFORMEERDE KeRKEN IN ^EELAND, OORD-BRABANT EN J-/IMBURG. ONDER REDACTIE VAN Ds. J. HULSEBOS, l)s. A. LITTOOIJ, Dr. L. H. WAOENAAB. Abonnement per 8 maanden f 0.85. Afzon deriyke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 eent, iedere regel meer 10 cent. U i t g e We r K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by' den Uitgever in te zenden. Corda sursum! „De harten omhoog"Zoo weerklonk in de eerste Christentyden de opwek king tot hen, die zich gingen scharen aan den Disch des Heeren. En het antwoord hierop luid de Habemus ad Dominum„wy hebben (het hart) bij den Heere." Vinden wij hiervan wel licht nog eenen weerklank in de vermaning van ons Avondmaal formulier. Laat ons) onze harten opwaarts in den hemel verheffenwaar Jezus Christus is, onze Voorspraak ter rechter hand zijns hemelschen Vaders, waarheen ons ook de Artikelen van ons Christelijk geloof wijzen Corda sursumDe harten omhoogDie op wekking past by het Avondmaal, zy past ook byzonder bij de herdenking van Christus Hemel vaart. Als Overwinnaar voer Hij ten hemel, om de plaats der hoogste eere daar aan 's Vaders rechterhand in te nemen. De wereld ziet of kent die heerlijkheid niet van ons Hoofd Christus. Die heerlijkheid wordt gezien en gekend door het geloof. De wereld zal haar zien, als Hij wederkomt om teoor- deelen. Maar, als nu de jubeltoon der Gemeente we derom met nieuwe kracht mag weerklinken: „Gij voert ten hemel op vol eer, de Kerker werd uw buit, o HeerGij zaagt uw strijd bekronen dan is dit weder eene bijzondere opwekking van 's Heeren zyde, om de oogen eens van al de zorgen en verdrieteiykheden af te wenden en de harten hemelwaarts te heffen. Ik hef mijne oogen op naar de bergen, vanwaar mijne hulpe komen zal. Bedroefden van wege uwe zonden en uwen verloren staat! Uw Verlosser is daarboven, uw voorspraak by den Vader. Moegestreden kind Gods, moegestreden door velerlei aanvechting des geloofsSla het oog naar boven Eenmaal zyt gij door dien Heere Jezus Overwinnaar met Hem Gy, die gewaakt en geleden en geworsteld hebt aan 't ziekbed van geliefden! Sla het betraande oog en het droevig gelaat omhoog! Is uw doode by den Heere Owat troost, een oogenblik in gedach ten te toeven te midden van dien hemel en zijnen Zaligen vrede. Droog uwe tranen, wasch uw aangezicht en zalf uw hoofdUw Heiland is daarboven Ook u wordt daar plaatse bereid. En God zal alle tranen van de oogen afwisschen. Hemelvaartsdag! Dag van triomf en blijd schap. Van uit den hemel komt de hulpe, de troost, de heerlijkheid. Niet van de aarde, onze verwachting moet alleen zyn van den hemel, vanwaar de Heere ook de hemelsche gaven door den Heiligen Geest uitgiet in de harten zijns volks. De Apostel zegt: „Wij verwachten van daar den Zaligmaker, namelijk den Heere Jezus Chris tus. Hy komt de zijnen van daar te hulp. Hy troost hunne zielen. Hy sterkt hen in den gees telijken strijd. Hy geeft hun krachten om het vleesch te dooden, het kruis te dragen, Hem te belijden, zich zeiven te verloochenen en over te geven tot zynen dienstHy sterkt in het lijden, vertroost in het sterven, en komt eenmaal, om volkomen heerlijkheid te geven. Hij zal ook ons vernederd lichaam veranderen, opdat het gelijk- vorming worde aan zyn heerlijk lichaam. Daar toe is Hij de Almachtige en de Getrouwe. Zijne liefde tot het verlorene, tot zijne ver losten is zoo sterk, dat zy niet rust, eer dat zij met Hem zijn en in zyne heerlijkheid dee- len en een verheerlijkt lichaam hebben, aan het zijne gelijkvormig. Van nature hebben wij dezen band aan den hemel niet. Het is alleen het geloof, gewerkt door den Heiligen Geest, lat ons Christus en al zijne weldaden deelachtig maakt, door weder geboorte worden wij Hem ingeplant. En dat blijkt dan ook uit den wandel. Hoewel daar nog dagelyks strijd en struikeling is, de wandel is een nieuwe wandel, uit de kracht van Christus, door het geloof, in den dienst Gods. De apostel noemt hier dien wandel een wandelin den hemel. Hij heeft zoo even den wandel geteekend van den on vernieuwde, vy hem, die Christus met den mond en niet ihèt net nart beiydt. Zy bedenken aardsche dingen. Zij zijn vijanden des kruises van Christus. Maar die den Heere Jezus verwachten tot zaligheid, hun wandel is in den hemel. De hemel is hun uitzicht, hun bedenken, de hemel heeft hun verlangen, hun liefde, en naar de bevelen van Christus, die in den hemel is, wandelen zij, zijn leven is hun leven. Neende hemel is niet verre, van wie in Christus Jezus zijn IN MEMORIAM, Zij, die met den ondergeteekende Ds. Keule- mans gekend, en als hy met dezen nu ont slapen broeder vertrouwelijk hebben omgegaan, zullen gewis het getuigenis