Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
tie Jaargang.
VRIJDAG 21 MAART 1902.
No. 12.
^VeEKBLAD GEWIJD AAN DE JBeLANGEN DER pEREFORMEERDE ^VERKEN
IN ^EELAND, jNToORD-j^RABANT EN J^I
Ds.
I OORD-jJRABANT EN LIMBURG.
ONDER REr ACTIE TAN
J. HULSEBOS, Ds. A. LITT00IJ,
Dr. L. H. WAGENAAR.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke bos.
S cent. Advertentim van 1-5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
De Goede Herder stelt zijn leven voor de
schapen, voor de schapen, die toei\ tot zijne
kudde behoorden, maar ook voor die schapen,
die Hij in later tijden uit verschillende oorden
zoude samenbrengen, het is al ééne kudde onder
dien éénigen Herder.
Hij stelt zijn leven. Dit is naar des Vaders
welbehagen. Daarom, zegt de Heere, heeft mij
de Vader lief, overmits ik mijn leven afleg, op
dat ik het wederom neme. En de Heere legt
er nadruk op, dat zijn sterven is eene vrij
machtige daad van den Zone Gods, als het
heetNiemand neemt het van mij, maar ik leg
het van mijzelven af. Ik héb macht het af te
leggen, en heb macht hel. wederom ie némen.
Doch het geschiedt in gehoorzaamheid aan
den Vader. Dit gebod héb ik van mijnen Vader
ontvangen. J)
Volgens Lukas heeft de Heere op deze woor
den „Het is volbracht" nog de bede laten
volgen Vader, in Uwe handen beveel ik Mijnen
geest. In deze laatste woorden spreekt meer
de behoefte der menschelijke natuur, de laatste
beschikking ten opzichte van haar bij het in
treden van de vallei des doods. Het Kruiswoord
Het is volbracht is het Koninklijk woord van
den Overwinnaar, van den Zone Gods, die ge
leden hebbende aan Zyne menschelijke natuur,
nu aan het kruis den triomfkreet doet hooren.
Hij heeft macht Zijn leven af te leggen en
heeft macht hetzelve wederom te nemen. En
nog is de vernedering niet ten einde en draagt
Hij den vloek in het graf, totdat de derde dag
rijst aan de kimmen, maar de weg des lijdens
is toch ten einde toe bewandeldgedaan is
alles, wat te dóen was, om de zonden des volks
te verzoenen, geleden is alles, wat geleden
moest worden in gehoorzaamheid aan den Vader.
Niet alleen op 's Heeren almacht, om den
tijd zyns stervens aan te wijzen en zijn leven
af te leggen wijst ons dit kruiswoord, maar
ook op de beteekenis en vrucht van zijn werk,
zijn komst, den arbeid zijner ziele. Het lyden
des Heeren is eene van te voren Hem opge
legde en door Hem aanvaarde taak. En deze
heeft Hij volkomen verricht. Er blijft niets over
te doen. Het werk des Heeren tot verlossing
zijns volks is niet een werk, dat door den dood
is afgebroken, neen, toen dat werk volbracht
was, legde Hij zijn leven af.
Daarom draagt ook die arbeid des Heeren
zijne rijpe en ryke vruchten. Allen, die Hem
door een oprecht geloof worden ingeplant en
zijne weldaden aannemen, zij ontvangen de
volkomen verlossing, de verzoening met God,
de vergeving hunner zonden, de vrijmaking
van het juk der zonde en het eeuwige leven.
Zoo is dan dit kruiswoord tot ryken troost bij
het gezicht op zonde en schuld. Bij het erva
ren van de zwakheid onzes gelools, bij de aan
vallen van den vorst der duisternis en by het
bezwyken van vleesch en hart. En ohoe
moedigt het aan, om te volharden op den weg
van leed en kruisdragen, van droefheid en
rouw, waarin de Heere zoo vaak zijne kinderen
wil oefenen.
