men daarom het beate met van zulk een be
trekkelijk ondergeschikte zaak geen kabinets-
quaestie te maken en elkaar hierin over en
weer vrjj te laten. (Uitnemend, zoo moet het
komen. L.)
Geheel anders daarentegen staat de zaak met
een persoon, die wel jaren geleden ambtsdrager
is geweest, maar daarna is afgetreden, als ge
woon gemeentelid is opgegaan onder de predi
king en nu door de gemeente opnieuw tot het
ambt geroepen wordt. Van een continueeren
van het ambt is hier geen sprake. De man
was ambtsdrager en hield daarna op het te
zijn. Waar hij het weder wordt, moet dus een
nieuwe inzetting in het ambt plaats vinden.
Evengoed als een predikant, die na een tfld
lang een andere Kerk te hebben gediend, naar
zijn vroegere gemeente terugkeert, daar opnieuw
bevestigd worden moet. (Voor geen tegen
spraak vatbaar. L.)
Eenheid van opleiding.
Zooals de verledene week de Amsterdamsche
Kerkbode en daarna ook andere bladen mee
deelden, liepen Vrijdagmiddag de samenkomsten
af, die gehouden zijn, teneinde ééne gemeen
schappelijke opleiding te krijgen voor den dienst
des Woords. Deze samenkomsten werden ge
houden, door de professoren, directeuren en
Curatoren van de Vereeniging voor Hooger
Onderwijs op gereformeerden grondslag, door
de professoren en curatoren van de eigene In
richting der Kerken tot opleiding voor den
dienst des Woords en door de door de Generale
Synode benoemde drie broederen, tenbehoeve
van het verband met de Vereeniging voor
Hooger Onderwijs, zoo evengenoemd.
Niet alle, maar toch bijna alle broeders
waren voor deze zoo gewichtige zaak altijd
aanwezig. En bij verschil van meening bleef,
Gode zij dank, de broederliefde steeds bewaard.
Vlak voor het uiteengaan, had de laatste stem
ming plaats, en daarbij bleek, datschier allen mee
gingen met hetgeen eindelijk overeengekomen
was. Een voorstel door in de twintig broede
ren onderteekend, gaat dan ook na een dag of
tien naar al de Kerken.
Deze zullen de zaak in Classes vergaderd nu
moeten bespreken, daarna de Prov. Synodes en
ten slotte de Generale Synode, en deze zal met
de Vereeniging voor Hooger Onderwijs de ge
wichtige zaak, zoo de Heere wil, tot beslissing
moeten brengen.
Er is alzoo in dezen nog veel te doen, en
daarom voortdurend behoefte aan het gebed,
om de leiding des Heeren, onzes Gods.
Littooij.
VARIA.
Eenheid van Opleiding.
I.
Daar is een tijdsgewricht geweest, waarin
al door wassende partijschap opkwam in de
„uitgeleide gemeente", en het Corinthisch kwaad
de Christelijke Afgescheiden Gemeenten dreigde
uit een te scheuren.
Doch de vroede mannen, die in die bange
jaren invloed hadden, werden te rade om de
onderscheidene opleidingsscholen, die er toen
bestonden, saam te brengen en op te smelten
tot éen Theologische School.
Na heel wat onderhandelen werden ze 't eens
en zoo ontstond de Theol. School te Kampen.
En werkelijk, zij heeft de gedeeldheid be
zworen de leiders leerden samen te werken
het noemen naar namen verdween, en de Theo
logische School werd een hechte band ter
samensnoering van het kerkelijk leven.
Ook hierom hebben velen, die dezen zegen
met dank aan God genoten, die stichting lief.
De geschiedenis is een fakkel der waarheid.
Nog meer der wijsheid. Ook deze les der his
torie werkte na en is in deze dagen verstaan
en opnieuw in practijk gebracht.
Ook in onze Gereformeerde Kerken ontstond
en werd al sterker een spanning tusschen broe
deren en kerken van verschillend verleden en
onderscheiden kijk op vele dingen.
Ook ons dreigde het Corinthisch kwaad.
En dit vuur vond maar al te licht voedsel
in de gedeeldheid der opleiding.
Doch ook nu werden vroede mannen te rade
om saam te komen en saam te bespreken, of
men niet tot eenheid van opleiding kon geraken
en de Scholen bij elkander brengen.
Nu ging 't vroeger gemakkelijker dan ditmaal,
omdat toen die scholen bij alle verschil toch
geheel soortgelijk waren.
Doch nu stond men voor het vraagstuk, hoe
twee ongelijksoortige inrichtingen saam te bren
gen, nl. een kerkelijke Theologische School en
een Vrije Universiteit.
