^Veekblad gewijd aan de ^3 ^Zeeland, v Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. lie Jaasgaiig. VRIJDAG 7 FEBRUARI 1902. No. 6. IN ELANGEN DER pEREFORMEERDE Kerken OORD-1DRABANT EN UlMBURG. Db. J. HULSEBOS, Ds. a. littooij, Dr. L. H. WAGENAAR. Abonnement per 3 maanden f 0.85. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentién van 1 5 regela 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever K. LE COINT BE Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. Johannes de Dooper heeft getuigenis gege ven van den Heere Jezus. Ziet het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Zoo spreekt hij en wijst Jezus aan als de sterke, die met den Heiligen Geest en met vuur zou doopen. En Jezus getuigt van Johannes als den profeet, die als zijn heraut moest optreden en de heer lijkste plaats onder de profeten ingenomen heeft. Jezus van Johannes te scheiden of Johannes in tegenspraak te brengen met Jezus was ook toen het doel, maar te vergeefs Ziehier de Joden, dat wil zeggen, de aanzien lijke Joden in hun haat togen n verwerping van den Christus. Een heerlijk wonder is ge schied in het ziekenhuis gelegen, aan het bad water van Bethesda. De kranke, die acht en der tig jaren reeds lijdende was, is door 's Heeren machtwoord genezen. Doch in plaats van tot aanbidding te leiden, maakt dit wonder de woede der Joden gaande. Spoedig is er iets gevonden. Het wonder is geschied op den Sabbathdag. En als de Heere nu verklaart, dat Hij de Zoon Gods is, de Heere ook van den Sabbath, staat het plan des te meer vast, om Hem te dooden. Doch des Heeren ure is nog niet gekomen, en Jezus verkondigt aan de Joden de hardigheid hunner harten. Bekend was, hoe deze geveinsden, wanneer het hun te pas kwam, hoogelijk opgaven van Johannes den Dooper. Welnu, hoewel de Heere een meerder getui genis heeft en het getuigenis eens menschen niet noodig heeft, zoo beroept de Heere zich hier toch op hetgeen Johannes ook voor de ooren dezer Joden aangaande Hem heeft getuigd. En nu spreekt dan de Heere aldus over zijn dienstknechtHij was een brandende en lichtende kaars. Eene kaars of lamp of fakkel (gelijk hier ook vertaald worden kan) dient om het licht te dragen en te verspreiden. In zichzelven zijn zij donkere lichamen, maar zij worden door eene macht buiten hen tot lichtdragers ge maakt. Maar zal dit geschieden, dan moet er gloed, warmte zijn, o ja zelfs een verteerd wor den door den gloed. Dit beteekent datbran dende, lichtende. Hoe heerlijk wordt nu het ge tuigenis aangaande Johannes Het licht der wereld is de Heere Jezus. Jo hannes kwam om van het licht te getuigen, om voor te lichten in den dienst zijns Heeren. Gij hebt ulieden voor eenen korten tijd in zijn licht willen verheugen. De Joden, die hier zoo vijan dig staan tegenover Jezus, hebben voor eenen tyd met Johannes gedweept. Zij hebben zyn woord, zijn gaven bewonderd, maar zonder zich daardoor tot Christus te laten leiden. Zoowel het getuigenis des Heeren aangaande Johannes, als zyn woord over het gedrag der vyanden zijn voor alle tyden van het hoogste gewicht. Wat is de roeping en het heerlik voorrecht van den dienaar des Woords Eene brandende en lichtende kaars te zijn, lichtend op het pad des levens, lichtende over d( Waarheid Gods, als instrument des Heiligen Geestes, en dat door woord en wandel, zelf on1 vlamd, ontgloeid, gedrongen door de liefde Chasti, anderen ten licht te zijn, op den weg tot-Christus. Ja dit is de roeping van alle belijders. Filippenzen 2 15. Opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijndeonstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht onder welken gij schijnt als Ikhten in de wereld. Roemt de discipel in zichzelven, zoekt de leeraar lof voor zich zeiven, dan is hij een don ker voorwerp dat anderen hindert op den weg roemt hy in Christus, dan is hij een brandende en lichtende kaars. Gij hebt u voor een korten tijd in zijn licht willen verheugen. Zie hier df; verantwoordelijk heid van den mensch. OJoe treft en over tuigt nog eene getrouwe en vurige prediking van den ChristusDoch het is voor 't onbe- keerlijke hart, voor een tijd, zelfs voor een kor ten fijd. Er .zyn „mêwJvohun leven lang de getuigen des Heeren naloopen, dan dezen, dan gene, en in hun hart blijven zij vijanden van Christus. Het is er mede, alsof een huis heer licht 'doet ontsteken, opdat de knechten yverig hun arbeid zouden verrichten, en ziet, zij misbruiken dat licht tot ijdel vermaak en tot ongebondenheid. Welgelukzalig, die het woord door Johannes gesproken verstaan en betrachtenIk ben de Christus niet, maar die na mij komt. Hebt ge zegen onder de prediking, dan komt Christus na Johannes. Johannes kan niet verlossen, wel Christus, want Hy is sterker. Het devies van een Christen edelman van vroeger dagen was een brandend licht met het