De overste Voorganger enVoleinder der geloofs
heeft den strijd volstreden, Hij heeft het kruis
gedragen en de schande veracht en is nu ge
zeten aan de rechterhand der heerlijkheid Gods.
Zoo wordt door dit woord al Gods volk aan
gemoedigd, om te strijden den goeden strjjd des
geloofs, en te jagen naar het eeuwige leven.
In hunnen Heere en Heiland en door zijn kracht
zyn zij reeds meer dan overwinnaars.
En wat zal ons scheiden van de liefde Gods,
welke daar is in Christus Jezus, onzen Heere
Maar in dat kruiswoordHet is volbracht
ligt ook opgesloten, dat de zonde zich in al hare
verschrikkelijkheid heeft geopenbaard. Hoe komt
des menschen verdoemelijkheid en zijne on
macht ten goede uit bij het kruis van Cnristus
Wij moeten hier den toorniGods over de zonden
billijken. En onmachtig de wet, cs*-ts "ver
lossen, want daartoe is zij krachteloos door
de zonde. Doch de verlossing voor zulk een
zondaar is nu in Christus Jezus Ja, Hij is te
zijner tijd voor de goddeloozen gestorven.
Maar, zoo blijft er dan ook geen slachtoffer
meer over voor de zonden. Het is volbracht.
Wie Hem verwerpt, wié het bloed des nieuwen
testaments vertreedt, hoe zou er nog in dien
staat hope voor hem kunnen zijn. Zoo zijn zij
dan wel diep te beklagen, die van het ware
Christendom vervallen, de wijsheid dezer eeuw
volgen. En voor alle dingen hebben de kinde
ren van dit geslacht noodig, om te worden
teruggebracht tot het eenig Evangelie.
Het is volbracht. Hoe zullen zij ontvlieden, die
op zoo groote zaligheid geen acht geven
Zooals de lezers zich herinneren zullen, nam
ik in ons nummer van 28 Februari 11. een
stukje uit Ds. Wisse's blad, De Wekker, over,
en maakte daarop de noodige aanteekeningen
daarenboven zond en verzocht ik ZEw. nu ook
mijne verantwoording in zijn blad op te nemen.
In de welwillendheid daartoe, door mij veron
dersteld, heb ik mij evenwel vergist. ZEw.
doet het niet. Mijn stuk is daarvoor te groot,
zegt hij. Doch een stuk van zijne hand, even
groot als mijne verantwoording was, wordt er in
zijn nummer van 14 Maart wel aan gewijd.
Blijkbaar wil ZEerw. mijne opmerkingen en
wederlegging niet onder de oogen zijner lezers
brengen. Is dat, na iemand te hebben aange
vallen, nobel of verraadt het zwakheid
ZEerw. schrijft, beschuldigt, luidt de alarm
klok en wederlegt op zijne wjjze, maar brengt
hetgeen zijne voormalige broederen zeggen niet
onder de oogen z|jner lezers. Van eenen kant
worden zij dus slechts ingelicht. Van het hoort
en wederhoort, houdt kennelijk onze broeder
niet. Dat dit diep treurig is, is het eenige wat
ik hier nog van zeggen wil. Doch dat ZEerw.
liefst* zonder weerlegging, dus alleen in zijn
kring zegt wat hij dienstig acht, blijkt ook nog
hieruit, dat hij zelfs het nummer van zijn blad,
waarin de beschuldigingen aan mijn adres door
hem waren geschreven, volgens ZEerw. nu
mededeelt, niet door hemmaar door een ander
mij gezonden is.
Hij schryft dus maar raak, zonder den per
soon, dien het geldt, zooals gebruikelijk is een
nummer van zijn blad te zenden.
In het vrij groote stuk, waarin Ds. Wisse
schrijft over hetgeen door mij vóór drie weken
gezegd is, deelt hij thans zijnen lezers mede, dat,
hetgeen De Heraut uit mijn referaat aanhaalde,
S»ie u een anc*er blad was overgenomen.