Wèl was er veel voorbereid. De kerkelijke
opleidingsschool was reeds geworden een School
voor Theologie, die sprekend geleek op een
Theologische Faculteit, afgedacht van 't Univer
sitair organisme. Het praeparatoir examen was
reeds lang gebracht bij de Kerken, enz. enz.
Toch bleef het vraagstuk moeilijk genoeg.
Doch 'tEngelsch spreekwoord zegt: Waar
een wil is, is ook een weg.
Zeer bekwame mannen spitsten er hun denk
kracht en vindingrijkheid open ziet schier
verrassend kwam men tot eenparigheid. De
Professoren en Curatoren van beide stichtingen
mitsgaders de kerkelijke Deputaten voor 't Ver
bond, dat onze Kerken hebben met de Theolo
gische Faculteit der Vrije Universiteit verga
derden net zoolang, dat er zich een groote meer
derheid vormde, die geen onoverkomelijke be
zwaren had om een keurig gesteld gemeen
schappelijk advies aan te bieden aan de Gere
formeerde kerken in de hoop, dat deze het als
een voorstel ter Synodale tafel zullen brengen
en de Synode van Arnhem desovereenkomstig
besluite.
Dit advies en concept-contract hopen we mêe
te deelen in ons volgend nommer.
's Is ons een oorzaak van vreugde, dat broe
ders van zoo verschillende denkwijze en voor
keur, als hier samen waren, tot zoo groote
eenparigheid zijn gekomen.
Wij kunnen niet nalaten er ons over te ver
wonderen en te zeggenGod is goed.
Met name zal 't zeker den Zeeuwsche vrienden
en onzen lezers aangenaam zijn, dat twee der
Redacteurs van dezen Kerkbode, in de overtui
ging staan, dat zóó zonder het recht der kerken
te verzaken en de vrijheid der Christelijke we
tenschap op te offeren de eenheid van op
leiding onzer a. s. Dienaren kan worden ver
kregen.
Broederstrijd is altoos zoo pijnlijk.
Eenheid van overtuiging een genot.
W.
Overijselsche Biddag in Zeeland.
n.
Wij komen terug op de vragen van onzen
hooggeachten collega.
Ten derde vroe&ZWEw. „Is het tenminste
in de classis Middëreürg zoo, dat met recht en
reden kan gezegd worden, dat wij in het hou
den dier dagen niet geslaagd zijn Of heeft
het houden ervan, althans op het eiland
Walcheren niet tot gevolg gehad, dat te Mid
delburg in de Hervormde Kerk 's morgens en
's avonds de gemeente wordt opgeroepen, ge
beden en gedankt wordt, en dat op bijna alle
dorpen de geheele arbeid zoo goed als stilstaat
en de kerkdeuren als des Zondags geopend zijn
't Antwoord op deze vraag hangt af van de
eischen, die ge aan een biddag stelt.
En nu erken ik gaarne, dat op enkele dorpen
van Walcheren met bid- en dankdag een Sabbat,
d. i. een algemeene rustdag gehouden wordt
en voorts verneem ik, dat de landbouwers ook
hun knechts en arbeiders laten rusten, met
uitbetaling van het volle dagloon wat ook recht
en noodig is.
Zelfs, zoo hoor ik, zijn deze dagen offerdagen
van beteekenis in enkele onzer Gereformeerde
kerken, en weegt de vrees of verplaatsing van
den biddag van Woensdag op Zondag ook groote
financieele schade berokkenen zou.
Doch op de jongste classis kwam een merk
waardige mededeeling in, die toont, hoe on
doenlijk het zelfs op de dorpen is, om 't karakter
van den biddag als publieke rustdag te behouden.
Onderscheidene onzer Gereformeerde Broe
ders, die zitting hebben in de Provinciale Staten
van Zeeland, waren tot hun kerkeraden geko
men met het verzoek om den biddag 14 dagen
later te houden, aangezien zij door de bij regle
ment bepaalde werkzaamheden der Staten ver
hinderd zijn om den tweeden Woensdag in
Maart de vergadering der tot 't gebed geroepen
gemeente bij te wonen; wat te banger drukt
in zoover die broeders tegelijk ouderling zijn
en de gemeente mee samenroepen ten open
baren eeredienst.
De classis oordeelde m. i. terecht, dat ver
plaatsing van de, thans door (Oud Gerefor
meerden en sommige Hervormden tegelijk met
ons in acht genomen data tot verwarring, en
opheffing van den biddag leiden zoudoch ik
gevoelde er te sterker bij, hoe onmisbaar het
is, dat, als er voor de natuurlijke zege
ningen van den oogst een afzonderlijke bid- en
dankdag behoort te worden gehouden, dan de
Overheid hiertoe behoort mede te werken met
de kerk, zooals zulks b. v. in America geschiedt.