onderschrijven, dat zijn dood geen betaling voor de zonde, maar een afsterven der zonde en een doorgang in het eeuwige leven is geweest. „Hij was" zooals Jezus van Johannes den Dooper zegt „een brandende en lichtende kaars." Dat was de overledene, gelijk onze rand- teekenaren verklaren „In leer en leven". „Hij wandelde met God." „Ik leef" zeide hij en kon hij zeggen „doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij, en wat ik nu in het vleesch leef, leef ik, door het geloof des Zoons Gods, die my lief heeft gehad, en zich voor mij heeft overgegeven." „Door de genade Gods ben ik, dat ik bena, zie, dat was hoe lan ger hoe meer de overtuiging zyns harten." Met het oog op ziel en lichaam en op zijn veel jarigen en gezegenden arbeid was er reden, die overtuiging in zijn binnenste om te dragen. In de jeugd toch heeft de Heere hem getrok ken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. En de genade hem daarin bewezen, komt voor ons te meer uit, als wy weten en bedenken, dat de vader van onzen overleden broeder Roomsch was. Zijne moeder, die tot de Herv. Kerk behoorde, deed hem in zijne jeugd bij Ds. Doedes te Rotterdam, (de plaats der geboorte van den overledene) later professor te Utrecht ter catechisatie gaan. Maar over de leer der erfzonde en der verkiezing, dacht de overledene anders dan zyn leermeester, en daarom zond deze, toen hij niet toegeven wilde, hem wegen wilde ook de gevierde prediker, Ds. v. Oosterzee, kennis gekregen hebbende van het verschil, hem niet onder zyne catechisanten opnemen. Dientengevolge en omdat het leven der ge boorte uit God zich krachtiger openbaarde en mitsdien meer tot zyn bewustzyn doordrong, zocht hij andere kringen, de kringen der een voudige vromen op, en kwam hy ook in aan raking met Ds. van den Oever. Daarenboven nam de begeerte, den Heere in het Evangelie te dienen dermate de over hand dat zy openbaar werd en ook pogingen in het werk werden gesteld, teneinde ze ver- wezeniykt te zien. Vanwege het groote gebrek in de Van den Oever's kringen en gemeenten, aan mannen, om het evangelie te verkondigen, werd deze vlugge, vurige jongeling na slechts maanden eenige studie te hebben genoten, als herder en leeraar beroepen door de gemeente onder het Kruis te Woerden. Hy werd niet alleen beroepen op 20-jarigen leeftijd tot den dienst des Woords, maar daarin ook bevestigd. Na deze gemeente 3 jaren te hebben gediend, ontving onze broeder de roeping der gemeente te Zwartsluis, die hij opvolgde. Ruim één jaar daarna riep hem de gemeente onder het kruis te Middelburg. Doch eerst toen hy ten tweedemale hier beroepen was, nam hij de roeping aan. Te dezer plaatse arbeidde de overledene 28 jaren, en wel, van het jaar 1861 tot 1889. In het jaar 1869 leerden wij elkander meer in het bijzonder kennen. In dat jaar toch vereenigden de Kerken onder het Kruis en die der Chris telijke Afgescheidene, waarbij schrijver dezes mocht behooren. Behoorde Ds. Keulemans tot de afgevaardigden der eerstgenoemde, de onder geteekende behoorde tot de afgevaardigden van de laatstgenoemde; had hij de dagen der on derhandeling gedurig bij zich de afgevaardigden der Kruiskerken, ten huize van schrijver dezes logeerden er zes van de afgevaardigden der der Christelijke Afgescheidene Kerken; en de Kerken der Christelijke Afgescheidenen waren in Synode vergaderd in de Gasthuiskerk alhier voor het eerst, maar telkens en op onvergete lijk aangename wijze maakten wij toen kennis met elkander. Ds. Keulemans was (zoowel als in 1892) een welgemeend voorstander van de vereeniging der Kerken. Van dien tijd, dus 20 jaren, hebben wij, door Gods genade, in liefde en vrede, el kanders lasten dragende, met elkander geleefd en gemeenschappelyk gearbeid. Met het oog op de zwakte zijns lichaams, verbaasde de overvloed van zijn arbeid gedurig er een iegelijk. Zyn geest was veel sterker dan zijn lichaam. Zijn wil zóó sterk, dat hy een man als een reus vaak dacht te kunnen ver slaan. In zwakheid kracht te verkrijgen heeft onze geliefde broeder tot het einde zijns levens meer en meer, met het oog op ziel en lichaam mogen leeren van den Heere zijnen God. Het was een vergoeding toen Z.Eerw. in 1889 uit Middelburg naar Zierikzee vertrok, dat hy Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 38 22. Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als aan het gehoorzamen van de stem desHee- ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22 (HEMELVAART.) Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker ver wachten, namelijkden Heere Jezus Christus. Filipp. 3 20. Hulsebös.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1902 | | pagina 1