Doch dip onnauwkeurigheid is van gsene be
teekenis! Door mij nu werd hierop gewezen, als
bewys, hoe er zonder genoegzaam onderzoek,
maar op los geschreven wordt in De Wekker.
TrJt-T 7 Ds' Wisae> dat de „Chr. Ger.
Kerk te Zwolle en daarna te Dordt in Synode
vergaderd, van een aanklacht over mijne doops-
en avondmaalsbeschouwing niet weten wilde.
Hij had er kunnen by voegen, dat de laatstge
noemde Synode haar sanctioneerde en aan de
Kerken, op het harte bond.
Datenkelen, bijname Ds. Kleinendorst, baar
nie. deepen, u, waar. Eu Wij voegen hierbij,
dat er, m weerwil van alles wat er sinds over
gezegd en geschreven is, óók nu nog enkelen
zyn, die tot deze Bijbelsche, Gereformeerde
beschouwing niet zijn wedergekeerd
„Hoofdzaak is" - zegt Ds. Wisse'- „en dit
repeteert Ds. Littooij nog eens in zijnstuk. dat
noch in de B-kerken noch in de kerken van A
fJL;naod,e Tfrte?én van 's Heeren dienaren
gelooit, dat alle gedoopte christenkinderen weder
geboren zyn. Immers," zegt Ds. Littooy, „ware
dit zoo, dan zou er by het opgroeien een afval
der heiligen moeten wezen, of alle gedoopten
zouden zalig moeten worden". „Goed begrepen.
En juist om diezelfde logische gevolgtrekking
hebben de onzen van meet af zich zoo perti
nent verklaard tegen die zoogenaamde leer van
„genade m den wortel".
Wij herhalen daarom „hebben de onzen van
meet af zich zoo pertinent verklaard tegen die
zoogenaamde leer van „genade in den wortel
Accoord. Want dat deden ook wij ja deden ook
de onzen. Dat deed ook Dr. A. Kuyper in De
Heraut. En geen der B-kerken noch der A-
Kerken heeft zich daar ooit voor verklaard.
Door aan zijne lezers den indruk te geven
of zij en wij dat wèl deden, doet ZEerw. het
geen tegen het 9e gebod ingaat.
Immers het is eene ongereformeerde, mislukte
uitdrukking geweest, van één persoon, waar met
Dr. A. Kuyper velen tegen zyn opgekomen.
Doch waar nu deze dingen alzoo zijn, gaat het
daaraan om op grond daarvan voor zijne lezers
de B- en A-Kerken in verdenking te brengen
van onzuiverheid in de leer? Getuigt dat van
grootheid des harten
Ds. Wisse vervolgt echter
„Maar als dan in de „gereformeerde kerken"
wordt geleerd en in publieken geschrifte uit
gesproken, dat terwyl de dienaar op aarde met
water doopte, de Heere in den hemel met den
ïï'„J?eest *z*e »Voor een Distel een
Mirt pag. 98—100, van Dr. Kuyper, in verband
met zooveel andere stukken, catechismus enz.),
dan vragen we op onze beurtwat is dit an
ders dan de leer eener onderstelde wederge
boorte bezegeld door den Heiligen Doop Alle
christenkinderen met water gedoopt door een
wettig dienaar, zijn dus gedoopt door den Heere
in den hemel met den H. Geest. Dit wordt
publiek geleerd en met kracht verdedigd, gelijk
algemeen bekend is. En toch zegt de Middel-
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koningpij zal ons
behouden.
Jesaja 38 22.
Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als
aan het gehoorzamen van destem desHee-
ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22
MIDDELBURG.
(HET VOORLAATSTE KRUISWOORD.)
„Het is volbracht."
Johannes 19 30m.
1) Johannes 10 1518.
Hulsebqs.