I Anders is zelfs op de dorpen de zaak principieel
I onhoudbaar.
I En wat de steden aangaat - al de groote
Vlissingsche en Middelburger fabrieken werken
I gewoon door en hierdoor zijn tal van broeders
uit den handwerksstand verhinderd met hun
I gemeente mee te bidden. Ook ambtenaren,
I al zijn ze ouderling, gaan niet naar kerk, maar
I naar 't kantoor. De vrije scholen kunnen va-
I cantie geven, de openbare scholen gaan door.
I Men ziet tal van boeren melk en groenten
I brengen in de stad en bijna alle winkels ver-
I koopen. Ook als mijnheer of de juffrouw Sab
bat houden, winkelen de bedienden. Om kort
I te gaan, 'tztfn treurig verwarde dagen en -
als ge in kerk komt zitten er eenige mensch-
jes in het holle gebouw, zoodat de vraag op-
I komt in het voor Gods eere teeder voelend ge
moed, of wij op deze wijze den Vader in de
Hemelen verheerlijken of smaden.
Toch is alle radicale verandering, zoolanger
gemoedelijke en ernstige zielen zeer op hua
bid- en dankdag gezet zijn, bedenkelijk en
daarom komt ons de gedachte van Ds. Littooij
I practisch voor, dat nl. de drie Gereformeerde
kerken om beurte 't Gereformeerde volk van
Middelburg uitnoodigen tot den Dienst des
Woords en der gebeden.
Ik kan voorts mededeelen, dat van Middelburg
C dan ook reeds een voorstel gericht is tot de
beide andere kerkeraden om de diensten zoo
te regelen, dat A 's morgens, B 's namiddags
en C des avonds kerk houdt. Dan zijn er drie
diensten (tegen slechts 2 in de Hervormde
kerk) en kan ook ieder, die aan zijn eigen ge
meente een groote gave wil schenken, dit on
gehinderd doen.
Op de volgende vragen 't antwoord een vol
gend maal. Wagenaar.
Zondagsscholen te Middelburg.
IV.
Zondagsschool te houden achten wij een zeer
uitnemende christelijke arbeid.
Doch hij moet goed worden uitgericht.
Wat allereerst noodig is?
't Antwoord ligt in het Woord des Heeren
„De vreeze des Heeren is het beginsel der
wijsheid".
Een Zondagsschool, die goed zal kunnen doen
en geen kwaad, moet allereerst aankweeken
in de kinderharten de eerbied voor het heilige.
Dit is niet gemakkelijk.
't Kinderleven is zoo woelig, zoo roerig, zoo
dartel. Alles is 't kind tot spel. Denk aan
Jezus' woord over de kinderen op de marktte
Capernaüm, die niet slechts bruiloftje maar
ook begrafenisje speelden en 't zingen van
klaagliederen met 't slaan op de borsten
maakten tot een spelletje.
Ook zijn vele meisjes zenuwachtige lache
bekken en stoute babbelaarsters en vele jongens
op hun manier geestig en wel eens grenzeloos
brutaal.
Ja waar ze samenkomen tot godsdien
stige verrichting, is het alsof de duivel onder
hen werkt tot spot en hoon van God.
Zelfs in onze kerken ziet ge jongelingen
samenscholen achterin en knapen de banken
bezetten zoo ver mogelijk achteraf op gaanderij
en orgel om maar des te vrijer G-od en zijn
dienst te kunnen verachten.
Op de catechisatie is er soms geen eerbied
onder het gebed en wordt de grofste heilig
schennis gepleegd. In Middelburg heb ik dit
zelfs van stoute meiden van 17 en 18 jaar
moeten ondervinden. Geen wonder dus, dat
kinderen, die de Zondagsschool bezoeken, heel
wat gevaar opleveren om te vervallen in oneer
biedigheid en onordelijkheid, die bij deze zeer
heilige verrichting allerminst betamen.
Daar zijn „kinderkerken", waar de heilig
schennis veel meer verwoest, dan de onder
wijzing baat.
Zoo ook zijn er Zondagsscholen en knapen-
vereenigingen, die veel beter niet dan zóó ge
houden worden.
Te groote opeenhooping van kinderen in een
gebouw, klassen grooter dan uiterlijk 30 kin
deren, onderwijzers, die „geen orde kunnen
houden", 't toelaten van onverbeterlijke schavui
ten in éen klasse met gezeggelijke kinderen,
't verzuimen van toezicht bij 't ingaan en uit
gaan, enz. enz. maken 't schier ondoenlijk om
't heilig karakter der Zondagsschool te bewaren.
En toch is dit onmisbaar noodig.
W.
Een motie.
Onlangs had men te 's Gravenhage een druk
bezochte Prov. Samenkomst van voorstanders
onzer Vrije Universiteit.