omschriftAnderen dienende wordt ik verteerd. Het heeft zeker verwantschap met Joh. 526. Maar, dan moet dit ook door Gods genade het devies zijn van ons allen. „Bewaarschoolsubsidies. De Nederlander 'tblad van den heer Mr. De Savornin Lohman - schrijft: „De Rotterdamsche gemeenteraad heeft Don derdagavond een beslissing genomen, die ook buiten die gemeente aandacht verdient. Met 21 tegen 11 stemmen werd aangenomen een motie van de heeren Kraemer, v. Rossem, den Held en Voorhoeve, om B. en W. uit te noodigen voorstellen te doen tot subsidieering van het bijzonder bewaarschoolonderwijs. Met deze principieele beslissing is een be langrijke stap, is feitelijk de belangrijkste stap gedaan. Immers juist op dit punt is vijf jaar geleden een beslissing gevallen in vlak omge keerden zin, een beslissing die een pijnlijk ge voel van onrecht heeft achtergelaten en waarop de Raad nu is teruggekomen. Het principe is thans door de meerderheid van den Raad aanvaard, wat, als straks de verordening inkomt, de hoogst pijnlijke dis cussies Yan '97 van tevoren afsnydt. Wel mag hier gesproken worden van een merkwaardige kentering. Het rechtvaardigheidsbeginsel zegevierde. Bij de bewaarschoolkwestie stond men in den Rotterdamschen Raad, nu reeds sedert jaren, voor ongeveer gelijke vragen als vroeger in de Kamer by de lagere-schoolkwestie. De gemeente is vry tegenover het bewaarschool- wezen, aan geen wetten gebonden. Onverplicht heeft zij openbare bewaarscholen opgericht. Een reeks van zeer goede bijzondere bewaar scholen staan daarnaast, die echter vaak met fïnancieele moeilijkheden te kampen hebben en intusschen aan de gemeente zeer be langrijke uitgaven besparen. Men gevoelt, welk onbehagelijk gevoel van onrecht dit wekt, te meer daar die bijzondere bewaarscholen geen liefhebberijen zijn, maar gesticht zyn uit gewetensdrang. Men mag zich verheugen, dat nu ook op dit terrein het levenwekkende beginsel der paci ficatie zijn zegen gaat verspreiden." Ik vestig, ten eerstede aandacht op het geen De Nederlander in den voorlaatsten volzin zegt, nam. dat „die bijzondere bewaarscho len geen lieghebberijen zijn maar gesticht zvjn uit gewetensdrang Ik vestig daarop de aandacht, omdat het helaas, vaak is, of in Middelburg zelfs bij vele Gereformeerden niets van dien „gewetensdrang" wordt gevoeld, en het mitsdien is, of zij, die voor eene Christelyke Bewaarschool zich in de bres stellen, slechts aan „liefhebberyen" doen. 't Is ook dientengevolge dat deze vrienden hunne kinderen zonder eenige beden king te hebben en conscientiepijn te gevoelen naar de scholen kunnen zenden, waar, helaas, de toon van het farizeïsme en humanisme de alleen heerschende is. 't Is ook daarom, of omdat men geheel in strijd met hetgeen allerwege de ervaring leert de Bewaar- en Voorbereidingsscholen in het algemeen voor overbodig houdt, dat de ouders niet geholpen worden, die diep gevoelen en zich voor God bewust zijn, dat zfj hunne kinderen van meetaf aan overeenkomstig hunne belydenis- en doopsbelofte moeten opvoeden en onderwijzen, of, zooals het formulier desdoops zegt, doen opvoeden en doen onderwijzen. Gewis, deze ouders hebben er recht op en zijn waard geholpen te worden aan zulk eene school, waar zij hunne kinderen van 3 tot 6 jaren mogen en kunnen zenden. Bij goeden wil k&n deze hulpe hier verleend worden. De Heere heeft ons in Zijne groete goedheid, saam genomen, genoeg gegeven, om, wanneer ieder naar hetgeen hij ontving weder geeft, in de behoefte voor kerk en armen, voor opvoeding en onderwys te voorzien. Tot onze blijdschap wordt hier aan veel en velerlei nu en dan gegeven of jaarlijks gecon tribueerd maar vergeten wordt weieens, eerst naar het Woord on zes Gods, zijn eigen huis te' verzorgen, en die dat vergeet, zegt de Heere, is erger dan een ongeloovige. Van de uitge zochte en daarvoor in de wieg gelegde collecte reizigers kan men, zoo men niet extra cordaat is vaak niet afkomen, en daarom schryft men inen op de lyst, door vele voor name, groote heeren ons toegezonden, mag onze naam niet gemist worden, wat toch zouden zij, ware dat het geval, wel van ons denken maar de broederen, die wii kennen en die ons kennen, kan en durft men gemakkelyk weerstaan, als zy ook al komen aankloppennaar eigene Want de HEERE ie onze Rechter, de HEERE is onze Wetceyer, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE, TAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en SlachtofferexLals aan het gehoorzamen van de stem desF.ee- ren Zie, gehoorzamen is heter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 dam. 15 22 MIDDELBURG. - (JEZUS EN JOHANNES DE DOOPER.) Hij was een brandende en lichtende kaars en gij hebt uzelven voor eenen kortere tijd in het licht willen verheu gen. Johannes 5 35. Hulsebos.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1902 | | pagina 1